PERSONEEL - 05.09.2024

Reizen tussen woning van vriendin en arbeidsplaats is woon-werkverkeer

Belastingdienst zegt: privékilometers. In deze zaak handelde het zich om een werknemer die van zijn werkgever een auto van de zaak ter beschikking had gekregen waarvoor een Verklaring geen privégebruik auto was afgegeven (ECLI:NL:GHDHA:2024:908) . De man is gescheiden en verbleef regelmatig bij zijn nieuwe vriendin. Uit zijn rittenregistratie blijkt dat hij naast ritten tussen de arbeidsplaatsen en zijn eigen adres, 19 ritten tussen de arbeidsplaatsen en het adres van zijn vriendin heeft gemaakt. Deze ritten heeft hij aangemerkt als woon-werkverkeer. De inspecteur merkt deze ritten echter aan als privékilometers. Hij is namelijk van mening dat het adres van de vriendin geen verblijfplaats is, omdat de man daar geen duurzaam verblijf houdt. Daarnaast vindt hij dat er geen sprake is van woon-werkverkeer. Als gevolg hiervan is de auto voor meer dan 500 km voor privédoeleinden gebruikt en wordt er een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd.

Rechter zegt: woon-werkverkeer. Het hof stelt vast dat de uitdrukking woon-werkverkeer niet is gedefinieerd in de Wet op de loonbelasting 1964. Echter, volgens vaste rechtspraak is er sprake van woon-werkverkeer wanneer er wordt gereisd tussen de woon- of verblijfplaats en het werk, mits de heen- en terugreis binnen 24 uur plaatsvinden. Het hof oordeelt dat belanghebbende regelmatig naar de woning van zijn vriendin reist (19 keer in een periode van vijf maanden). Omdat hij daar regelmatig overnacht en diverse weekenden doorbrengt, staat deze woning hem ter beschikking, waardoor dit een verblijfplaats voor hem is. Volgens de inspecteur is er geen sprake van woon-werkverkeer voor zover er niet voldaan is aan de 24-uurseis. Hij verwijst hierbij naar een rit die de man gemaakt heeft op een vrijdag vanuit zijn werk naar de woning van zijn vriendin (verblijfplaats) en de terugreis die hij maakt op maandag vanuit de verblijfplaats naar zijn werk. Het hof oordeelt dat de inspecteur hiermee miskent dat reizen van de woonplaats naar het werk en van het werk naar de verblijfplaats binnen 24 uur, evenals reizen van de verblijfplaats naar het werk en van het werk naar de woonplaats binnen 24 uur, ook woon-werkverkeer is. De naheffingsaanslag is ten onrechte opgelegd.