Wilt u een zzp’er met een BV inhuren: dit moet u weten over schijnzelfstandigheid
Historie
VAR. Eerst was er de VAR: de Verklaring arbeidsrelatie. Daarbij gaf de Belastingdienst vooraf met een beschikking enige mate van zekerheid over de relatie tussen de zzp’er en de opdrachtgever. Dat was tot op zekere hoogte fijn, want met deze VAR in de hand kon een zzp’er vaak de gewenste opdracht aannemen. Om diverse politieke, budgettaire en uitvoeringstechnische redenen is in 2014 besloten tot de Wet DBA.
Wet DBA. De Wet DBA zegt in feite maar één ding: de Belastingdienst geeft vooraf geen zekerheid meer over de arbeidsrelatie tussen opdrachtgever en de zzp’er: dus exit VAR. De angst voor de Wet DBA die rondgaat onder zzp’ers en opdrachtgevers, heeft niets met de inhoud van de Wet DBA zelf te maken, maar met de gevolgen ervan.
Handhavingsmoratorium. Het gevolg van de Wet DBA is dat de Belastingdienst dus achteraf controleert of een zzp’er wel zo zelfstandig is als beweerd wordt. Dat hebben ze alleen sinds 2014 niet actief gedaan (dit is het handhavingsmoratorium). In 2025 start de Belastingdienst de handhaving weer op, met naar verluid 80 medewerkers. Daarbij laat de Belastingdienst, bij gebrek aan concrete wetgeving, zich voornamelijk leiden door rechtspraak die al ruim 100 jaar oud is en het recente Deliveroo-arrest.
Vereisten dienstbetrekking
Er is sprake van een dienstbetrekking (en dus geen zelfstandig ondernemerschap) als er voldaan is aan drie eisen:
- de overeengekomen arbeid moet door de opdrachtnemer zelf verricht worden (de zzp’er kan niet zomaar een ander sturen); en
- de opdrachtgever moet daarvoor de opdrachtnemer betalen; en
- de opdrachtnemer verricht de werkzaamheden onder het gezag van de opdrachtgever.
Let op. Nu zal elke zzp’er doorgaans zelf het werk moeten doen en ervoor betaald krijgen, dus bij gezag ontstaat doorgaans de probleemzone.
Wat is gezag?
Welke elementen zijn er van belang? De opdrachtgever bepaalt in vergaande mate hoe het overeengekomen werk moet worden uitgevoerd. Denk daarbij aan regels ten aanzien van werktijden en werklocatie, instructies hoe het werk te doen, beoordelingsgesprekken, verantwoordelijkheid afleggen aan een meerdere, het ter beschikking stellen van een mobiel, laptop of auto en gelijke spelregels met de overige personeelsleden, zoals bedrijfsfeestjes en toegang tot cursussen. Dit is maar een greep uit de variabelen die hier spelen. Let op. Dat wil dus niet per se zeggen dat als een zzp’er een opdracht krijgt waarvoor verantwoording moet worden afgelegd en waarvoor instructies gegeven zijn, er meteen sprake is van gezag.
Grote zorgen. Het is echter zeer aannemelijk dat er in de Nederlandse arbeidsmarkt honderdduizenden zzp’ers werken die zich zullen herkennen in de hiervoor gegeven opsomming van elementen die op gezag wijzen. Met name deze groep maakt zich nu grote zorgen om hun volgende opdracht, omdat de manier waarop de overheid de handhaving heeft aangekondigd, nogal wat teweeg heeft gebracht bij opdrachtgevers.
Zzp’ers aan de kant gezet. Daarbij helpt het niet dat de overheid zelf jarenlang het verkeerde voorbeeld heeft gegeven. Binnen de overheid zijn nog nooit zo veel zzp’ers actief geweest als in 2024. Dat slechte voorbeeld is nogal rigoureus teruggedraaid: diverse ministeries namen hierin het voortouw en kondigden in augustus al aan dat zij geen zzp’ers meer zouden inhuren. Vrijwel meteen daarachteraan volgden grote (commerciële) opdrachtgevers ook: “De zzp’er moet maar solliciteren of zich laten detacheren via een detacheringsbureau, wil er nog een opdracht zijn in 2025”.
