Kruislings schenken leidt niet tot dubbele schenkingsvrijstelling
Schenkingsvrijstelling is eenmalig
De schenkingsvrijstelling eigen woning kan maar één keer worden toegepast tussen eenzelfde schenker en begiftigde. Krijgt de begiftigde van meerdere verschillende schenkers een schenking van € 100.000, dan kan er voor iedere schenking een beroep op de schenkingsvrijstelling eigen woning worden gedaan.
Hoe werkt het? Stel dat de broers Luuk en Joost ieder één dochter hebben en hun dochter € 200.000 willen schenken. Als ze dat zouden doen, dan kan de schenkingsvrijstelling eigen woning maar één keer worden toegepast. Wanneer ze zouden besluiten om kruislings te schenken en zowel aan hun eigen dochter als aan hun nichtje € 100.000 te schenken, dan zouden beide dochters een schenking van hun vader krijgen van € 100.000 en een schenking van hun oom van € 100.000. Wanneer er verder aan alle voorwaarden wordt voldaan, zouden ze in theorie voor beide schenkingen gebruik kunnen maken van de schenkingsvrijstelling eigen woning. En als ook andere vrienden en familieleden met kinderen willen meedoen, lijken de mogelijkheden om grote bedragen te schenken eindeloos. Werkt dat (fiscaal) ook zo?
Kruislings schenken
Bij de invoering van de tijdelijke verruiming van de schenkingsvrijstelling eigen woning van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2014 is tijdens de parlementaire behandeling aandacht besteed aan de mogelijk onbedoelde effecten van de verruimde vrijstelling en het ontstaan van fiscale constructies waarmee de vrijstelling meer dan één keer kan worden toegepast. Aangegeven werd dat de Belastingdienst bij constatering van kruislingse schenkingen, de schenkingen zou beschouwen als schenkingen van de ouder(s) aan het eigen kind met als consequentie dat er schenkbelasting bij het kind wordt geheven, indien het kind reeds eerder een beroep heeft gedaan op een verhoogde vrijstelling schenkbelasting wegens een schenking van dezelfde ouder(s).
Rechtspraak
Hoe een rechter tegen de kruislingse schenking aankijkt was lange tijd de vraag. Deze vraag is nu beantwoord.
Wat speelde er? Een zoon en een dochter ontvangen in 2017 allebei een schenking van € 100.000 van hun moeder. In datzelfde jaar krijgen ze allebei ook nog een schenking van € 100.000 van een voormalig zakenpartner van hun overleden vader. Beide schenkingen worden door zoon en dochter gebruikt om hun hypotheek af te lossen. Hun moeder schenkt op haar beurt € 50.000 aan ieder van de vier kinderen van de voormalig zakenpartner.In 2018 doen zoon en dochter aangiften schenkbelasting, waarbij ze voor beide schenkingen een beroep doen op de schenkingsvrijstelling eigen woning. De Belastingdienst past de vrijstelling echter maar één keer toe en legt voor de tweede schenking een aanslag op waarbij enkel rekening wordt gehouden met de reguliere jaarlijkse vrijstelling.
Derdenbeding of niet? Zoon en dochter vinden dat onterecht en stappen naar de rechter. Zij stellen dat kruislings schenken de toepassing van een vrijstelling niet in de weg staat. De Belastingdienst stelt dat er sprake is van een derdenbeding en dat de schenking door de voormalig zakenpartner moet worden gezien als een (indirecte) schenking van moeder. Aangezien moeder al € 100.000 had geschonken, is de schenkvrijstelling eigen woning niet van toepassing op de schenking door de voormalig zakenpartner.
Oordeel rechter
De rechtbank (ecli:nl:rbdha:2023:10328) geeft de Belastingdienst gelijk en oordeelt dat, gelet op alle feiten en omstandigheden, de schenkingen door moeder aan de kinderen van de voormalig zakenpartner en de schenking door de voormalig zakenpartner aan zoon en dochter zijn gedaan op grond van - een al dan niet schriftelijke - afspraak tussen moeder en de voormalig zakenpartner dat de bewuste schenkingen aan de kinderen van de andere schenker zouden worden gedaan onder de voorwaarde dat de andere schenker ook, tot hetzelfde (totaal) bedrag, aan de eigen kinderen zou schenken. Aan deze afspraak kunnen alle kinderen, waaronder zoon en dochter aanspraken ontlenen, waardoor er sprake is van een derdenbeding. Volgens de rechter is er daarom in werkelijkheid geen sprake van een gift van de voormalig zakenpartner aan de zoon en dochter, maar van een (indirecte) gift van moeder aan zoon en dochter.Daarmee valt (voorlopig) het doek voor de kruislingse schenking voor zover een derdenbeding kan worden aangenomen. Of het oordeel in een eventueel hoger beroep standhoudt, moet nog worden afgewacht.
Fraus legis Over de subsidiaire stellingen van de Belastingdienst dat er sprake is van fraus legis en dat toepassing van de vrijstelling in dit geval in strijd is met de letter en geest van de Successiewet 1956, heeft de rechter nog geen oordeel gegeven.
Einde schenkingsvrijstelling eigen woning
Inmiddels is het einde voor de schenkingsvrijstelling eigen woning in zicht. Vanaf 1 januari 2023 is de vrijstelling al verlaagd naar € 28.947 en zal met ingang van 2024 helemaal vervallen.