DEELNEMING - 16.01.2025

Aflopende deelneming

Daalt een aandelenbelang in een vennootschap onder de 5%, dan is er onder voorwaarden een beroep mogelijk op de regeling voor de aflopende deelneming.

Deelnemingsvrijstelling

De deelnemingsvrijstelling is van toepassing op belangen van 5% of meer in het nominaal gestorte aandelenkapitaal. Heeft een vennootschap een belang in een lichaam dat hij al meer dan een jaar houdt en waarvoor hij gedurende deze periode onafgebroken aanspraak kon maken op de deelnemingsvrijstelling en voldoet het belang op enig moment niet meer aan het 5%-vereiste, dan is op dit belang nog gedurende drie jaar de deelnemingsvrijstelling van toepassing. Na afloop van de driejaarsperiode zal het belang alsnog overgaan naar de belaste sfeer en moet er compartimentering plaatsvinden.

Voorbeeld

Een vennootschap heeft sinds negen jaar een aandelenbelang van 10% in een Nederlandse dochtervennootschap. Eerstgenoemde vennootschap heeft op 1 januari 2024 7% van de aandelen in de dochtervennootschap verkocht. De waarde van het 3%-aandelenbelang bedroeg op 31 december 2024 € 500.000 (opgeofferd bedrag € 100.000). Eind januari 2025 verkoopt de vennootschap het 3%-belang voor € 600.000.Door verkoop van het 7%-belang heeft de vennootschap nog maar een 3%-belang in de Nederlandse dochtervennootschap. Naar de hoofdregel is de deelnemingsvrijstelling dus niet meer van toepassing. Op grond van de regeling voor de aflopende deelneming blijft de deelnemingsvrijstelling echter nog drie jaar van toepassing. Vanaf 1 januari 2025 is de deelnemingsvrijstelling niet meer van toepassing. Bij verkoop van het 3%-belang eind januari 2025 behaalt de vennootschap een winst van € 500.000 (€ 600.000 -/- € 100.000). Hiervan valt € 400.000 onder de deelnemingsvrijstelling en € 100.000 (waardestijging na 1 januari 2025) is belast met vennootschapsbelasting.

Voor de regeling van de aflopende deelneming maakt het overigens niet uit op welke wijze het belang is afgenomen. Dit kan zijn door verkoop van een deel van de aandelen, maar bijv. ook door uitgifte van aandelen aan een ander, waardoor het belang verwatert.

Opties

In het arrest van de Hoge Raad (ecli:nl:hr:2024:1547) stond de vraag centraal of de regeling voor de aflopende deelneming ook voor opties op aandelen geldt.

De casus Aan een BV zijn in 2014 aandelen en callopties in een buitenlandse vennootschap uitgereikt. De aandelen vertegenwoordigden een aandelenbelang van 8,5% in de vennootschap en de opties gaven recht op verkrijging van een aandelenbelang van 5% in de vennootschap. In november 2015 doet de BV afstand van een deel van de opties. De resterende opties geven recht op verkrijging van een aandelenbelang van 2,34% in de vennootschap.

Verwatering De vennootschap heeft in maart 2017 een notering aan een buitenlandse beurs gekregen. Door deze beursgang daalt het aandelenbelang van de BV in de vennootschap tot 2,28%. De opties geven nog recht op verkrijging van een aandelenbelang van 1,58%. Na de beursgang oefent de BV de resterende opties uit. In haar aangifte voor de vennootschapsbelasting voor het jaar 2017 past zij op het daarmee in dat jaar behaalde resultaat de deelnemingsvrijstelling toe. Daarbij doet de BV een beroep op de regeling van de aflopende deelneming.

Opties geen deelneming? Volgens de inspecteur is deze regeling echter niet van toepassing. De opties kunnen weliswaar worden aangemerkt als een belang bij een aandeel, maar ze kunnen niet een deelneming zijn als bedoeld in de regeling voor de aflopende deelneming. Ook bij de rechtbank krijgt belastingplichtige nul op rekest. De BV stelt daarom sprongcassatie in bij de Hoge Raad. De Hoge Raad komt wel met een gunstige beslissing.

Hoge Raad Uit het zogenoemde ‘Falcons-arrest’ volgt dat de deelnemingsvrijstelling wil voorkomen dat in een deelnemingsverhouding dezelfde winst tweemaal wordt belast met vennootschapsbelasting. Als het belang bij een tot een deelneming behorend aandeel wordt opgesplitst, zoals door het schrijven van een optie op dat aandeel, kan op grond van het Falcons-arrest zowel door de aandeelhouder als de optiehouder de deelnemingsvrijstelling worden toegepast. Het strookt volgens de Hoge Raad met de in het Falcons-arrest verwoorde strekking van de deelnemingsvrijstelling dan voorts om de regeling van de aflopende deelneming met betrekking tot hun beider belang bij dat aandeel toe te passen. Kortom: belanghebbende kon voor het optievoordeel een beroep doen op de regeling voor de aflopende deelneming.

bz-advies

Volgens het Falcons-arrest geldt de deelnemingsvrijstelling voor alle voor- en nadelen van een aandeel, ook als het belang bij dat aandeel wordt opgesplitst.

Komt een deelneming onder de 5%-grens, dan is mogelijk de regeling voor de aflopende deelneming van toepassing. Niet alleen aandelen vallen onder deze regeling, maar uit het arrest van de Hoge Raad blijkt dat dit ook geldt voor opties op aandelen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01