Scholingsbudget en de gevolgen voor de loonheffingen
Scholingsbudget
Een scholingsbudget (of loopbaan- of ontwikkelbudget of leerrekening) heeft tot doel de werknemer te stimuleren in zijn persoonlijke en vakinhoudelijke ontwikkeling om daarmee zijn positie op de arbeidsmarkt te versterken. Een werknemer mag zijn scholingsbudget uitsluitend voor scholing gebruiken. Het recht op een scholingsbudget, in een keer of door maandelijkse (of vierwekelijkse) opbouw toegekend, is geen loon. Dit komt omdat het gaat om een voorwaardelijk recht op loon op een toekomstig tijdstip. In het geval van maandelijks (of vierwekelijks) opgebouwde scholingsbudgetten geldt er geen maximale opbouwtermijn of hoogte voor de budgetten. Het niet-gebruikte deel van het budget vervalt weer naar de werkgever of aan het aan de cao verbonden scholingsfonds. In dit geval is er geen sprake van negatief loon. De werkgever hoeft het scholingsbudget niet te vermelden in de rubrieken Opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag en Opname arbeidsvoorwaardenbedrag.
Gerichte vrijstelling
De besteding van het budget is gericht vrijgesteld (mits gebruikelijk), wanneer het gaat om de hiernavolgende categorieën scholing.
- Vergoedingen en verstrekkingen ten behoeve van onderhoud en verbetering van kennis en vaardigheden ter vervulling van de dienstbetrekking, de inschrijving in een beroepsregister en outplacement. Het gaat om een opleiding die een werknemer volgt in het kader van zijn bestaande dienstbetrekking.
- Vergoedingen en verstrekkingen ten behoeve van het volgen van een opleiding of studie met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning, inclusief het volgen van een procedure erkennen van verworven competenties (EVC) waarvoor een verklaring is afgegeven door een bij ministeriële regeling aangewezen instantie. Dit geldt ook voor ex-werknemers die een studie volgen met het oog op het verwerven van inkomen. Het gaat om werknemers die na afloop van de dienstbetrekking alsnog hun opgebouwde scholingsbudget inzetten voor een studie voor een toekomstig beroep of dienstbetrekking.
Geen vrijstelling Onder deze categorie vallen geen vergoedingen en verstrekkingen die verband houden met een werk- of studeerruimte thuis of de inrichting daarvan. Ook vergoedingen van binnenlandse reizen voor zover de vergoeding meer bedraagt dan € 0,23 per kilometer vallen hier niet onder.
Voorbeelden Voor gericht vrijgestelde scholing komen bijv. in aanmerking:
- scholing die verplicht is voorgeschreven door wet- of regelgeving of een beroepsorganisatie;
- scholing gericht op persoonlijke ontwikkeling of het verbeteren van vaardigheden gericht op de verwerving van (meer) inkomen uit werk en woning;
- soft skills die bijdragen aan de behoorlijk vervulling van de dienstbetrekking;
- inschrijving in een beroepsregister;
- outplacementkosten.
Hierbij in aanmerking te nemen kosten betreffen kosten die uitsluitend en rechtstreeks verband houden met de scholing, zoals les-, tentamen- en examengeld, studieboeken, gereedschappen, instrumenten en scriptiekosten.Kosten voor scholing in het kader van een hobby of persoonlijke interesse zijn niet gericht vrijgesteld.
Belast loon Indien de scholing niet voldoet aan een van de hiervoor genoemde categorieën, dan is er bij uitbetaling, vergoeding of verstrekking sprake van belast loon. De werkgever mag er ook voor kiezen om de kosten (mits gebruikelijk) aan te wijzen als eindheffingsloon en onder de vrije ruimte van de werkkostenregeling te brengen.
Wisseling van werkgever
Bij wisseling van werkgever kunnen werknemer, werkgever en nieuwe werkgever afspreken dat de werknemer het scholingsbudget meeneemt naar de nieuwe werkgever.
bz-advies
Scholingskosten zijn niet meer aftrekbaar in de inkomstenbelasting. Scholing via de werkgever is daarmee een uitgelezen kans voor een werknemer om kennis te vergaren.