LAADKOSTEN - 16.01.2025

Elektrische auto van de zaak: wat met de laadkosten?

Belast en onbelast loon

Een werkgever moet natuurlijk een onderscheid maken tussen belast en onbelast loon, al was het alleen maar om een naheffing te voorkomen. Nu is loon ‘al hetgeen uit dienstbetrekking wordt genoten’ en is het belast, tenzij er een uitzondering van toepassing is.

Laadkosten

Een vergoeding voor intermediaire kosten vormt bijv. geen loon, omdat er dan sprake is van kosten die de werknemer voor de werkgever heeft gemaakt. Laadt de werknemer zijn elektrische of hybrideauto van de zaak thuis op, dan zijn de gemaakte laadkosten intermediaire kosten, maar let op: alleen voor zover het om de vergoeding van de werkelijke kosten van de werknemer gaat. Maar wat zijn dan de werkelijke kosten van de werknemer?

Vaststellen werkelijke kosten

In de praktijk is het beantwoorden van deze vraag een hele klus. Niet alleen komt het zelden voor dat alle werknemers eenzelfde energiecontract hebben, laat staan (bij dynamische energiecontracten) de hele tijd dezelfde energietarieven hebben. Ook zijn er werknemers met en zonder zonnepanelen op het dak van hun woning. Kortom: het is in de praktijk vaak onduidelijkheid troef. De kennisgroep van de Belastingdienst geeft aan dat de werkgever voor het berekenen van de kostprijs niet alleen uit hoeft te gaan van de extra energiekosten voor het laden, maar de integrale kosten per kWh mag nemen. Dit zijn de variabele en vaste kosten (inclusief - indien van toepassing - een evenredig deel van de afschrijving van de zonnepanelen van de werknemer) gedeeld door het aantal door de werknemer verbruikte kWh. Hierbij mag de eventueel zelf opgewekte energie ook meegerekend worden tegen dezelfde prijs die de werknemer voor energie aan de energiemaatschappij betaalt. De vermindering van de energiebelasting kan buiten beschouwing worden gelaten voor zover deze al wordt opgebruikt door het privégebruik van de stroom door de werknemer. De energieprijs voor iedere kWh bestaat, naast een vast leverings- en transporttarief, uit de volgende onderdelen:

• het variabel leveringstarief;
• de opslag voor duurzame energie (ODE);
• de energiebelasting; en
• de vermindering van de energiebelasting.

Vaste vergoeding Mag de werkgever ook kiezen voor een vaste vergoeding? Dat vindt de kennisgroep prima, mits de vaste vergoeding maar niet uitkomt boven de werkelijke kosten van de werknemer. Bij werknemers met een vast energiecontract is dat nog wel te doen, maar bij werknemers met een variabel of zelfs dynamisch contract is dat een hele opgave. In tegenstelling tot het eerdere kennisgroepstandpunt keurt men inmiddels wel goed dat er een vaste vergoeding wordt afgesproken tegen een prijs die markconform is op het moment dat de werkgever en de werknemer dit afspreken. Voor het bepalen van deze marktconforme prijs mag men echter niet uitgaan van de CBS-cijfers, maar moet er worden uitgegaan van de geldende marktprijs op het moment van afsluiten van de overeenkomst. Sluiten de werkgever en de werknemer een overeenkomst van een jaar af, dan moet men dus uitgaan van de marktprijzen die op het moment van de overeenkomst gelden voor jaarcontracten. Let op.  De kennisgroep waarschuwt nog wel dat de inspecteur checkt of het een en ander inderdaad niet te hoog is. Een naheffing is dan ook niet uitgesloten, maar de inspecteur moet in dat geval wel aannemelijk maken dat de prijs niet marktconform is.

Voorbeeld

Werkgever en werknemer komen op 1 december een vaste vergoeding overeen van € 0,28/kWh voor de periode van een jaar. Is dat op dat moment marktconform bij energiecontracten van een jaar, dan is dit akkoord.

bz-advies

Wil men als werkgever liever uitgaan van een vaste vergoeding. spreek dan met de werknemer een marktconforme prijs af voor een bepaalde periode. De prijs moet marktconform zijn op het moment dat de afspraak wordt gemaakt.