ERFBELASTING - 08.07.2024

Waardering vordering finaal verrekenbeding nalatenschap

Tot de nalatenschap kan een verrekenvordering als gevolg van een wederkerig finaal verrekenbeding behoren. Deze vordering moet volgens de kennisgroep gewaardeerd worden op de waarde in het economisch verkeer. Waarom is dit zo?

Erfbelasting. Bij een overlijden is er erfbelasting verschuldigd over de waarde van de nalatenschap. Hoeveel erfbelasting er verschuldigd is, hangt af van uw relatie met de overledene en van het bedrag dat u erft. Hoe meer u verwant bent aan de overledene, hoe hoger uw vrijstelling is en hoe lager het tarief.

Waardering nalatenschap

Waarde in het economisch verkeer. In beginsel geldt dat de bezittingen en schulden waaruit de nalatenschap bestaat, worden gewaardeerd op de waarde in het economisch verkeer (WEV). Hier geldt een aantal uitzonderingen op.

Uitzonderingen. Zo geldt er bijv. een uitzondering voor woningen. Bij deze waardering mag uitgegaan worden van de WOZ-waarde op 1 januari van het jaar van overlijden of op 1 januari van het jaar na overlijden. Maar ook bij beursgenoteerde effecten hoeft niet uitgegaan te worden van de WEV. Hiervoor geldt de waarde zoals opgenomen in de officiële prijscourant van de werkdag voor de datum van het overlijden.

Niet altijd. Deze afwijkende specifieke waardering mag echter niet altijd worden toegepast. De kennisgroep van de Belastingdienst heeft onlangs namelijk aangegeven dat naar hun mening deze waardering niet geldt als er sprake is van een wederkerig finaal verrekenbeding.

Finaal verrekenbeding

Vermogen gelijkelijk verdeeld. In veel huwelijkse voorwaarden - waarbij bezittingen en schulden (deels) apart worden gehouden - is een wederkerig finaal verrekenbeding opgenomen. Dit houdt in dat echtgenoten bij het einde van hun huwelijk afrekenen alsof zij in gemeenschap van goederen gehuwd waren, oftewel: het gehele vermogen wordt gelijkelijk over elkaar verdeeld.

Voorbeeld.Annie en Bert zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden waarbij elke vorm van huwelijksgoederengemeenschap is uitgesloten, maar zij zijn wel een wederkerig finaal verrekenbeding overeengekomen. Het huwelijk eindigt door het overlijden van Annie. Tot haar vermogen behoort een bankrekening van € 50.000. Bert beschikt over een woning met een WEV van € 500.000 (WOZ-waarde € 450.000) en een bankrekening van € 150.000.

Nalatenschap. Door het finaal verrekenbeding wordt bij het overlijden van Annie het vermogen verrekend alsof zij in algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Tot de nalatenschap van Annie behoort dan de bankrekening van € 50.000 en een verrekenvordering.

Verrekenvordering. De vraag is op welk bedrag deze verrekenvordering gesteld moet worden. Moet bij de vaststelling uitgegaan worden van de WEV waardoor de vordering uitkomt op € 300.000 (€ 700.000 / 2 -/- € 50.000)? Of mag er rekening gehouden worden met de lagere WOZ-waarde van de woning, waardoor de vordering € 275.000 (€ 650.000 / 2 -/- € 50.000) bedraagt?

Kennisgroep. De kennisgroep (KG:063:2024:7) heeft aangegeven dat bij het bepalen van de verrekenvordering niet uitgegaan mag worden van de specifieke waardering voor bepaalde goederen. Deze waardering geldt alleen als het specifieke goed wordt verkregen en niet als er enkel een vordering wordt verkregen die samenhangt met de waarde van een dergelijk goed. Dit betekent dat tot de nalatenschap van Annie een ‘hogere’ vordering van € 300.000 behoort en niet van € 275.000.

Als er een vordering tot de nalatenschap behoort als gevolg van een wederkerig finaal verrekenbeding, gelden de specifieke waarderingsregels voor bijv. woningen niet. Er wordt immers enkel een vordering verkregen en niet de specifieke goederen waarvoor de uitzondering geldt.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01