TUCHTRECHT - 17.09.2024

Kan een klager een lid van het tuchtcollege wraken?

De medische wereld kan een kleine wereld lijken. Als een klager weet dat de arts waartegen hij heeft geklaagd en een lid van het tuchtcollege elkaar kennen, lijkt wraking misschien een logische stap. Maar is dat wel zo?

Idee achter medisch tuchtrecht. Het idee achter (medisch) tuchtrecht is dat vakgenoten beter in staat zijn het optreden van een beroepsbeoefenaar te beoordelen dan een ‘gewone’ rechter. Bij het publiek bestaat nog wel eens het idee dat de beroepsbeoefenaren elkaar de hand boven het hoofd houden. Als een klager het allemaal niet zo vertrouwt, lijkt wraking van een lid van het tuchtcollege een logische stap. Hoe pakte dit onlangs uit?

Wraking toegewezen

Karin dient een tuchtklacht in tegen een radioloog. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Karin gaat in hoger beroep en dient tegen twee leden van het Centraal Tuchtcollege (CTG) een wrakingsverzoek in. Karin baseert haar wrakingsverzoek erop dat het lid van het tuchtcollege een bekende is van de door haar aangeklaagde radioloog, omdat zij beiden lid zijn van de werkgroep Tuchtrecht en elkaar ten minste één keer per jaar zien bij de jaarlijkse bijeenkomst van deze werkgroep.

Twijfel. Volgens de wrakingskamer kon door de deelname van de twee beroepsgenoten aan deze werkgroep bij Karin twijfel ontstaan of tussen beide leden voldoende distantie was om het professioneel handelen van de radioloog zonder vooringenomenheid te kunnen beoordelen. Het CTG (ECLI:NL:TGZCTG:2023:172) wijst het verzoek tot wraking daarom toe.

Cassatie in het belang der wet

Tegen een uitspraak van het CTG staat geen beroep in cassatie open. Dus op het eerste gezicht is de zaak hiermee beslist. De commissie Cassatie in het belang der wet heeft echter de aanbeveling gedaan om in deze zaak cassatie in het belang der wet in te stellen.

Onpartijdigheid rechter. Het is vaste rechtspraak dat een rechter moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er zwaarwegende aanwijzingen zijn dat hij een vooringenomenheid koestert die bij de verzoeker tot wraking een objectieve vrees oplevert. De enkele deelname aan een professionele werkgroep, ook als deze werkgroep een beperkte omvang heeft, door zowel een lid van een tuchtcollege als de beklaagde, is onvoldoende voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. De wrakingskamer van het CTG heeft dit volgens de advocaat-generaal (A-G) miskend. Aanvullende omstandigheden die wel een objectief aanknopingspunt kunnen vormen voor deze vrees, zijn door de wrakingskamer niet vastgesteld.

Onjuiste beslissing. De beslissing van de wrakingskamer is volgens de A-G dan ook onjuist. De A-G adviseert de Hoge Raad de beslissing van de wrakingskamer in het belang van de wet te vernietigen.

Hoe nu verder?

Cassatie in het belang der wet heeft geen rechtsgevolgen voor de betrokken partijen. De uitspraak van de Hoge Raad heeft dus geen gevolgen voor de partijen in de procedure. Wel geeft de uitspraak duidelijkheid voor toekomstige gevallen. Er komt dus meer duidelijkheid over de mogelijkheid tot wraking van de leden van een tuchtcollege. Voor beklaagden in een tuchtprocedure en voor de beroepsbeoefenaren die zitting hebben in een tuchtcollege, is dit een wenselijke ontwikkeling.

De beslissing van de Hoge Raad moet duidelijkheid brengen in toekomstige gevallen. Door de uitspraak is het voor rechters duidelijk hoe zij in vergelijkbare situaties moeten beslissen op een verzoek tot wraking. Er komt dus meer duidelijkheid over de mogelijkheid tot wraking van de leden van een tuchtcollege.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01