OUDEDAGSVOORZIENING - 29.11.2024

Tegoed lijfrente inzetten voor nabestaandenlijfrente?

Uit de praktijk gegrepen

Een belastingplichtige (hierna: de rekeninghouder) heeft vijf jaar geleden de AOW-leeftijd bereikt en heeft een lijfrenterekening, zoals beschreven in artikel 3.126a van de Wet inkomstenbelasting 2001. Binnen de wettelijke termijn, volgens artikel 3.133, derde lid van de Wet inkomstenbelasting 2001, moet dit tegoed worden gebruikt voor de aankoop van een uitkerende oudedagslijfrente, hetzij tijdelijk of levenslang. De rekeninghouder heeft echter de wens om dit tegoed (gedeeltelijk) aan te wenden voor een nabestaandenlijfrente in de zin van artikel 3.126a, vierde lid, onderdeel b van de Wet inkomstenbelasting 2001, die pas na zijn overlijden uitkeert aan zijn nabestaanden.

Vragen Belastingdienst

Dit riep enkele belangrijke vragen op over de wettelijke mogelijkheden.

Vraag 1. Mag hij tijdens zijn leven het tegoed op de lijfrenterekening binnen de wettelijke termijn omzetten naar een nabestaandenlijfrente?

Antwoord. Nee, hij mag het tegoed tijdens zijn leven niet omzetten naar een nabestaandenlijfrente in de zin van artikel 3.126a, vierde lid, onderdeel b van de Wet inkomstenbelasting 2001. Dit tegoed mag alleen worden gebruikt voor een oudedagslijfrente die aan hemzelf uitkeert.

Vraag 2. Mag hij na het verstrijken van de wettelijke termijn zijn tegoed alsnog omzetten naar een nabestaandenlijfrente?

Antwoord. Nee, ook na het verlopen van de wettelijke termijn mag hij dit tegoed op zijn lijfrenterekening bij in leven zijn niet gebruiken voor een nabestaandenlijfrente in de zin van artikel 3.126a, vierde lid, onderdeel b van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Vraag 3. Komt de inleg op een nabestaandenlijfrente in aanmerking voor aftrek als uitgave voor inkomensvoorzieningen?

Antwoord. Nee, de inleg op een nabestaandenlijfrente komt niet in aanmerking voor aftrek als uitgave voor inkomensvoorzieningen, aangezien deze lijfrente pas na uw overlijden kan ingaan.

Wat betekent dit voor u?

Heeft u een lijfrenterekening, dan geldt dat u verplicht bent om binnen de wettelijke termijn (art. 3.133 derde lid Wet IB 2001) uw tegoed aan te wenden voor een uitkerende oudedagslijfrente. Doet u dit niet, dan wordt het tegoed beschouwd als afgekocht, (art. 3.133 derde lid Wet IB 2001) , met als gevolg dat hierover inkomstenbelasting verschuldigd is, mogelijk met een revisierente.

Alsnog aankopen. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan de Belastingdienst heffingen achterwege laten, mits u binnen een door de inspecteur bepaalde nieuwe termijn alsnog een oudedagslijfrente aankoopt. Let op.  Zolang u in leven bent, kan het tegoed van uw lijfrenterekening niet worden gebruikt voor een bancaire nabestaandelijfrente in de zin van artikel 3.126a, vierde lid, onderdeel b van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Geen belastingaftrek van premie?

Er is geen aftrek mogelijk voor de inleg op een nabestaandenlijfrente. Een inleg op een nabestaandenlijfrente tijdens uw leven is dus niet aftrekbaar. De aftrekbaarheid geldt uitsluitend voor een eigen oudedagslijfrente en alleen als u over voldoende aftrekruimte beschikt, zoals berekend volgens artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001.