Akkoord over vroegpensioen zware beroepen

In 2019 bereikte minister Wouter Koolmees een pensioenakkoord. Onderdeel van dit akkoord was een afspraak over een vroegpensioen voor werknemers die dit wilden. Uitgangspunt was dat een werknemer veilig en gezond de pensioenleeftijd moest kunnen halen. Maar als dat niet lukt, is vervroegd stoppen met de wettelijke Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) de laatste mogelijkheid voor een oudere medewerker.

Wat houdt de RVU in?

De tijdelijke Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) is op 1 januari 2021 in werking getreden en eindigt op 31 december 2025. De regeling zorgt voor wijzigingen in de loonheffing: u mag als werkgever oudere werknemers, die maximaal 36 maanden voor hun AOW-leeftijd staan, een RVU-uitkering verstrekken van maximaal € 2.182 bruto per maand (bedrag 2024) zonder dat hiervoor een pseudo-eindheffing (RVU-heffing) verschuldigd is. Als de uitkering hoger is dan € 2.182 bruto per maand, moet er belasting worden betaald over het bedrag vanaf € 2.182.

Cao of individueel. Afspraken over de RVU kunt u individueel maken met een werknemer, maar er zijn ook sectoren waarin hierover afspraken zijn gemaakt in de cao.

Wat is dit nieuwe akkoord?

In het onderhandelaarsakkoord Gezond naar het pensioen zijn onder andere afspraken gemaakt over een permanente Regeling Vervroegde Uittreding (RVU). Deze regeling is gericht op werknemers met zwaar werk die mogelijk niet gezond de AOW-leeftijd kunnen bereiken. Net als in de oude regeling blijft het mogelijk dat werknemers tot drie jaar voor hun AOW-leeftijd vervroegd kunnen stoppen met werken, zonder financiële boetes voor werkgevers.

Verschillen? Ja, er zijn ook verschillen.

1. Focus op gerichte inzet. Ook na 2025 blijft het mogelijk dat een werknemer die zwaar werk doet, eerder stopt met werken. De regeling is vooral bedoeld voor werknemers die door hun werkbelasting niet zelfstandig, met eigen middelen, hun pensioen kunnen halen. De focus ligt daarbij op een gerichte inzet, waarbij de regeling alleen wordt toegepast waar het echt nodig is. Hierdoor moet de regeling bijdragen aan een evenwichtige arbeidsmarkt en komt de sociale cohesie niet onder druk te staan.
2. Invoering van inkomensgrenzen in cao’s. Werkgevers en werknemers kunnen in cao-onderhandelingen inkomensgrenzen toepassen om ervoor te zorgen dat de RVU vooral ten goede komt aan werknemers met een laag inkomen en beperkte aanvullende pensioenvoorzieningen. Dit biedt vooral voordeel aan de groep die het financieel moeilijker heeft om zonder ondersteuning vervroegd met pensioen te gaan. De inkomensgrenzen helpen om de regeling selectief en doelgericht in te zetten.
3. Verhoging van de fiscale vrijstelling. Naast de bestaande vrijstelling tot de netto AOW-uitkering, wordt vanaf 2026 de fiscale ruimte voor de RVU met € 300 per maand verhoogd. Door dit extra bedrag kunnen werknemers in moeilijke situaties, zoals een laag inkomen of beperkt pensioen, deze regeling gebruiken zonder dat dit direct een financiële verplichting creëert voor de werkgever. Het is de bedoeling dat dit extra bedrag alleen wordt gebruikt wanneer het echt noodzakelijk is.