WOZ - 16.12.2024

Woon-/bedrijfspand en de onroerendezaakbelasting

Begin 2025 valt het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen weer op de deurmat. Waar moet u op letten als u eigenaar of huurder bent van een woon-/bedrijfspand?

Twee tarieven. Als eigenaar van een woon-/bedrijfspand krijgt u naast de WOZ-beschikking ook jaarlijks een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB). Deze OZB-aanslag is gebaseerd op de WOZ-waarde. De WOZ-waarde wordt vervolgens vermenigvuldigd met het geldende OZB-tarief. De gemeentelijke verordening kent twee tarieven, te weten een woningtarief en een niet-woningtarief. Let op.  Het niet-woningtarief is veel hoger dan het woningtarief.

Voorbeeld.U heeft een pand in Amsterdam met een WOZ-waarde 2024 van € 500.000. De eigenarenaanslag OZB woning bedraagt 0,0462% (tarief 2024) x € 500.000 = € 231. De eigenarenaanslag OZB niet-woning bedraagt 0,1868% (tarief 2024) x € 500.000 = € 934. Een fors verschil dus.

Huurder van een woon-/bedrijfspand. Ook als huurder van een woon-/bedrijfspand krijgt u te maken met de WOZ-waarde en eventueel de OZB. Of u een gebruikersaanslag OZB krijgt, is afhankelijk van de vraag of het pand voor de Gemeentewet kwalificeert als een woning of als een niet-woning. Als er sprake is van een woning, dan krijgt u geen gebruikersaanslag OZB.

Kwalificatie woon-/bedrijfspand

Wanneer kwalificeert een woon-/bedrijfspand nu als een woning voor de heffing van de OZB?

Hoofdregel. Voor woon-/bedrijfspanden kunt u in beginsel de volgende hoofdregel aanhouden: een bedrijfsruimte, bijv. een winkel, en een (boven)woning vormen één WOZ-object als de woning geen eigen ingang heeft. Met andere woorden: de woning is alleen bereikbaar via het bedrijfsgedeelte (ECLI:NL:RBZWB:2024:2853) . Daarnaast is er ook sprake van één WOZ-object als de bedrijfsruimte en de woning gebruikmaken van gemeenschappelijke (sanitaire) voorzieningen, zoals een keuken en/of toilet. We kunnen dus twee situaties onderscheiden.

Situatie 1

De woning heeft een eigen ingang en eigen voorzieningen. De woning vormt dan een afzonderlijk WOZ-object. In dit geval worden de volgende WOZ-beschikkingen aanslagen OZB opgelegd:

  • WOZ-beschikking woning + een eigenarenaanslag OZB met het woningtarief;
  • WOZ-beschikking bedrijfsgedeelte + een eigenarenaanslag OZB met het niet-woningtarief + een gebruikersaanslag OZB met het niet-woningtarief.

Situatie 2

De woning is alleen bereikbaar via het bedrijfsgedeelte of de woning en de bedrijfsruimte hebben gemeenschappelijke voorzieningen. In dat geval is er sprake van één WOZ-object. U krijgt dan één WOZ-beschikking voor het woon-/bedrijfspand tezamen. In dit geval zijn er twee uitwerkingen mogelijk:

  • er wordt een eigenarenaanslag OZB opgelegd tegen het niet-woningtarief als minder dan 70% van de WOZ-waarde ziet op de woning. Tevens wordt er een gebruikersaanslag OZB opgelegd voor de WOZ-waarde die ziet op het bedrijfsgedeelte;
  • er wordt alleen een eigenarenaanslag OZB opgelegd tegen het woningtarief als meer dan 70% van de WOZ-waarde ziet op de woning.

Tip.  De kwalificatie als woning is dus het meest gunstig, omdat er dan alleen een eigenarenaanslag OZB wordt opgelegd. Daarnaast wordt het ‘lagere’ woningtarief gehanteerd.

Kijk of de gemeente één WOZ-beschikking heeft afgegeven voor het pand. Zo ja, kijk of meer dan 70% van de WOZ-waarde ziet op de woning. Zo nee, controleer of de gebruikers-OZB alleen is berekend over de WOZ-waarde van het bedrijfsgedeelte. Maak zo nodig tijdig bezwaar en raadpleeg het taxatieverslag van de gemeente.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01