Btw-verhoging cultuur, sport en media van de baan?
Belastingplan 2025
Het kabinet heeft in het Belastingplan 2025 voorgesteld om per 1 januari 2026 het verlaagde btw-tarief van 9% op cultuur, media, sport en logies af te schaffen en te vervangen door het algemene btw-tarief van 21%. De btw-verhoging voor cultuur, sport en media gaat onder meer gelden voor:
- de levering van kunstvoorwerpen en verzamelingen en de invoer daarvan;
- boeken, e-books, kranten en tijdschriften en het uitlenen daarvan;
- het verlenen van toegang tot sportscholen (fitness, skibanen, schaatsbanen en sportlessen op locatie, yoga-studio’s, etc.) en zwembaden;
- openbare musea;
- concerten, muziekfestivals, toneel-, cabaret- en dansvoorstellingen en musicals;
- toegang geven voor sportwedstrijden (ook door niet-commerciële sportverenigingen).
Alternatief Tijdens de behandeling van het Belastingplan heeft de Tweede Kamer een motie (tk 2024-2025, 36602-107) ingediend met de eis dat het kabinet bij de Voorjaarsnota met een alternatieve invulling komt voor de afschaffing van het verlaagde btw-tarief. Minister Heinen heeft aangegeven bereid te zijn om de btw-verhoging voor cultuur, media en sport in de Voorjaarsnota te vervangen door een alternatief dat wel voldoende steun kan krijgen in het parlement. Voor nu heeft de minister de verhoging niet uit het Belastingplan 2025 gehaald. De maatregel die de btw in 2026 van 9 naar 21% verhoogt, blijft in het plan staan om een begrotingsgat van € 1,3 miljard te voorkomen. Hoewel het kabinet heeft beloofd om een alternatief te zoeken, beginnen de onderhandelingen daarover pas eind januari 2025. Dit betekent dat er nog geen duidelijkheid is over welke groepen uiteindelijk de financiële last zullen gaan dragen. Staatssecretaris Van Oostenbruggen vindt wel dat alternatieven binnen het btw-domein moeten blijven en minstens hetzelfde moeten opbrengen. Het kabinet zoekt dus een alternatief. Pas wanneer dat gevonden wordt, gaat de geplande btw-verhoging van tafel. Er wordt nu vooral gesproken over producten die onder het verlaagde tarief vallen. Zo wordt er gesproken over de verhoging van het verlaagd tarief op de consumptie van vlees, maar in de btw zitten ook veel vrijstellingen. De staatssecretaris zal uiterlijk eind januari een brief met de uitkomsten van de inventarisatie naar de Kamer sturen.
Overgangsrecht opgeschort
Het kabinet heeft het overgangsrecht bij de btw-verhoging op cultuur, sport en media voor een afgebakende periode opgeschort door middel van een beleidsbesluit (stcrt. 2024, 40471) . Hiermee is het overgangsrecht niet meer van toepassing op cultuur, sport en media in de periode 1 januari 2025 tot 1 juli 2025. Het wettelijke overgangsrecht blijft onderdeel van het Belastingplan 2025, maar in een beleidsbesluit wordt - vooruitlopend op wetgeving - goedgekeurd dat het verlaagde btw-tarief, in tegenstelling tot wat er in de wet staat, mag worden toegepast op vooruitbetalingen en de verkoop van tickets voor prestaties die plaatsvinden in 2026. Voor cultuur, sport en media geldt de hiernavolgende overgangsregeling.
- Voor overdrachten van vouchers voor enkelvoudig gebruik en betalingen die worden gedaan tot en met 30 juni 2025 voor prestaties die gelden voor 2026 en later, mag 9% btw in rekening worden gebracht.
- Voor overdrachten van vouchers voor enkelvoudig gebruik en betalingen die worden gedaan na 30 juni 2025 voor prestaties die gelden voor 2026 en later, moet 21% btw in rekening worden gebracht.
Met een termijn van een half jaar wordt geborgd dat het kabinet voldoende tijd heeft om in overleg met de Tweede Kamer tot een alternatief dekkingsvoorstel te komen.
bz-advies
Vouchers voor enkelvoudig gebruik zijn vouchers waarbij op het moment van uitgifte al bekend is wat de btw-gevolgen zijn.
Logies
Voor logies geldt de aanpassing van de overgangsregeling niet. Gaat het om overdrachten van vouchers voor enkelvoudig gebruik en betalingen die worden gedaan in 2025 voor prestaties die gelden voor 2026 en later, dan moet de ondernemer 21% btw in rekening brengen.