Mag een MSB-bestuur al ingrijpen bij dreigende concurrentie door vrijgevestigde specialist?
Dreigende concurrentie voorkomen?
In een recente procedure (ECLI:NL:RBLIM:2024:1617) was aan de orde of en hoe een medisch specialistisch bedrijf kan ingrijpen bij dreigende concurrentie door een vrijgevestigde medisch specialist. Een van de vragen die daarbij centraal stond, was of het inroepen van het non-concurrentiebeding tussen het medisch specialistisch bedrijf en de medisch specialist hiervoor dan de juiste weg was.
Wat speelde er? Een orthopeed wilde samen met het medisch specialistisch bedrijf (MSB) waaraan hij verbonden was, een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) starten. De gesprekken over het op te zetten zelfstandig behandelcentrum liepen stuk op de zeggenschapsverhouding binnen het ZBC. De orthopeed ging ondanks het mislukken van de onderhandelingen door met de voorbereidingen voor het opzetten van het ZBC.
Rol van het concurrentiebeding. De overeenkomst tussen een medisch specialistisch bedrijf en vrijgevestigd medisch specialist bevat doorgaans een non-concurrentiebeding. In dit geval was er echter wel enige onduidelijkheid over het concurrentiebeding. Bij het ondertekenen van de samenwerkingsovereenkomst (coöperatieovereenkomst) had de orthopeed ‘n.v.t.’ vermeld bij het concurrentiebeding. Het MSB had nooit laten weten akkoord te zijn met het buiten toepassing laten van het concurrentiebeding.
Overeenkomst opgezegd. Het doorgaan met het opzetten van het ZBC was volgens het MSB een schending van het non-concurrentiebeding en het MSB zegde op deze grond de coöperatieovereenkomst met de medisch specialist op.
Dringende reden. Het MSB vond ook dringende redenen aanwezig en zegde daarom op zonder een opzegtermijn in acht te nemen.
Hoe beslist de rechter?
Opzeggen mocht. De rechter is akkoord met de opzegging door het MSB, ondanks dat de orthopeed bij ondertekening ‘n.v.t.’ had opgenomen bij het non-concurrentiebeding.
Non-concurrentiebeding ‘staat’. Het MSB had nooit laten weten akkoord te zijn met het buiten toepassing laten van het non-concurrentiebeding en de orthopeed mocht daar ook niet op vertrouwen. De orthopeed heeft geen recht op goodwill, omdat in de overeenkomst staat dat daar geen recht op bestaat bij opzegging wegens schending van het non-concurrentiebeding.
Doorbetalen. Het MSB moet de orthopeed wel nog zes maanden aan lidmaatschapsvergoeding betalen, omdat volgens de rechter er ten onrechte geen opzegtermijn in acht was genomen. De gegeven omstandigheden waren volgens de rechter onvoldoende dringend om de opzegtermijn niet in acht te hoeven nemen.