Woon-/bedrijfspand en de onroerendezaakbelasting
Twee tarieven. Als eigenaar van een woon-/bedrijfspand krijgt u naast de WOZ-beschikking ook jaarlijks een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB). Deze OZB-aanslag is gebaseerd op de WOZ-waarde. De WOZ-waarde wordt vervolgens vermenigvuldigd met het geldende OZB-tarief. De gemeentelijke verordening kent twee tarieven, te weten een woningtarief en een niet-woningtarief. Let op. Het niet-woningtarief is veel hoger dan het woningtarief.
Voorbeeld.U heeft een pand in Amsterdam met een WOZ-waarde 2024 van € 500.000. De eigenarenaanslag OZB woning bedraagt 0,0462% (tarief 2024) x € 500.000 = € 231. De eigenarenaanslag OZB niet-woning bedraagt 0,1868% (tarief 2024) x € 500.000 = € 934. Een fors verschil dus.
Huurder van een woon-/bedrijfspand. Ook als huurder van een woon-/bedrijfspand krijgt u te maken met de WOZ-waarde en eventueel de OZB. Of u een gebruikersaanslag OZB krijgt, is afhankelijk van de vraag of het pand voor de Gemeentewet kwalificeert als een woning of als een niet-woning. Als er sprake is van een woning, dan krijgt u geen gebruikersaanslag OZB.
Kwalificatie woon-/bedrijfspand
Wanneer kwalificeert een woon-/bedrijfspand nu als een woning voor de heffing van de OZB?
Hoofdregel. Voor woon-/bedrijfspanden kunt u in beginsel de volgende hoofdregel aanhouden: een bedrijfsruimte, bijv. een winkel, en een (boven)woning vormen één WOZ-object als de woning geen eigen ingang heeft. Met andere woorden: de woning is alleen bereikbaar via het bedrijfsgedeelte (ECLI:NL:RBZWB:2024:2853) . Daarnaast is er ook sprake van één WOZ-object als de bedrijfsruimte en de woning gebruikmaken van gemeenschappelijke (sanitaire) voorzieningen, zoals een keuken en/of toilet. We kunnen dus twee situaties onderscheiden.
Situatie 1
De woning heeft een eigen ingang en eigen voorzieningen. De woning vormt dan een afzonderlijk WOZ-object. In dit geval worden de volgende WOZ-beschikkingen aanslagen OZB opgelegd:
- WOZ-beschikking woning + een eigenarenaanslag OZB met het woningtarief;
- WOZ-beschikking bedrijfsgedeelte + een eigenarenaanslag OZB met het niet-woningtarief + een gebruikersaanslag OZB met het niet-woningtarief.
Situatie 2
De woning is alleen bereikbaar via het bedrijfsgedeelte of de woning en de bedrijfsruimte hebben gemeenschappelijke voorzieningen. In dat geval is er sprake van één WOZ-object. U krijgt dan één WOZ-beschikking voor het woon-/bedrijfspand tezamen. In dit geval zijn er twee uitwerkingen mogelijk:
- er wordt een eigenarenaanslag OZB opgelegd tegen het niet-woningtarief als minder dan 70% van de WOZ-waarde ziet op de woning. Tevens wordt er een gebruikersaanslag OZB opgelegd voor de WOZ-waarde die ziet op het bedrijfsgedeelte;
- er wordt alleen een eigenarenaanslag OZB opgelegd tegen het woningtarief als meer dan 70% van de WOZ-waarde ziet op de woning.
Tip. De kwalificatie als woning is dus het meest gunstig, omdat er dan alleen een eigenarenaanslag OZB wordt opgelegd. Daarnaast wordt het ‘lagere’ woningtarief gehanteerd.