Houd als dga zakelijk en privé goed gescheiden
Zakelijk en privébelang. Als dga treedt u regelmatig naar buiten namens uw BV. Als het om puur zakelijke belangen gaat, zoals de aanschaf van voorraden, is dit meestal automatisch al duidelijk. Dat is niet zo als er bij uw optreden zowel een zakelijk als een privébelang spelen. Een voorbeeld hiervan en hoe het dan mis kan gaan, zagen we onlangs in een zaak die speelde voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Wat speelde er, wat ging er mis en wat kunt u hiermee (ECLI:NL:RBZWB:2025:97) ?
Hoveniersactiviteiten
In de betreffende zaak ging het om een dga die vanuit een kantoor werkte dat pal naast zijn woning was gelegen. Omdat er een tuin, parkeerplaatsen en een oprit moesten worden aangelegd, werd er een hovenier ingeschakeld. Deze verrichtte zowel werkzaamheden met betrekking tot de woning, als met betrekking tot het kantoor. Voor deze activiteiten werden zes facturen uitgeschreven. Hiervan waren er twee gericht aan de BV en vier aan de dga privé. De BV trok de btw af als voorbelasting op de facturen die aan de BV gericht waren.
Boekenonderzoek. Bij een boekenonderzoek dat enkele jaren na de werkzaamheden werd uitgevoerd, ging de inspecteur niet akkoord met de in aftrek gebrachte btw van € 5.658. Volgens de inspecteur had een deel van de activiteiten betrekking op privézaken, zoals de aanleg van de parkeerplaatsen. De inspecteur stelde de aftrekbare btw bijna € 2.700 lager vast, hief hierover na en legde een boete op van 10%. De BV stapte hierop naar de rechter.
Wie is de afnemer? De rechtbank onderzocht eerst wie als afnemer van de prestatie van de hovenier kon worden aangemerkt. Dit is in beginsel degene aan wie de factuur gericht is en deze dus moet betalen. In deze zaak betrof het de facturen die gericht waren aan de BV. De inspecteur diende daarop aannemelijk te maken dat de BV toch niet de afnemer was. Hierin slaagde hij, omdat de offerte aan de dga gericht was en hij deze ook had ondertekend. Dat hij namens de BV gehandeld zou hebben, bleek nergens uit. Daar kwam bij dat het werk betrekking had op zaken die ook privé konden worden gebruikt. Het zakelijke deel van de werkzaamheden bleek ook niet uit de facturen en hierover waren tussen de dga en de BV ook geen afspraken gemaakt. De rechtbank liet de naheffing plus boete dan ook in stand.
Is prestatie zakelijk gebruikt? Nu duidelijk was dat de BV als afnemer aangemerkt moest worden, kwam de rechtbank niet toe aan de vraag of de betreffende prestatie zakelijk was gebruikt.
Wat kunt u hiervan opsteken?
De uitspraak maakt duidelijk dat het van groot belang is als dga uw zakelijke activiteiten goed te scheiden van uw privézaken. Let op. Alleen het scheiden van de facturen is niet voldoende, want als u als dga de afnemer bent, is aftrek van btw door de BV niet mogelijk. Zelfs nu in deze zaak duidelijk was dat een deel van de prestaties zakelijk was, ging de rechtbank hieraan voor een deel van de prestaties, in casu de aanleg van de extra parkeerplaats, voorbij.
Duidelijk onderbouwen wat zakelijk is. Zorg er dus voor dat bij prestaties die deels zakelijk en deels privé zijn, duidelijk is voor welk deel u uitgaat van zakelijk gebruik en onderbouw dit als er twijfel zou kunnen ontstaan. Het is bij een controle jaren later immers niet eenvoudig een en ander achteraf te achterhalen en bovendien geeft het klaarheid van zaken. Ga bij twijfel vooraf in overleg met uw inspecteur.