BESLOTEN VENNOOTSCHAP - 13.09.2024

Leidt het verstrekken van een onzakelijke lening tot een schenking?

Onzakelijke lening

Lening aan BV van kind. Stel, uw BV verstrekt een lening aan de BV van een van uw kinderen. De lening wordt door de BV van uw kind gebruikt voor de opstart of overname van een onderneming. Om de opstart te vergemakkelijken, verstrekt u de lening onder gunstige condities en wordt uw lening achtergesteld ten opzichte van de bank.

Onder gunstige condities. Als u de lening onder gunstige condities verstrekt, is er sprake van een onzakelijke lening. Uw BV zou de lening immers onder dezelfde condities niet aan een derde partij hebben verstrekt. Er wordt een onzakelijk debiteurenrisico gelopen, waarbij er geen rente kan worden bepaald om dit risico te compenseren.

Casus bij Kennisgroep successiewet

• X is enig aandeelhouder van X BV.
• Y is de zoon van X en enig aandeelhouder van Y BV.
• X BV verstrekt aan Y BV een niet-direct opeisbare lening van € 5.000.000 tegen een rente van 2%. Vaststaat dat de lening onzakelijk is.

Vraagstelling. De hiernavolgende vragen worden aan de kennisgroep gesteld.

1. Wie is de schenker en wie is de begiftigde als deze lening wordt verstrekt?
2. Waaruit bestaat de schenking en wanneer vindt de schenking plaats?

Familierelatie. Volgens de kennisgroep blijkt uit de rechtspraak dat X (vader) de schenker is en Y (de zoon) de begiftigde. X BV is immers bereid om de lening te verstrekken op grond van de familierelatie tussen de aandeelhouders.

Uit vrijgevigheid. Voor een schenking is het wel vereist dat deze plaatsvindt uit vrijgevigheid vanuit de schenker. In deze situatie wordt aan dit vereiste voldaan, omdat vader zich bewust is van het risico en deze lening niet aan een derde zou verstrekken.

Wat wordt er geschonken?

Vervolgens moet de vraag worden beantwoord wat er wordt geschonken. Dit moet worden beoordeeld op het niveau van de aandeelhouders/natuurlijke personen. De lening wordt verstrekt onder gunstige condities, waardoor deze een lagere waarde heeft dan het ter leen verstrekte bedrag. Door deze waardedaling van de vordering zijn de aandelen X in waarde gedaald en is X (vader) verarmd.

Waardestijging aandelen BV zoon. Omdat de lening onder gunstige condities is verstrekt, stijgen de aandelen Y BV in waarde en wordt Y (zoon) verrijkt. De waardestijging van de aandelen Y BV die ontstaat door het verstrekken van de lening is een schenking van X (vader) aan Y (zoon), deze waardestijging is dan belast met schenkbelasting. Let op.  Hoe de waardestijging van de aandelen in Y BV moet worden berekend, daar geeft de kennisgroep helaas nog geen uitsluitsel over.

Moment van de schenking. De schenking vindt plaats op het moment dat de lening wordt verstrekt. Op het moment van het aangaan van de lening moet deze dus getoetst worden op de zakelijkheid.

Op https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 29, nr. 8 vindt u een model Geldleningsovereenkomst tussen rechtspersonen.