BESLOTEN VENNOOTSCHAP - 10.01.2025

Is forse belastingrente vennootschapsbelasting toegestaan?

Ondernemingen die vennootschapsbelasting (Vpb) betalen, zoals de BV, zijn wettelijk verplicht op tijd aangifte te doen. Normaal gesproken is dat voor 1 juni van het jaar volgend op het belastingjaar. Doet u niet op tijd aangifte, dan moet u belastingrente betalen. Dat is ook het geval als de Belastingdienst niet akkoord gaat met uw aangifte en daarvan afwijkt. De te betalen belastingrente wordt berekend over het te betalen bedrag aan belasting.

Vanaf wanneer belastingrente?

Als u uw aangifte te laat indient en de Belastingdienst wijkt niet van uw aangifte af, dan betaalt u belastingrente over de periode 1 juni na het belastingjaar tot maximaal 19 weken nadat de Belastingdienst uw aangifte ontvangen heeft. De periode waarover belastingrente wordt berekend, eindigt in elk geval zes weken na de datum op de aanslag als dit korter is dan 19 weken. Als de Belastingdienst wel afwijkt van uw aanslag, dan wordt de belastingrente berekend over de periode van 1 juli volgend op het belastingjaar tot zes weken na de datum op de aanslag. Dit geldt dus ook als u uw aangifte op tijd heeft ingediend.

Percentage belastingrente. Voor de Vpb is bepaald dat het rentepercentage wordt afgeleid van het rentepercentage dat wettelijk geldt voor handelstransacties. Op dit moment hebben we te maken met een belastingrente voor de Vpb van 10%. Een hoog percentage, zeker in een tijd waarin de rentevoet relatief laag is. Daar komt bij dat de rentevoet voor bijna alle overige belastingen 7,5% bedraagt. Een ondernemer was het niet eens met het hoge percentage voor de Vpb en bracht zijn zaak onlangs voor de rechter (ECLI:NL:RBNNE:2024:4361) .

Evenredigheidsbeginsel. De rechtbank was van mening dat de regelgeving rond de belastingrente getoetst moest worden aan het evenredigheidsbeginsel. Dit beginsel komt er in het kort op neer dat de nadelige gevolgen van bepaalde regelgeving niet onevenredig groot mogen zijn ten opzichte van de te bereiken doelen. Ten tijde van de rechtszaak bedroeg de belastingrente nog 8%, maar dit was zelfs toen al fors en het dubbele van wat gold voor de overige belastingen. De rechtbank kwam daarbij tot de conclusie dat dit percentage in strijd was met het evenredigheidsbeginsel. Volgens de rechtbank gaat de vergelijking van het percentage met dat wat geldt voor handelstransacties niet op, aangezien een belastingschuld aan de overheid niet is aan te merken als een handelsvordering. De wetgever heeft destijds geoordeeld dat het logisch is om belastingplichtige ondernemers in de Vpb te behandelen als medeondernemers waarmee een transactie wordt aangegaan, maar daarbij is niet aangegeven waarom dit logisch is, aldus de rechtbank. Deze vindt dat het evenredigheidsbeginsel is geschonden en beperkt de belastingrente tot het tussen partijen afgesproken tarief van 4%.

Wat kunt u hiermee?

De rechtbank acht de hogere belastingrente voor de Vpb ontoelaatbaar. Het percentage bedraagt thans 10%, dus is het de vraag welk percentage nu wel toelaatbaar is. We moeten afwachten of de politiek naar aanleiding van de uitspraak een wijziging doorvoert of tot de zaak aan een hogere rechter wordt voorgelegd. Tip.  Wilt u uw rechten in een soortgelijke situatie zeker stellen, ga dan in bezwaar en eventueel beroep totdat hierover duidelijkheid bestaat.

Een model Bezwaar rente Vpb vindt u op https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 32, nr. 1.