Hoofdlijnenakkoord 2024 - 2028

MKB-winstvrijstelling

De MKB-winstvrijstelling is een aftrekpost op de winst voor uitsluitend ondernemers. De MKB-winstvrijstelling is een percentage van de winst na ondernemersaftrek. Het voordeel van de MKB-winstvrijstelling is beperkt. Het voordeel wordt namelijk berekend met een tarief van 36,97% (2024). De MKB-winstvrijstelling per 2025 blijft op 12,7% staan. De voorgestelde verlaging naar 12,03%, zoals opgenomen in de Voorjaarsnota 2024, is dus van de baan.

Box 2-tarief

Per 1 januari 2024 kent box 2 een schijventarief met een tarief van 24,5% tot een box 2-inkomen van € 67.000 en 33% over het meerdere. Op deze manier wil de wetgever het oppotten van winstreserves voorkomen. Met ingang van 2025 wordt het hoge box 2-tarief weer gesteld op 31%. De verhoging naar 33% wordt dus weer teruggedraaid. Over het lage box 2-tarief wordt niets opgemerkt. Voor de ab-houder kan het daarom aantrekkelijk zijn om te wachten met een dividenduitkering, dan wel de vervreemding van ab-aandelen.

Earningsstrippingmaatregel

Naar de hoofdregel is rente voor de vennootschapsbelasting aftrekbaar. De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 kent een generieke renteaftrekbeperking, de zogeheten ‘earningsstrippingregeling’. Rente is op grond hiervan niet aftrekbaar voor zover het saldo van verschuldigde en ontvangen rente meer bedraagt dan het hoogste van 20% van de gecorrigeerde winst of € 1 miljoen. Rente die in een jaar niet aftrekbaar is, kan worden doorgeschoven naar volgende jaren. Het percentage van 20% wordt verhoogd naar 25%; dit komt overeen met het Europees gemiddelde. Voor bedrijven betekent dit dat zij meer rente ten laste van het resultaat kunnen brengen.

bz-advies

In het Hoofdlijnenakkoord gaat het nieuwe kabinet niet in op het plan om de earningsstrippingmaatregel verder aan te scherpen voor vastgoed-BV’s met aan derden verhuurd vastgoed. Het lijkt erop dat deze aanscherping dus gewoon terechtkomt in het Belastingplan voor 2025.

Giftenaftrek

Giften aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) en steunstichtingen SBBI’s zijn aftrekbaar voor de Vpb. Per jaar bedraagt de aftrek ten hoogste 50% van de winst, met een maximum van € 100.000. Is er sprake van een gift aan een ANBI die is aangemerkt als culturele instelling, dan kan de aftrek van de winst worden verhoogd met 50%. De verhoging is overigens maximaal € 2.500. De fiscale regelingen rondom giften (de giftenaftrek in de IB, Vpb en het geven vanuit de vennootschap) worden de komende jaren beperkt. Een eerste stap wordt gezet in 2025. Per 2028 wordt de giftenaftrek in de IB geüniformeerd. Verschillende giften worden daarmee fiscaal gelijk behandeld.

bz-advies

Giften die zakelijk zijn (zoals bij sponsoring) blijven wel volledig aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting.

Versobering extraterritoriale kosten

Het nieuwe kabinet zal bezien of de fiscale voordelen onder de extraterritoriale kostenregeling (waaronder begrepen de 30%-regeling) kunnen worden versoberd. Concrete maatregelen zijn nog niet genoemd. De vraag is op dit moment of het daadwerkelijk tot een verdere versobering zal komen. Er zijn namelijk inmiddels duidelijke signalen dat dit een nadelig effect kan hebben op de Nederlandse economie. Met een verdere versobering zou het kabinet zichzelf wel eens in de voet kunnen schieten.

Eigenwoningrente

De eigenwoningregeling is altijd een politiek beladen onderwerp. Het Hoofdlijnenakkoord geeft echter aan deze regeling ongemoeid te laten.

Box 3-tarief

Er wordt structureel € 100 miljoen beschikbaar gesteld om het box 3-tarief te verlagen. Het is nog niet bekend wat de aanpassing in het tarief gaat zijn. Het huidige box 3-tarief is 36%. Gelet op de 6 juni-arresten is het overigens maar de vraag of dit plan in ongewijzigde vorm wordt uitgevoerd.

Hoofdlijnenakkoord en btw

In het Hoofdlijnenakkoord zijn wat de btw betreft de volgende maatregelen genoemd:

• afschaffen verlaagd btw-tarief logies - uitgezonderd kampeerterreinen (per 1 januari 2026);
• afschaffen verlaagd btw-tarief culturele goederen en diensten - uitgezonderd bioscopen en attractieparken, speel- en siertuinen en andere dagrecreatie (per 1 januari 2026).

Gevolgen verhoging btw-tarief

Het hiervoor genoemde betekent dat het btw-tarief voor deze diensten van 9 naar 21% gaat. De btw-verhoging van 12% heeft onder andere invloed op overnachtingen, uitgaan, evenementen, sportwedstrijden en festivals. Maar ook bijv. de gedrukte en digitale media zullen te maken krijgen met de btw-verhoging van 9 naar 21 %. Mogelijk raakt de btw-verhoging ook uitzendbureaus, wanneer deze buitenlandse uitzendkrachten huisvesten tegen inhouding op het loon waarover ze nu 9/109 deel afdragen. Ook de daklozenopvang en het Ronald McDonald Huis worden door een tariefsverhoging geraakt. Zij worden hiervoor gecompenseerd met een subsidie via de begroting van VWS.

Culturele goederen en diensten

Voor welke culturele goederen en diensten het btw-tarief van 21% gaat gelden, moet nog verder uitgewerkt worden. Bij culturele goederen en diensten kan gedacht worden aan:

• invoer van kunstvoorwerpen en antiek en de levering van kunstvoorwerpen;
• de levering van boeken, dagbladen, weekbladen, tijdschriften en bepaalde andere periodieken (ook online);
• het uitlenen van boeken;
• verlenen van toegang tot circussen, musea, muziek- en toneeluitvoeringen en lezingen, sportwedstrijden, sportdemonstraties en dergelijke, kermissen, optredens van uitvoerende kunstenaars.

Grotendeels afschaffen verlaagde tarief Aangezien er gesproken wordt van het grotendeels afschaffen van het verlaagde tarief voor culturele goederen en diensten, hoeft het niet zo te zijn dat de btw-verhoging gaat gelden voor alle culturele goederen en diensten. Omtzigt heeft al aangegeven dat partijen openstaan voor plannen om de btw op cultuur, boeken en kranten laag te houden. Maar dan moeten partijen wel met een goede financiële dekking komen.

Verhoging btw-tarief niet verrassend

Overigens is het verhogen van het btw tarief niet helemaal een verrassing omdat het ‘oude’ kabinet in de Voorjaarsnota 2023 over de toepassing van het verlaagde btw-tarief al opmerkte te gaan kijken naar de doelmatigheid van het verlaagde tarief als geheel en daarbij in het bijzonder de toepassing van het verlaagde btw-tarief op sierteelt, arbeidsintensieve diensten (zoals schilders, kappers en schoenmakers), cultuur (zoals boeken en musea) en logies (zoals hotels en vakantiewoningen). Nu vinden we twee van de vier voorgestelde maatregelen terug in het Hoofdlijnenakkoord.