Nieuw besluit bedrijfsopvolgingsregelingen

Het besluit ( https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-13949.html ) dat is ingegaan op 15 juni 2024, introduceert nieuwe goedkeuringen voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregelingen in de Successiewet 1956. Wij noemen er twee.

Geruisloze omzetting

Bij de toepassing van de geruisloze omzetting (art. 3.65 Wet IB 2001) kunnen naast gewone aandelen ook cumulatief preferente aandelen zijn uitgereikt. Omdat deze aandelen niet voldoen aan de vereisten van artikel 35c, lid 4 van de Successiewet 1956, is de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) op deze aandelen niet van toepassing. Tip.  Omdat de staatssecretaris van Financiën het niet redelijk vindt dat de BOR niet van toepassing is in de situatie dat twee of meer deelnemers van een samenwerkingsverband hun onderneming in dezelfde vennootschap inbrengen, keurt hij de toepassing van de BOR onder voorwaarden goed.

• De bij de geruisloze omzetting uitgegeven gewone en cumulatief preferente aandelen blijven voor iedere inbrenger aan elkaar gekoppeld.
• De cumulatief preferente aandelen worden evenredig gekoppeld aan gewone aandelen.
• De verkrijger ontvangt tegelijkertijd met de gewone aandelen in de omgezette onderneming de evenredig daaraan gekoppelde cumulatief preferente aandelen.
• De goedkeuring geldt uitsluitend voor de cumulatief preferente aandelen die in verband met de geruisloze omzetting zijn verkregen.

Ook samenwerkingsverband. Deze goedkeuring geldt ook wanneer twee of meer deelnemers in een samenwerkingsverband hun onderneming inbrengen in hun persoonlijke houdstervennootschap en de houdstervennootschappen vervolgens hun onderneming met toepassing van artikel 14 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 laten uitzakken in een gezamenlijke werkmaatschappij, met uitgifte van cumulatief preferente aandelen.

Goedkeuring aan beziteis

Ook met betrekking tot de bezitseis gaf de staatssecretaris een aantal goedkeuringen.

• Certificering en decertificering van direct gehouden aandelen tijdens de bezitsperiode hebben geen gevolgen voor het voldoen aan de bezitseis, mits de certificaten met de aandelen gelijkgesteld kunnen worden.
• Een verlettering van direct gehouden gewone aandelen voor het voeren van een eigen dividendbeleid heeft geen gevolgen voor de bezitseis, mits de wijziging van de rechten van de aandelen uitsluitend betrekking heeft op het opbouwen en beschikken over eigen reserves en goodwill. Hierdoor kunnen de letteraandelen bij verlettering gelijkgesteld worden met de verletterde gewone aandelen, zonder dat er sprake is van vervreemding.
• Het wijzigen van het aantal direct gehouden aandelen heeft geen invloed op het voldoen aan de bezitseis, mits het belang van de aandeelhouder(s) in de onderneming(en) niet wijzigt, het totaalbedrag van de nominale waarde van de aandelen gelijk blijft en de betrokken aandelen zowel voor als na de wijziging van dezelfde soort zijn en dezelfde rechten hebben.
• De schenker wordt geacht aanmerkelijkbelanghouder te zijn van dat deel van de vermogensbestanddelen die tot de huwelijksgoederengemeenschap tussen hem en de erflater behoorden, dat overeenstemt met diens aandeel in deze gemeenschap (bij ontbinding). Er mogen echter niet meer vermogensbestanddelen geschonken worden dan de schenker voor het overlijden van echtgenoot fiscaalrechtelijk geacht werd te bezitten.