ERFBELASTING - 08.07.2024

Rentemogelijkheid om erfbelasting te voorkomen of te beperken bij overlijden langstlevende echtgenoot

Om erfbelasting te voorkomen of te beperken, heeft u de mogelijkheid om dit met rente te bewerkstelligen. Hoe gaat dit in zijn werk?

In dit artikel gaan we nader in op de rentemogelijkheid als middel om erfbelasting te besparen (of misschien zelfs helemaal te voorkomen) bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot. Hoe zit dat?

Het wettelijk erfrecht

In situaties waarin een echtgenoot overlijdt, achterlatende een langstlevende echtgenoot (of geregistreerd partner) en een of meer kinderen, geldt de zogenaamde ‘wettelijke verdeling’. Dit stelsel houdt in dat alle goederen van de nalatenschap door de langstlevende worden verkregen en de langstlevende verplicht is om alle schulden te voldoen. De kinderen krijgen een niet-opeisbare geldvordering op de langstlevende.

Rente. Volgens de wet worden deze geldvorderingen vermeerderd met een percentage dat overeenkomt met dat van de wettelijke rente, voor zover dit percentage hoger is dan zes. Deze rente is enkelvoudig (dus geen rente op rente). De testateur heeft de mogelijkheid om in een testament van de wettelijke regeling af te wijken. Ook kunnen de langstlevende en het kind tezamen, na overlijden van de testateur, een ander rentepercentage overeenkomen.

Het erfrechtelijk systeem

De geldvorderingen van de kinderen zijn, vanuit het perspectief van de langstlevende, schulden aan de kinderen. Bij zijn overlijden moeten zijn schulden worden voldaan. Door de oprenting kunnen deze vorderingen/schulden groter worden. Daardoor wordt de nalatenschap van de langstlevende uitgehold. Het gevolg daarvan is dat er bij zijn overlijden minder (of misschien zelfs helemaal geen) erfbelasting hoeft te worden betaald (ervan uitgaande dat de kinderen ook zijn erfgenamen zijn).

De testamentaire praktijk

In veel testamenten is bepaald dat de geldvorderingen (in uitgangspunt) renteloos zijn. Daarbij wordt de mogelijkheid aan de langstlevende en de kinderen tezamen toegekend om onderling renteafspraken te maken. Het is van belang dat in de aangiftetermijn voor de erfbelasting gebruik wordt gemaakt van de rentemogelijkheid (binnen acht maanden na overlijden), anders hebben deze renteafspraken geen effect.

De keerzijde van renteafspraken. Hiervoor is gebleken dat het maken van renteafspraken een mogelijkheid is om erfbelasting te besparen na het overlijden van de langstlevende echtgenoot. Er zit echter ook een keerzijde aan het maken van renteafspraken. Let op.  Doordat de oprenting de nalatenschap van de langstlevende ‘opeet’, wordt zijn mogelijkheid om zelf bij uiterste wil over zijn vermogen te beschikken kleiner. Indien hij bijv. een nieuwe partner krijgt die hij verzorgd wil achterlaten of zijn vermogen aan andere personen wil nalaten dan de kinderen, kan het maken van deze renteafspraken zijn mogelijkheden daarin beperken.

Soms toch meer erfbelasting?

Ook leidt het maken van renteafspraken ertoe dat er na het overlijden van de eerste echtgenoot meer erfbelasting moet worden betaald dan in het geval dat de geldvorderingen renteloos blijven. Dit geldt overigens alleen voor zover de erfdelen groter zijn dan hetgeen de kinderen belastingvrij mogen erven. Blijven de erfdelen van de kinderen binnen de vrijstellingen, dan levert renteloosheid geen belastingvoordeel op na het overlijden van de eerste echtgenoot.

Met het tijdig maken van renteafspraken kan er erfbelasting worden bespaard na het overlijden van de langstlevende. Zie dit echter in een breder perspectief, omdat er ook keerzijden aan zitten.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01