Status van de nieuwe horeca-cao vanaf 1 januari 2025?

Horeca-cao vanaf 1 januari 2025

Vanaf 1 januari 2025 is de nieuwe horeca-cao van kracht tussen werkgevers die zijn aangesloten bij Koninklijke Horeca Nederland (KHN) en hun medewerkers. De aanpassingen binnen de horeca-cao gelden van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2026. De nieuwe cao-tekst en de loontabellen zullen uiterlijk half december beschikbaar zijn.

Niet aangesloten bij KHN? Voor horecawerkgevers die niet zijn aangesloten bij KHN, maar wel vallen onder de werkingssfeerbepaling van de cao, moeten de horeca-cao toepassen als de horeca-cao algemeen verbindend verklaard is. Een verzoek tot algemeen verbindend verklaren wordt ingediend bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Indien dit verzoek wordt ingewilligd en het besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant, zal de horeca-cao vanaf het genoemde moment in dat besluit ook van toepassing zijn op deze horecawerkgevers.

De belangrijkste veranderingen?

De looptijd. De looptijd van de nieuw cao bedraagt 24 maanden (1 januari 2025 tot en met 31 december 2026).

Collectieve loonsverhogingen. Voor vakkrachten in functiegroepen I en II worden deze groepen samengevoegd. Het basisloon blijft gelijk aan het wettelijk minimumloon. Het eindloon wordt verhoogd, zodat werknemers binnen deze functiegroep mogelijkheden hebben om te groeien. Deze functiegroep volgt de verhogingen van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML). Ook de daadwerkelijke lonen van werknemers binnen deze schaal worden met hetzelfde percentage aangepast.

Loonstijgingen 2025. Dit betekent dus dat de salarissen per 1 januari 2025 met 2,75% stijgen. Dit geldt ook voor werknemers die boven het eindloon verdienen. Zodra de overheid de nieuwe hoogte van het wettelijk minimumloon bekendmaakt, wordt de loontabel hierop aangepast.

Vakkrachten

Voor vakkrachten in functiegroepen III tot en met XI zijn er loonsverhogingen afgesproken op:

• 1 januari 2025: 2,5%;
• 1 juli 2025: 1%;
• 1 januari 2026: 2,5%.

Deze percentages gelden zowel voor de feitelijke lonen als de loonschalen. Voor functiegroepen III tot en met V worden de basislonen echter met een hoger percentage verhoogd. Dit is nodig omdat door de stijging van het wettelijk minimumloon de basislonen van functiegroepen I en V anders gelijk zouden worden, wat een ongewenste situatie is.

Belangrijke aandachtspunten

• Bovenschaligen hebben ook recht op de cao-verhogingen, met uitzondering van de verhoging per 1 juli 2025.
• Werknemers moeten minimaal twaalf maanden in dienst zijn om voor deze verhogingen in aanmerking te komen.
• Structurele loonsverhogingen buiten de cao om, die al zijn toegekend of nog worden toegekend, mogen worden verrekend met de cao-verhogingen van het betreffende jaar.

Verlaging leeftijd vakvolwassen vakkracht. Een vakkracht is vanaf 2025 vanaf de leeftijd van 20 jaar vakvolwassen. Dit is nu nog 21 jaar. Dit betekent dat zij dus recht hebben op minimaal 100% van het basisloon in hun schaal. Ook gaan vakkrachten van 18 en 19 jaar iets meer verdienen.

Niet-vakkracht en BBL-student

Voor niet-vakkrachten en BBL-studenten worden de loonsverhogingen gekoppeld aan de stijging van het wettelijk minimumloon. Per 1 januari 2025 wordt de loontabel daarom aangepast met een verhoging van 2,75%. Verdient een niet-vakkracht al meer dan het loon in de nieuwe loontabel, dan is er geen recht op verdere verhogingen. Het wettelijk minimumloon stijgt opnieuw op 1 juli 2025, 1 januari 2026 en 1 juli 2026. Zodra de overheid de nieuwe hoogte van het wettelijk minimumloon bekendmaakt, wordt de loontabel hierop aangepast.

Loyaliteitsverlof (extra vakantie-uren)

Om werknemers die loyaal zijn aan het bedrijf te belonen, ontvangen medewerkers die onafgebroken in dienst zijn extra vakantie-uren. De extra vakantie-uren bedragen:

Werk-privébalans

Om het werken in de horeca aantrekkelijk te houden, zijn er afspraken gemaakt die de werk-privébalans van werknemers verbeteren. Werknemers met opgebouwde overwerk- of meeruren krijgen meer zeggenschap over wanneer zij deze uren in tijd voor tijd kunnen compenseren.

Parttimers. Net als voor fulltimers wordt een limiet gesteld aan het aantal meeruren dat een parttime werknemer verplicht kan worden te maken. Zo kan een parttimer binnen de referteperiode niet meer verplicht worden meer dan 10% aan meeruren te verrichten. Overschrijdt het totaal aantal meeruren deze grens, dan heeft de werknemer het recht om het verzoek om meeruren te weigeren.

Weigeren meeruren. Voor arbeidsovereenkomsten die minder dan 1.040 uur omvatten in een referteperiode, geldt een afwijkend maximum van 104 uur aan meerwerk dat is toegestaan. Overschrijdt het totaalaantal meeruren deze grens, dan heeft de werknemer het recht om het verzoek om meeruren te weigeren. Let op.  Verder bouwen werknemers vakantie-uren op over overwerkuren, mits deze in geld worden uitbetaald.

Stagevergoeding

In de nieuwe cao is opgenomen dat stagiaires die een stage uitvoeren in het kader van een hbo-opleiding of mbo-opleiding (beroepsopleidende leerweg (BOL)) recht hebben op een minimale stagevergoeding van € 400 bruto per maand bij een volledige stageweek van vijf dagen. Een stagiair die minder dagen per week stageloopt, moet een vergoeding ontvangen naar rato, volgens onderstaande staffel:

Geen overgangsregeling voor stagiairs. Stagiairs hebben vanaf 1 januari 2025 minimaal recht op de hiervoor genoemde stagevergoedingen. Er is geen overgangsregeling!