LOONKOSTEN - 11.07.2024

Vervalt loonkostenvoordeel bij overgang andere rechtsvorm?

De Hoge Raad moest eraan te pas komen of een nieuwe werkgever na een bedrijfsovername (rechtsvormwijziging van eenmanszaak naar Vof) het loonkostenvoordeel van een oudere werknemer mocht behouden. Wat besliste deze onlangs?

Wat speelde er?

De Hoge Raad (ECLI:NL:NL:HR:2024:746) oordeelde op 24 mei jl. dat na een overname van een onderneming, de nieuwe werkgever het loonkostenvoordeel (LKV) voor een oudere werknemer mag blijven toepassen. Ook de doelgroepverklaring blijft geldig. Wat was er aan de hand?

Voorwaarden LKV oudere werknemer. Een man dreef een eenmanszaak gericht op het bewerken van edelstenen en het vervaardigen van sieraden. Op 1 maart 2018 treedt een werknemer, geboren in 1957, in dienst van de werkgever. Tot de datum van indiensttreding ontving de werknemer een WW-uitkering. Het LKV voor oudere werknemers geldt als voldaan is aan onder andere de volgende voorwaarden:

  • de werknemer is 56 jaar of ouder;
  • de werknemer heeft in de zes maanden voor het begin van het dienstverband niet bij de werkgever gewerkt;
  • de werknemer heeft in de maand voor het begin van het dienstverband bij de werkgever recht op onder andere een WW-uitkering;
  • de werknemer moet een doelgroepverklaring LKV hebben. Op 26 april 2018 heeft het UWV een zogenaamde ‘doelgroepverklaring’ aan deze werknemer uitgereikt.

Omgezet van eenmanszaak naar Vof

Op 7 mei 2018 is de werkgever in het handelsregister ingeschreven met als vennoten de man en zijn echtgenoot. Daarbij is vermeld dat de eenmanszaak op 7 mei 2018 is omgezet in een vennootschap onder firma (Vof). De vraag is wat dit betekent voor het recht op het loonkostenvoordeel.

Hoogste rechter van ons land

Hof. In de procedure voor het hof zijn twee vragen in het geding: is de wijziging van de inhoudingsplichtige relevant voor het LKV voor de oudere werknemer? Maakt het gegeven dat de doelgroepverklaring door een andere inhoudingsplichtige dan de werkgever is aangevraagd en verkregen de verklaring ongeldig? Het hof beantwoordt beide vragen ontkennend. De staatssecretaris gaat in cassatie bij de Hoge Raad.

Hoge Raad. De belangrijkste vraag waar een oordeel van de Hoge Raad over wordt gevraagd, is of de overgang van onderneming, van de eenmanszaak naar de Vof, leidt tot een andere (nieuwe) aanvangsdatum van de dienstbetrekking. Als dat zo is, dan start de dienstbetrekking op 7 mei 2018, de datum van de overgang van de onderneming. In dat geval wordt er niet voldaan aan de voorwaarden van het LKV, omdat de werknemer een maand voor aanvang van het dienstverband geen WW-uitkering genoot. Deze conclusie gaat de Hoge Raad te ver, omdat deze moeilijk verenigbaar is met het doel van de LKV.

Geen ‘nieuwe’ arbeidsovereenkomst

De Hoge Raad concludeert dat er door de overgang van onderneming geen nieuwe arbeidsovereenkomst tot stand komt. De nieuwe werkgever neemt van rechtswege alle rechten en plichten over. Omdat er geen nieuwe ingangsdatum van het dienstverband is, is de overgang van onderneming voor de toepassing van het LKV niet relevant. Het LKV kan worden voortgezet. De nieuwe werkgever moet wel een nieuwe aanvraag indienen voor het toepassen van het LKV. Dit doet hij via de aangifte loonheffingen.

Een overgang van onderneming heeft geen gevolgen voor het toepassen van het loonkostenvoordeel (LKV). Dat besliste de hoogste rechter van ons land onlangs. Deze concludeert dat door de andere rechtsvorm geen nieuwe arbeidsovereenkomst tot stand komt. De ‘nieuwe’ werkgever neemt alle rechten en plichten over.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01