Is kwijtschelding van een onzakelijke lening een schenking?
Onzakelijke lening. Een onzakelijke lening is een lening die verstrekt is onder dusdanige omstandigheden en voorwaarden dat een onafhankelijke derde deze niet, of enkel tegen een winstdelende rente, zou willen verstrekken. Aandeelhoudersmotieven hebben bij de verstrekking van de lening dan de doorslag gegeven. Let op. Deze beoordeling moet niet alleen worden toegepast bij door de BV aan u privé verstrekte leningen, maar ook bijv. bij een door de BV verstrekte lening aan een zuster-BV of aan een BV van uw kinderen.
Voor meer informatie over onzakelijke geldleningen, ga naar https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 29, nr. 7.
Fiscale consequenties. Als een lening als onzakelijk wordt aangemerkt, heeft dit tot gevolg dat een verlies op de lening (omdat de geldlener niet kan terugbetalen) niet aftrekbaar is. Ook bestaat de mogelijkheid dat het uitgeleende bedrag wordt aangemerkt als een dividenduitkering aan de dga. Maar wat nu als uw BV een onzakelijke lening heeft verstrekt aan een BV van uw kinderen? Kan er dan sprake zijn van een belaste schenking? De Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2024:518) heeft hierover onlangs een uitspraak gedaan.
Wat speelde er?
Lening aan BV van de kinderen. Vader bezit alle aandelen in een holding-BV die in 2008 een lening heeft verstrekt aan de BV van zijn zoon. De BV van de zoon heeft het ter leen ontvangen bedrag direct doorgeleend aan een BV waarin ook zijn broer en zus participeren. In 2009 treedt de BV van de zoon terug en heeft de holding-BV een rechtstreekse vordering op de BV van de kinderen.
Lening kwijtgescholden. In 2014 is de BV van de kinderen niet meer in staat om de lening terug te betalen en wordt de lening door de BV van vader kwijtgescholden. De inspecteur legt een aanslag schenkbelasting op. Hij stelt dat er een schenking heeft plaatsgevonden onder de opschortende voorwaarde dat het debiteurenrisico (het niet terugbetalen van de lening) zich voordoet.
Uitspraak Hoge Raad
Geen schenking. Volgens het hof heeft de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat partijen impliciet of expliciet hebben afgesproken dat de lening kwijtgescholden zou worden. Hierover is bijv. niets opgenomen in de geldleningsovereenkomst en de kwijtschelding vindt plaats zeven jaar na het verstrekken van de lening. De inspecteur heeft onvoldoende onderbouwd dat er sprake is van een schenking onder een opschortende voorwaarde. De Hoge Raad bevestigt dit en voegt hier nog aan toe dat het verstrekken van een onzakelijke lening niet reeds naar zijn aard meebrengt dat er sprake is van een schenking. Ook niet onder de opschortende voorwaarde dat de debiteur niet terugbetaalt. Uitgangspunt bij het verstrekken van een lening is immers dat de lening wordt terugbetaald.
Wanneer wel een schenking?
Er kunnen zich echter wel situaties voordoen dat de kwijtschelding van een onzakelijke lening tot een schenking leidt, bijv. als in de leningsovereenkomst is bepaald dat de lening niet hoeft te worden terugbetaald indien een vooraf afgesproken situatie zich voordoet. U spreekt bijv. af dat de BV van de kinderen niet hoeft terug te betalen als zij niet succesvol zijn met de van uw BV overgenomen onderneming. Ook kan er sprake zijn van een schenking als er een te lage rente wordt berekend.
Maak uw profiel aan om dit advies en vele andere adviezen te kunnen ontdekken.