Wijzigingen voor de loonheffingen vanaf 2025
Belastingtarief erbij
Het kabinet wil het besteedbaar inkomen van mensen met een middeninkomen vergroten. Daarvoor wordt een extra belastingschijf geïntroduceerd. Dit jaar is het tarief in de eerste schijf (tot € 75.518) 36,97%. Daarboven is het belastingtarief 49,5%. Werknemers met een lager inkomen gaan er niet op vooruit. Ook wijzigt de hoogte en de afbouw van de algemene en arbeidskorting.
2025 |
meer dan |
niet meer dan |
tarief |
Schijf 1 |
€ 0 |
€ 38.441 |
35,82% |
Schijf 2 |
€ 38.441 |
€ 76.814 |
37,48% |
Schijf 3 |
€ 76.814 |
- |
49,5% |
Salarisnorm en 30%-regeling
In het Belastingplan 2024 is de 30%-regeling versoberd. In plaats van een vast forfait gedurende de hele looptijd van de regeling, werd het forfait naar beneden bijgesteld naarmate de looptijd vorderde (30-20-10-regeling). Vanuit de Tweede Kamer is kritiek gekomen op deze maatregel. Er werd gevraagd om een maatregel die minder schadelijk was voor het Nederlandse vestigingsklimaat. Aan deze wens wordt tegemoetgekomen. De versobering van de 30%-regeling wordt grotendeels teruggedraaid. De maximale, onbelaste vergoeding bedraagt per 1 januari 2027 27% van het loon. Ook wordt het looncriterium per deze datum naast de normale indexatie extra verhoogd.
Voor 2024 al 30%-regeling. Voor werknemers die voor 2024 al gebruikmaakten van de regeling, geldt een overgangsrecht. Zij houden tot het einde van de looptijd een percentage van 30% en de oude (geĂŻndexeerde) salarisnormen.
Buitenlandse belastingplicht
De afschaffing van de keuze partieel buitenlandse belastingplicht wordt niet teruggedraaid. Deze aanpassing gaat in per 1Â januari 2025. Er geldt een overgangsregeling.
Gerichte vrijstelling ov-abonnementen
Met ingang van 1 januari 2024 is de gerichte vrijstelling voor openbaarvervoerkaarten (ov-kaarten) verruimd. Mede in verband met de toename van administratieve lasten vanwege het hybride werken, is het daarbij de bedoeling geweest om het onderscheid tussen het ter beschikking stellen van een ov-kaart (was voor 2024 al onbelast in de vorm van een nihilwaardering) en het anderszins verstrekken of vergoeden van een ov-kaart (nieuw per 2024) af te schaffen. Daarmee was beoogd ook het privégebruik van een ov-kaart die door de inhoudingsplichtige wordt vergoed, verstrekt of ter beschikking wordt gesteld, onder voorwaarden gericht vrij te stellen, als de werknemer de kaart ook zakelijk gebruikt. Dit was echter niet goed opgeschreven in de wet en dat leidde tot onrust onder werkgevers en vervoersmaatschappijen.
De wet is nu hierop aangepast. Vanaf 2025 geldt dat privé reizen met een door de werkgever verstrekte of vergoede ov-kaart of voordeelurenkaart, gericht zijn vrijgesteld. Het doel was ook om het ov-gebruik te stimuleren op voorwaarde dat de kaart ook zakelijk wordt gebruikt. De omvang van het zakelijk gebruik is niet van belang.
Tot slot. Ten slotte geldt er een aantal technische aanpassingen voor de belastingheffing van zeevarenden en thuiswerkers, in het buitenland wonende werknemers die ook volledig in het buitenland werken.