De familiebank
Eigen woning Bij het verstrekken van een lening voor de eigen woning binnen de familie, onder andere vanuit privévermogen, ontstaat er een fiscaal spanningsveld. Immers, de hypotheekrente is aftrekbaar bij het ene familielid en wordt onbelast genoten door het andere familielid. Bij de huidige rentetarieven op spaartegoeden (in sommige gevallen zelfs negatieve rente) is het verstrekken van een familielening aantrekkelijk. Voor de Belastingdienst is dit onder andere aanleiding geweest om een Handreiking familieleningen op te stellen. Door een Wob-verzoek is deze handreiking nu openbaar gemaakt.
Handreiking
In de handreiking wordt een toetsschema gegeven aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of de rente op de familielening aftrekbaar is en tot welke hoogte. Aansluiting wordt gezocht bij de reële rente: de marktrente die een onafhankelijke derde zou bedingen bij het ter beschikking stellen van een hypotheek onder dezelfde voorwaarden. De gangbare rente bij een bank kan in veel gevallen kwalificeren als een reële rente. Als er een hogere rente wordt bedongen, veroorzaakt door de persoonlijke band die geldlener en geldgever hebben, dan is deze rente niet aftrekbaar. De vaak in de praktijk gehanteerde regel dat de rente 25% hoger kon liggen dan de rente die een bank zou bedingen, wordt hiermee naar de prullenbak verwezen.
Toetsschema
- Is er sprake van geldlening? Bij de beantwoording van deze vraag is de civielrechtelijke vorm van de geldlening doorslaggevend. Zo mag er geen terugbetalingsverplichting ontbreken.
- Voldoet de lening aan alle eisen van een eigenwoningschuld? De geldlening moet in causaal verband staan met de eigen woning. De lening moet aangegaan zijn voor de verwerving, verbetering of onderhoud van de eigen woning. Tevens moet op de lening annuïtair c.q. lineair worden afgelost, indien het een lening betreft van na 1 januari 2013.
- Ziet een deel van de betaalde rente op andere rechten en verplichtingen? De rente moet een vergoeding zijn voor het ter beschikking stellen van de lening. Als er een bepaalde rente is afgesproken, hoeft dat niet te betekenen dat deze rente volledig geldt als vergoeding voor het uitlenen van het vermogen. Het kan ook gaan om een vergoeding vanwege andere rechten of verplichtingen. In principe is alleen de vergoeding voor het beschikbaar stellen van het vermogen ter verwerving, verbetering of onderhoud van de eigen woning te kwalificeren als rente over een eigenwoningschuld (en dus aftrekbaar). Een vergoeding vanwege andere rechten en verplichtingen is bijv. een opslag op de rente, indien er boetevrij mag worden afgelost. De handreiking geeft aan dat een renteopslag van maximaal 0,2% toch wordt gezien als eigenwoningrente. Is de opslag hoger, dan is rente voor deze hogere opslag (voor zover boven de 0,2%) niet aftrekbaar.
- In hoeverre is er sprake van een reële rente? Voor de beantwoording van deze vraag is het van belang welke rente een onafhankelijke derde onder vergelijkbare omstandigheden in rekening zou brengen. Zaken als zekerheidsstelling en risicoprofiel van de lener spelen hierbij een rol. De handreiking biedt hierbij geen uitkomst welk rentepercentage aan dergelijke omstandigheden moet worden toegekend. Indien het ontbreken van een zekerheidsstelling niet reëel is, omdat de schuldenaar voldoende eigen vermogen bezit om aan zijn terugbetalingsverplichting te voldoen, dan zal een renteopslag voor het ontbreken van een zekerheidsstelling niet geaccepteerd worden.
bz-advies
De familielening heeft de aandacht van de Belastingdienst en moet zo ook in de aangifte worden aangegeven. Bij de onderbouwing van de hypotheekrente is het daarom handig om het toetsschema van de Belastingdienst te gebruiken en te zorgen voor een juiste motivering indien er wordt afgeweken van het toetsschema.