Beneficiaire aanvaarding en vereffeningskosten
Zowel beneficiaire als zuivere aanvaarding. Mia is ongehuwd en heeft geen kinderen. Als ze overlijdt, laat ze haar zes broers en drie zussen als haar erfgenamen achter. De nalatenschap (de erfenis) van Mia wordt door vijf broers en twee zussen beneficiair (onder voorrecht van boedelbeschrijving) aanvaard (art. 4:190 lid 1 BW) . Door haar zus Trees en broer Frans wordt de nalatenschap zuiver aanvaard. Dat betekent dat ze met hun privévermogen aansprakelijk zijn als de schulden niet uit het vermogen van de nalatenschap kunnen worden voldaan (art. 4:184 lid 2 sub a) .
Vereffenaar benoemd. Omdat er door ten minste een erfgenaam beneficiair is aanvaard, moet de nalatenschap worden vereffend (art. 4:202 lid 1 BW) . Op verzoek van de erfgenamen wordt er door de rechtbank een professionele vereffenaar benoemd (art. 4:203 lid 1 sub a) .
In privé aansprakelijk voor alle kosten. Als de nalatenschap ruim drie jaar later is afgewikkeld, wordt de vereffening opgeheven (art. 4:209 lid 1 BW) . Daarna wordt er door de vereffenaar aan de erfgenamen een factuur toegezonden inzake de vereffeningskosten. Deze bedragen € 28.992. Omdat de kosten niet uit het vermogen van de nalatenschap kunnen worden voldaan, komen deze voor rekening van de erfgenamen die de nalatenschap zuiver hebben aanvaard (art. 4:209 lid 2 BW) .
Onverwachte schuld
Om onder deze privéaansprakelijkheid uit te komen, dienen Trees en Frans bij de rechtbank het verzoek in om de nalatenschap alsnog met terugwerkende kracht beneficiair te mogen aanvaarden (art. 4:194a BW) . Er is immers sprake van een onverwachte schuld die ze niet kenden en ook niet behoorden te kennen op het moment dat Mia overleed. Daarbij vinden ze de vereffeningskosten ook buitensporig hoog.
Alleszins redelijk. Volgens Rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2022:2773) staan de kosten in verhouding tot het werk dat door de vereffenaar is verricht. De vereffenaar heeft daarvoor een zorgvuldige rekening en verantwoording opgesteld. Toen het verzoek tot opheffing van de vereffening werd ingediend, hadden Trees en Frans bezwaar kunnen maken (art. 4:209 lid 2 BW) . Dat is niet gebeurd.
Geen onverwachte schuld. Met het verkrijgen van een erfenis is verbonden de verplichting om deze om een correcte manier af te wikkelen. Een erfgenaam moet daarom rekening houden met de afwikkelingskosten die daarmee zijn gemoeid. Dat kunnen de kosten die door de gezamenlijke erfgenamen moeten worden gemaakt of de kosten die door een executeur in rekening worden gebracht, zijn. Hetzelfde geldt voor de kosten die verband houden met de vereffening van een nalatenschap. Een erfgenaam moet daarmee bekend zijn of behoort deze te kennen. Van een onverwachte schuld als bedoeld in de wet is daarom geen sprake.
Hoe oordeelt de rechter?
Het verzoek van Trees en Frans om de nalatenschap van Mia alsnog beneficiair te aanvaarden wordt door de rechter afgewezen, dus moeten ze samen de factuur van € 28.992 voldoen. Hadden ze beter net zoals hun broers en zussen meteen beneficiair kunnen aanvaarden, dan waren ze voor deze kosten niet in privé aansprakelijk geweest!