OUDEDAGSVOORZIENING - 13.09.2024

Wat is het afkoopmoment van uw lijfrente?

Wie een pensioenbreuk heeft, compenseert dit veelal met de aankoop van een lijfrente. Maar wat als deze voortijdig wordt afgekocht wegens arbeidsongeschiktheid? Wat is dan het afkoopmoment?

Pensioenbreuk opgelopen, lijfrente?

Wie af en toe wisselt van werkgever, kan te maken krijgen met een pensioenbreuk. Zonder reparatie ervan ontstaat er vaak een pensioen dat te mager is om van rond te komen. Dit kan voorkomen worden door de aankoop van een lijfrente. Omdat zelfstandig ondernemers voor hun eigen pensioen moeten zorgen, kiezen zij vaak ook voor een lijfrente als aanvulling op hun AOW. Bij een onvoldoende pensioen zijn de betaalde lijfrentepremies in beginsel aftrekbaar. Daaraan zijn wel voorwaarden verbonden. Over één ervan bleek een verschil van inzicht tussen de Belastingdienst en Rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2023:4759) .

Revisierente. Als een lijfrente tot uitkering komt, betaalt u hierover belasting. Uw verzekeraar houdt hier al rekening mee en keert u alleen het nettobedrag uit. Koopt u een lijfrente voortijdig af, dan betaalt u over de afkoopsom belasting. Daarnaast betaalt u ook zogenaamde ‘revisierente’. Dit omdat u de lijfrente niet heeft gebruikt waarvoor deze bedoeld is. De hoogte van de revisierente hangt van een aantal factoren af en bedraagt maximaal 20%. Moet u revisierente betalen, dan kunt u zomaar bijna 70% van uw uitkering kwijt zijn aan belastingen.

Niet bij arbeidsongeschiktheid. Als u arbeidsongeschikt raakt, krijgt u vaak te maken met een verlies van inkomen. Daarom is bepaald dat u bij arbeidsongeschiktheid onder voorwaarden een lijfrente af mag kopen zonder dat u revisierente hoeft te betalen. Voor 2024 mag de uitkering dan niet meer zijn dan € 50.063 of een hoger bedrag, maar niet hoger dan uw gemiddelde inkomen van de voorgaande twee jaren. In dat geval geldt voor 2023 een maximuminkomen van € 137.800 en voor 2022 een maximuminkomen van € 128.810. Bij een hoger afkoopbedrag betaalt u alleen revisierente over het meerdere.

Bewijs arbeidsongeschiktheid. U moet bij afkoop wel bewijzen dat u arbeidsongeschikt bent. Dit kan door middel van een verklaring van een arts waaruit blijkt dat u de komende twaalf maanden uw hoofdberoep niet kunt uitoefenen. In de praktijk blijken artsen niet altijd bereid een dergelijke verklaring af te geven. Daarom kunt u ook een bewijs sturen van een uitkeringsinstantie of verzekeraar dat u wegens arbeidsongeschiktheid een uitkering krijgt of gaat ontvangen.

Nog geen recht op AOW

U kunt een lijfrente zonder revisierente alleen afkopen als u arbeidsongeschikt bent en de AOW-gerechtigde leeftijd op het moment van afkoop nog niet heeft bereikt. Onlangs speelde een zaak voor Rechtbank Gelderland, waarbij de vraag centraal stond wat onder het moment van afkoop moet worden verstaan. In deze zaak had een vrouw haar lijfrente afgekocht, omdat ze vanwege kanker haar baan had verloren en daarom haar hypotheek moest oversluiten. De afkoopsom van de lijfrente werd in januari 2019 uitbetaald, terwijl de vrouw in december 2018 de AOW-gerechtigde leeftijd had bereikt. Daarmee was volgens de inspecteur niet voldaan aan de voorwaarde dat de lijfrente voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd moet zijn afgekocht. Het gevolg was dus de revisierente.

Rechtbank tikt fiscus op de vingers. De rechtbank ging hier echter niet in mee. Uit de feiten bleek dat de vrouw al in 2017 het verzoek tot afkoop aan haar verzekeraar had gedaan. De verzekeraar had haar verzoek pas eerst na diverse medische keuringen ingewilligd en de afkoopsom ruim een jaar later pas uitbetaald. De rechtbank vond dat deze vertraging niet tot het heffen van revisierente diende te leiden. De rechtbank baseerde dit onder meer op de wetsgeschiedenis. Er was volgens de rechtbank dan ook aan de voorwaarde voldaan dat de lijfrente voor de AOW-gerechtigde leeftijd was afgekocht en deze schrapte de revisierente.

Kennisgroep denkt er anders over

Onlangs heeft de Belastingdienst over dit onderwerp een standpunt van een Kennisgroep gepubliceerd (KG:070:2024:2) . Dit standpunt staat haaks op de beslissing van de rechtbank en geeft aan dat in een soortgelijk geval het moment van uitbetalen van de afkoopsom bepalend is. Dit standpunt wordt verdedigd door te stellen dat een uitkerende instantie het verzoek tot afkoop eerst moet kunnen beoordelen om tot afkoop over te kunnen gaan. Ook zouden vooraf medische waarborgen gevraagd moeten worden. Het is zeer te betwijfelen of dit juist is. Als u een lijfrente wilt afkopen, is dit uw zaak en dient de verzekeraar dit uit te voeren. Kunt u achteraf niet aantonen dat u arbeidsongeschikt bent, dan is dit ook uw zaak en betaalt u dus revisierente. Als het standpunt van de Kennisgroep gevolgd zou moeten worden, bent u van de nukken van uw verzekeraar afhankelijk wanneer u uw afkoopsom ontvangt en of dit al dan niet nog voor uw AOW-gerechtigde leeftijd is.

Wat kunt u hiermee?

Komt of verkeert u in een soortgelijke situatie, dan is een gang naar de rechter wellicht nodig. De Belastingdienst houdt waarschijnlijk vast aan het standpunt van de Kennisgroep, maar dat is nu eenmaal niet in overeenstemming met dat van de rechter. Daarbij komt dat een standpunt van de Kennisgroep slechts een standpunt van de fiscus is. U kunt dit dus altijd bij de rechter aanvechten en in soortgelijke zaken is dat zeker aan te bevelen. De fiscus had er bovendien beter aan gedaan gewoon in hoger beroep te gaan, zodat zekerheid was verkregen over de te volgen weg.

De fiscus vindt dat bij afkoop van een lijfrente het afkoopmoment het moment van uitbetalen is. Probeer er in soortgelijke situaties voor te zorgen dat dit moment ligt voor het bereiken van uw AOW-gerechtigde leeftijd. Lukt dat niet, stap dan naar de rechter als u toch revisierente moet betalen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01