BELASTINGEN - 26.03.2010

Fiscus versoepelt urencriterium, maar pas op!

Wat er speelt. De fiscus kent voor ondernemers (ook vrije beroepers) in de inkomstenbelasting een aantal fiscale faciliteiten. De belangrijkste is de zelfstandigenaftrek. Voor de meeste van deze faciliteiten geldt dat u minstens 1.225 uur aan uw praktijk besteedt. Voor direct declareerbare uren is het makkelijk na te gaan hoeveel tijd u hieraan kwijt bent. Dit ligt anders voor de tijd die u bijvoorbeeld besteedt aan het bijwerken van uw administratie, of aan vakliteratuur.

Dit kan dan ook problemen opleveren als er twijfel bestaat over de vraag of u de grens van 1.225 uur wel gehaald heeft. En daar wringt de schoen …

Wat is nu toegezegd?

Wegvallen opdrachten. In veel sectoren vermindert het aantal opdrachten. Met het oog op die ontwikkeling heeft de huidige minister van Financiën besloten dat voor de jaren 2009 en 2010 de grens van 1.225 uur in twijfelgevallen soepel toegepast wordt. Dit omdat het voor veel ondernemers en vrije beroepers nu lastiger is aan te tonen hoeveel tijd er besteed is. Ook vrije beroepers in de gezondheidszorg kunnen van deze toezegging profiteren. Maar, pas op als u werkt via een man-vrouwmaatschap.

Pas op met man-vrouwmaatschap

Tweemaal ondernemersvoordeel. Uitgangspunt is dat beide partners ondernemer zijn. Men heeft dan ook allebei recht op de genoemde ondernemersfaciliteiten, mits iedere partner minstens 1.225 uur in de praktijk werkt.

Ondersteunend werk? Bij samenwerkende echtgenoten of partners geldt een extra eis. Eén van beide partners mag niet meer dan 30% ondersteunende werkzaamheden verrichten. Is dit wel het geval, dan vervalt het recht op de faciliteiten voor die partner.

Niet altijd lente. Op deze manier heeft men willen voorkomen dat bijvoorbeeld een tandarts met zijn assistente een maatschap aangaat. De assistente verricht in de regel namelijk meer dan 30% ‘ondersteunende’ werkzaamheden. Dat ze toch samen in de maatschap zitten, komt volgens de wetgever door het feit dat ze ook met elkaar getrouwd zijn of samenwonen. Er is niks aan de hand als een tandarts met zijn vrouw die zelf ook tandarts is, een maatschap aangaat.

Let op. Als er minder direct declareerbare uren zijn en één van de partners meer ondersteunend werk gaat verrichten, kan voor hem of haar hierdoor het recht op de faciliteiten in gevaar komen.

Henk en zijn vrouw Ans zijn beiden fysiotherapeut en zitten samen in een maatschap. Henk werkt 1.800 uur per jaar, Ans 1.400. Hiervan besteedt ze 200 uur aan ondersteunende werkzaamheden. Omdat het aantal patiënten afneemt, besluit Ans voortaan de administratie zelf te doen. Ze blijft 1.400 uur werken, maar besteedt nu 500 uur aan ondersteunend werk. Dit is meer dan 30% van haar tijd en dus raakt ze haar fiscale faciliteiten kwijt.

Wat te doen?

Slim toedelen. Heeft u ook te maken met minder direct declareerbare uren en zit u ook met uw partner in een Vof of een maatschap? Pas dan op met het verdelen van eventuele, extra ondersteunende werkzaamheden. Had in bovenstaand voorbeeld Henk 300 uur de administratie gedaan en Ans een deel van zijn patiënten overgenomen, dan bleven ze allebei recht houden op de faciliteiten!