De BV als oplossing?
In deze tijd van onzekerheid duiken doorlopend berichten op, al dan niet op de socials, waarin beweerd wordt dat de BV de oplossing is: “Richt als zzp’er een BV bij ons op en laat de BV jou verhuren aan je opdrachtgever. Dan bent u in loondienst bij uw BV en dus niet bij de opdrachtgever. Probleem opgelost”. Helaas werkt het niet zo!
Laat u niet mis- of verleiden. Ook als een zzp’er vanuit een eigen BV de opdracht uitvoert (de BV wordt dan de opdrachtnemer), gaat het bij de beoordeling van gezag nog altijd om de natuurlijke persoon die het werk uitvoert. Er wordt dus door de rechtsvorm heen gekeken naar de feitelijke gebeurtenissen op de werkvloer. Dat de zzp’er in loondienst is van zijn eigen BV, doet daar helemaal niets aan af.
Nieuwe wet in 2026?
Het is de bedoeling dat in 2026 het wetsvoorstel ‘Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’ (VBAR) van kracht wordt. De overheid streeft er met deze wet naar dat er meer duidelijkheid komt over wat gezag is.
Criteria zelfstandigheid. Daartoe zijn in het wetsontwerp een aantal criteria opgenomen die duiden op zelfstandigheid (Z) en een aantal criteria die duiden op werknemerschap (W). Als er meer Z dan W is, dan zal in beginsel de zzp’er ook daadwerkelijk als zelfstandige beschouwd worden. De Z-criteria zijn vooralsnog (dit is dus niet een opsomming van eisen zoals bij arbeid, loon en gezag):
- financiële en juridische risico’s van het werk liggen bij de opdrachtnemer;
- de opdrachtnemer zorgt zelf voor de middelen en materialen die voor het werk nodig zijn;
- de opdrachtnemer is in bezit van diploma’s, kennis en ervaring die niet structureel bij de opdrachtgever aanwezig zijn;
- de opdrachtnemer presenteert zich tijdens het werk als zelfstandig;
- de opdracht is van korte duur of een beperkt aantal uren per week.
Laag uurtarief. Daarnaast gaat het rechtsvermoeden van werknemerschap, ongeacht het hiervoor gegeven rijtje, gelden als het uurtarief onder € 33 ligt.
Verdere inperking. Het lijkt erop dat hiermee de buitengrenzen aan de zelfstandigheid nog verder ingeperkt worden. Met name in de sectoren zorg, onderwijs en bouw voldoet vrijwel elke zzp’er al minimaal niet aan criteria 2 en 3. Is de opdracht dan ook nog voor langere tijd, dan is het aannemen van de opdracht als zzp’er fiscaal niet mogelijk. Let op. Hoewel dit nog maar een wetsvoorstel is, is het raadzaam de ontwikkelingen rond de VBAR goed in de gaten te houden, zeker als u een zzp’er inhuurt met een uurtarief onder € 33.
Gevolgen handhaving
Hoewel de Belastingdienst met betrekkelijk weinig arbeidskracht gaat handhaven en aangegeven heeft terughoudend te zijn met boetes, kan constatering van een verkapte dienstbetrekking toch omvangrijke gevolgen hebben.
Voor de opdrachtgever. Gevolgen voor de opdrachtgever kunnen zijn:
- loonbelasting en premies werknemersverzekeringen;
- premies werkgeverslasten, zoals pensioenpremies;
- doorbetaling bij ziekte;
- cao-loon betalen (indien het zzp-uurtarief daaronder lag);
- juridische kosten om deze lasten te verhalen op de zzp’er, zo dit al mogelijk is of overeengekomen was.
Voor de opdrachtnemer. Gevolgen voor de opdrachtnemer kunnen zijn:
- verlies van de zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling;
- geen aftrek van kosten;
- afgedragen btw over de omzet wordt niet terugbetaald;
- terugbetalen in aftrek gebrachte voorbelasting;
- juridische kosten om zich te verweren tegen opdrachtgevers die de extra lasten gaan verhalen.