ERFBELASTING - 17.03.2025

Een goed schenkingsplan bespaart erfbelasting

Erfbelasting. Indien vermogen vererft, betaalt de verkrijger van dat vermogen daarover mogelijk erfbelasting. Of de verkrijger erfbelasting daarover verschuldigd is, is afhankelijk van de omvang van zijn verkrijging. De hierna genoemde bedragen betreffen de tarieven en vrijstellingen van 2025.

Hoeveel erfbelasting?

Indien bij overlijden minder dan € 2.690 wordt geërfd, hoeft de verkrijger daarvan in geen geval erfbelasting te betalen. Wordt er meer verkregen, dan kan er wel erfbelasting verschuldigd zijn. Of dit zo is, is afhankelijk van de relatie van de verkrijger ten opzichte van de overledene. Zo mag een partner € 804.698 belastingvrij erven en een kind € 25.490. Wordt er meer geërfd dan belastingvrij mag, is er dus erfbelasting verschuldigd. Het tarief is (ook) afhankelijk van de relatie tot de overledene. Zo wordt een kind en partner belast tegen een tarief van 10%, een kleinkind tegen 18% en overige personen tegen een tarief van 30%. Deze tarieven gelden tot een bedrag van € 154.197. Daarboven gelden er hogere tarieven.

Schenkingsplan

Als het vermogen/de omvang van de nalatenschap onder de belastingvrije bedragen bij overlijden blijven, is er geen erfbelasting verschuldigd. Schenken bij leven leidt dan niet tot belastingvoordeel. Het is dus van belang om te weten wie en hoeveel erfgenamen er zijn, wat het vermogen is en wat ieder van de verkrijgers belastingvrij mag erven. Tip.  Is de uitkomst dat er erfbelasting verschuldigd is, dan kan het een idee zijn om bij leven te gaan schenken. Belastingvrij mag er ieder jaar een geldbedrag worden geschonken. Hoeveel er geschonken mag worden, is afhankelijk van de relatie van de schenker tot de ontvanger (begiftigde). De vrijstellingen in de erfbelasting zijn anders dan de vrijstellingen in de schenkbelasting. Zo mag aan ieder kind ieder jaar belastingvrij € 6.713 worden geschonken. In andere gevallen geldt er een vrijstelling van € 2.690.

Lange termijn. Dit wetende kan het soms al voldoende zijn om een of enkele jaren te schenken. Bij grote vermogens zal er voor een langere termijn moeten worden geschonken. Let op.  De belastingvrije bedragen worden jaarlijks geïndexeerd (lees: zij worden jaarlijks iets verhoogd).

Voorbeeld.Vader Jan is alleenstaand en heeft één zoon Piet. Jan heeft geen testament. Piet is de enige erfgenaam van Jan. Het vermogen van Jan is € 85.490. Bij overlijden mag Piet € 25.490 belastingvrij erven. Piet moet dan over € 60.000 erfbelasting betalen: 10% van € 60.000 is € 6.000. Dat is het bedrag dat Piet aan erfbelasting moet betalen wanneer Jan overlijdt.

Met schenkingsplan. Indien Jan twaalf jaar lang € 5.000 aan Piet (belastingvrij) schenkt, heeft hij na twaalf jaar € 60.000 belastingvrij weggeschonken. Het vermogen dat dan nog over is, vererft belastingvrij naar Piet. Het schenkingsplan kan dus in dit voorbeeld € 6.000 erfbelasting besparen. Elk jaar dat er geschonken wordt, bespaart dus € 500 aan erfbelasting. Het kan ook zo zijn dat Jan na zes jaar besluit om te stoppen met schenken. In dat geval wordt er dus € 3.000 aan erfbelasting bespaard. Jan zal immers voldoende vermogen voor zichzelf achter willen houden, bijv. voor onvoorziene uitgaven of voor zijn eigen verzorging.

Wat is een goed schenkingsplan? Dat is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Omvang en samenstelling van het vermogen zijn bepalend. Als iemand een vermogen heeft van enkele tienduizenden euro’s, is een goed schenkingsplan erop gericht dat heffing van erfbelasting volledig wordt voorkomen. Zijn er honderdduizenden euro’s aan vermogen, dan zal een goed schenkingsplan ervoor zorgen dat het 20%-tarief wordt voorkomen.