Uitgeklede levensloop voor de DGA?
Levensloop ook voor DGA
In beginsel staat de levensloopregeling voor iedere werknemer open; dus ook voor de directeur-grootaandeelhouder (DGA). Ook als DGA kunt u dus jaarlijks 12% van uw loon sparen voor periodes van onbetaald verlof.
Werknemers die op 31 december 2005 51 jaar, maar niet ouder dan 56 jaar zijn, kunnen zelfs extra snel sparen. Zij mogen in één jaar 210% van het vorige jaarloon sparen.
En dat bood uiteraard perspectief voor de DGA, die natuurlijk zelf zijn eigen salaris kan vaststellen. Door maximaal te sparen kunt u als DGA fiscaal voordeel behalen.
Denk daarbij aan de ‘middelingsregeling’, maar ook bijvoorbeeld aan de uitkering van zorgtoeslag. En na enige tijd kunt u het gespaarde loon weer inbrengen in uw eigen pensioenregeling ter verbetering van uw ouderdomspensioen.
Gebruikelijkloonregeling
De staatssecretaris stelt echter paal en perk aan wat hij noemt: ‘oneigenlijke constructies’. Volgens hem moet de DGA namelijk rekening houden met de ‘gebruikelijkloonregeling’. Een beetje vreemd, want het levensloopgeld zal later gewoon belast worden, zoals de wetgever dat bedacht heeft.
Die regeling houdt in dat het salaris van de DGA (die een ‘aanmerkelijkbelang’ in een B.V. heeft en werkzaamheden voor die B.V. verricht) niet lager mag zijn dan 30% van het salaris van andere werknemers in een soortgelijke dienstbetrekking die geen DGA zijn.
Daarnaast geldt een absoluut minimum van € 39.000,-, tenzij u aantoont dat dit in de gegeven situatie geen zakelijk salaris is.
Let op. De staatssecretaris heeft nu aangegeven dat toetsing aan de gebruikelijkloonregeling aan de orde komt ná toepassing van de levensloopregeling.
Hoe pakt dit uit?
Voorbeeld 1. Indien u als DGA een salaris van € 39.000,- heeft, is inleg in de levensloopregeling in het geheel niet mogelijk.
Voorbeeld 2. Stel dat u als DGA een salaris heeft van € 90.000,-, hetgeen voor u als een ‘gebruikelijk’ loon kan worden aangemerkt. Het fiscale minimum is in dat geval 70% van dat salaris, ofwel € 63.000,-. Als u meedoet aan de levensloopregeling, kunt u 12% inleggen (€ 10.800,-), want daarmee blijft u binnen de marge van € 27.000,- (€ 90.000,- minus € 63.000,-).
Een ‘gewone werknemer’ in de leeftijd van 51-55 jaar zou in dit geval onbeperkt kunnen inleggen, mits hij de grens van 210% van het vorige jaarsalaris niet overschrijdt. Als DGA kunt u echter slechts € 27.000,- inleggen, gelijk aan de marge van 30%.
Alleen in het uitzonderlijke geval dat u kunt aantonen (!) dat vergelijkbare werknemers onbeperkt inleggen, mag u (bij een salaris van € 90.000,-) € 51.000,- inleggen. Na die inleg resteert immers nog het ‘absolute’ minimum van € 39.000,-.
Kan het nog gekker? Stel dat u een jaarsalaris heeft van € 70.000,-, terwijl de Belastingdienst aannemelijk kan maken dat het gebruikelijk loon in die functie € 100.000,- bedraagt. Het fiscale minimum is in dat geval 70%, ofwel € 70.000,-. U wordt nu geacht al een fiscaal minimumloon te genieten en kunt dan geen gebruikmaken van de levensloopregeling!
Discriminatie? Ongetwijfeld, maar voordat een rechter u op dit punt gelijk geeft, zijn we al vele jaren verder. Jaren waarin u met een hoge, weliswaar betwiste, belastingaanslag bent opgezadeld.
U kunt het besproken Besluit downloaden van http://belastingen.indicator.nl (BT 11.06.06).