GLB-conditionaliteit: bedekking kleigrond in het najaar vervalt
Met terugwerkende kracht. De verplichting vanuit GLMC 6 gold op bedrijfsniveau in de periode tussen 1 augustus en 30 november. De minister heeft in een Kamerbrief aangegeven dat deze verplichting dit jaar komt te vervallen. Op het moment van het schrijven van dit artikel is dit nog niet doorgevoerd in Nederlandse wetgeving. De verwachting is dat de verplichting binnenkort, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2024, komt te vervallen. U hoeft dan vanaf dit jaar niet meer te voldoen.
Overige voorwaarden ongewijzigd. De overige voorwaarden vanuit GLMC 6 worden niet aangepast of versoepeld. Deze voorwaarden zijn kort gezegd:
- een verplichte bodembedekking in de periode van 31 mei tot en met 31 augustus op percelen die u uit productie neemt;
- het verplicht telen van een vanggewas na maïs op zand- en lössgronden;
- het verplicht telen van een vanggewas na maïs op klei- en veengronden in een NV-gebied op derogatiebedrijven;
- een verbod om grasland of blijvende teelten te vernietigen in de periode van 16 september tot en met 31 januari (hierop bestaan uitzonderingen).
Ook vanuit mestwetgeving. De hiervoor genoemde verplichtingen om in bepaalde gevallen een vanggewas na maïs te telen, zijn ook opgenomen in de mestwetgeving. Daarmee zijn dit geen verzwaringen vanuit het GLB. Dit geldt ook voor de genoemde graslandvernietigingsregels.