TUCHTRECHT - 17.09.2024

Wanneer is er sprake van misbruik van tuchtrecht?

Onlangs moest het Regionaal Tuchtcollege (RTG) in ’s-Hertogenbosch oordelen over de vraag of er in een casus sprake was van misbruik van tuchtrecht. Uit het oordeel is op te maken dat dit volgens het RTG (ook in algemene zin) niet snel het geval is.

Wat was er aan de hand?

Jos stelt zijn huisarts per e-mail een vraag over zijn duizeligheidsklachten na een vaccinatie. De huisarts antwoordt dat hij hierop geen pasklaar antwoord heeft en nodigt Jos uit voor een consult. Jos wil eerst schriftelijk antwoord hebben, omdat hij door niet-aangeboren hersenletsel moeite heeft met het verwerken van informatie. Hierna volgt een e-mailwisseling van twee jaar tussen de advocaat van de ‘klager’ en de huisarts. In zijn laatste e-mail schrijft de advocaat dat bij uitblijven van een schriftelijke reactie van de huisarts op de klachten een tuchtklacht zal worden ingediend.

Naar de tuchtrechter

De huisarts reageert niet en Jos stapt naar het RTG. De klacht houdt in dat de huisarts onvoldoende heeft gereageerd op de duizeligheidsklachten die per e-mail kenbaar zijn gemaakt. De huisarts vraagt het RTG om Jos niet ontvankelijk te verklaren, omdat de klacht slechts is ingediend om de eisen van Jos kracht bij te zetten. De huisarts vindt dat het indienen van een tuchtklacht met deze reden disproportioneel is en moet worden gezien als misbruik van het tuchtrecht.

Klacht ontvankelijk? Het RTG (ECLI:NL:TGZRSHE:2024:89) overweegt dat er sprake is van misbruik van het tuchtrechtelijk klachtrecht als het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat een klager vraagt om een oordeel over zijn klacht. Ook als aannemelijk is dat een klacht uitsluitend is ingediend om de eisen van de klager kracht bij te zetten, kan een klacht objectief gezien nog steeds een reële klacht zijn. De huisarts heeft ook geen feiten of omstandigheden aangedragen waardoor er sprake zou zijn van misbruik van tuchtrecht. Het was aan de huisarts om misbruik van tuchtrecht te onderbouwen. Het RTG komt ook niet zelfstandig tot de conclusie dat Jos zijn recht om te klagen, misbruikt. De klacht is dus ontvankelijk.

Inhoudelijke beoordeling. Het RTG komt hierna toe aan een inhoudelijke beoordeling. Hoewel de wet het toestaat om een patiënt ook desgevraagd schriftelijk in te lichten (art. 7:448 BW) , kunnen inlichtingen alleen worden gegeven als er een - mogelijke - diagnose is. Voor het stellen van een diagnose is in de meeste gevallen een fysiek onderzoek nodig.

Zonder te zien geen diagnose. Het is dan ook niet mogelijk om zonder de klager te zien een diagnose te stellen en een behandeling in te zetten. Als de huisarts niet kan onderzoeken waardoor de klachten mogelijk worden veroorzaakt, kan er simpelweg geen schriftelijke toelichting worden gegeven. Dat de huisarts niet schriftelijk heeft geantwoord op de vraag over de duizeligheidsklachten van Jos, kan hem daarom ook niet worden verweten. De klacht is volgens het RTG kennelijk ongegrond.

Wat kunt u hiermee?

Uit deze uitspraak volgt dat de tuchtrechter niet snel geneigd is om misbruik van tuchtrecht aan te nemen. In deze geeft de advocaat van Jos duidelijk aan dat er een klacht zal worden ingediend als de huisarts niet schriftelijk reageert op de schriftelijke vraag van Jos, maar dit ‘dreigement’ wordt niet gezien als misbruik van tuchtrecht.

Het RTG laat veel ruimte over aan klagers om het tuchtrecht te gebruiken als stok achter de deur. Dit is vervelend voor de klager. Anderzijds is het wel goed dat de gang naar de tuchtrechter niet al te zeer wordt bemoeilijkt.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01