ONDERNEMERSCHAP - 11.09.2024

Ook bij bescheiden winst kan er fiscaal sprake zijn van een onderneming

Om in fiscale zin een onderneming te zijn, moet er sprake zijn van een objectieve winstverwachting. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt, anders dan de inspecteur, dat hiervan nog steeds sprake is. Hoe zit dit en wat betekent dit?

Agrarisch bedrijf

Een vennootschap onder firma (Vof) bestaat sinds 2003 en heeft aanvankelijk vier vennoten, te weten vader en zijn drie kinderen. Het gaat om een gemengd agrarisch bedrijf met vleesvarkens en akkerbouw. Na het overlijden van vader zetten de kinderen de Vof voort. In de loop van de tijd wordt de veestapel afgebouwd en wordt er met name maïs en suikerbieten verbouwd op circa 20 hectare eigen grond. Daardoor blijft er een bedrijf met een naar huidige maatstaven bescheiden omvang over.

Inspecteur: onderneming gestaakt. In 2019 overlijdt een van de vennoten. In dat jaar behaalt de Vof een bescheiden winst van € 6.188 en in 2020 een verlies van € 6.371. Na een boekenonderzoek (controle) stelt de belastinginspecteur dat de onderneming in 2019 is gestaakt (gestopt) bij gebreke van een objectieve voordeelsverwachting.

Wat is een onderneming?

Objectieve winstverwachting? Om een (objectieve) onderneming te zijn, moet er een organisatie zijn van kapitaal en arbeid. Het staat niet ter discussie dat hiervan sprake is. Ook moet er sprake zijn van het beogen van winst en er moet (in objectieve zin) ook redelijkerwijze winst kunnen worden verwacht. Let op.  Bij de vraag of iemand ondernemer is of niet, speelt diens wil dus een belangrijke rol, maar er is sprake van een ondergrens.

“Wij willen door”. De vennoten zijn van mening dat er nog steeds sprake is van een bedrijf van weliswaar bescheiden omvang, maar dat het nog steeds mogelijk is om met dit bedrijf winst te maken. De inspecteur en de vennoten van de Vof worden het niet met elkaar eens en de vennoten stappen dan ook naar de rechter.

Oordeel rechtbank

Bewijslast inspecteur. Rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2024:4445, ECLI:NL:RBZWB:2024:4489 en ECLI:NL:RBZWB:2024:4475) oordeelt dat de bewijslast dat er geen sprake is van een onderneming, op de inspecteur rust. Let op.  Het gaat om drie aparte zaken, omdat niet de Vof partij is in de procedure, maar de afzonderlijke vennoten. Een vennootschap onder firma is immers niet als zodanig belastingplichtig voor de inkomstenbelasting.

Nog steeds een onderneming. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat er geen redelijk (objectief) vooruitzicht meer op voordeel (winst) is. De Vof exploiteert dus nog steeds een onderneming in objectieve zin. In de visie van de rechtbank kan er ook met een klein areaal een levensvatbaar akkerbouwbedrijf worden geëxploiteerd, zij het met beperkte winsten. Er is weliswaar enkele jaren verlies gemaakt, door onder meer asbestsanering en hogere administratiekosten na het overlijden in 2019, maar dat was onvoorzienbaar en incidenteel. De Vof exploiteert dus nog steeds een onderneming in objectieve zin.

Conclusie

In zaken als deze is het belangrijk om de feiten goed op een rijtje te hebben. De beslissing van de rechtbank ligt weliswaar in de lijn van de (deels oude) jurisprudentie, maar het feit dat de inspecteur zijn bewijspositie niet op orde had, lijkt ook wel de nodige invloed te hebben gehad op de beslissing van de rechtbank. Tip.  Een rechter mag in een procedure wel rechtsgronden aanvullen, maar geen feiten. Wie de feiten onvoldoende op een rijtje heeft, loopt grote kans de procedure te verliezen.

Een bedrijf met een bescheiden omvang en een bescheiden winst kan nog steeds in fiscale zin een onderneming zijn. De inspecteur heeft de bewijslast. U staat extra sterk als u met feiten kunt onderbouwen dat er nog een redelijk vooruitzicht op winst is.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01