ARBEIDSOVEREENKOMST - 11.07.2024

Aanzegging niet vergeten bij einde tijdelijk arbeidscontract

Uit de praktijk. Jenna werkte als autopoetser al in haar derde tijdelijke contract toen het privé even iets minder goed ging. Zo verscheen ze af en toe ineens een paar dagen niet op het werk. Het ontging werkgever Klaas van Autoschadebedrijf A BV niet. Als goed werkgever ging Klaas het gesprek aan met Jenna, maar het mocht niet baten. Uiteindelijk meldde zij zich toch maar voor langere tijd ziek. Juist in die periode verliep haar tijdelijk contract. Jenna hoorde hier niets over. Was haar tijdelijk contract omgezet in een contract voor onbepaalde tijd of was deze beëindigd? Moest ze daar niet over worden geïnformeerd? Haar werkgever wist van niets. Jenna liet het er niet bij zitten en stapte naar de rechter. Ze vordert doorbetaling loon, omdat haar contract zou doorlopen. Als deze toch beëindigd blijkt te zijn, dan wil ze een aanzegvergoeding ontvangen (maandsalaris).

Hoe zit het ook alweer?

Een tijdelijk contract eindigt van rechtswege en dus zonder opzeggen, aldus artikel 7:667 van het Burgerlijk Wetboek. Wel is sinds 2015 (Wet werk en zekerheid) een aanzegging vereist, ex artikel 7:668 van het Burgerlijk Wetboek. Dit houdt in dat de werkgever uiterlijk een maand voordat een arbeidscontract voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, de werknemer schriftelijk informeert over:

• wel of geen verlenging; en bij verlenging
• de voorwaarden waaronder.

Ook bij verlenging! Dus zelfs bij verlenging dient u als werkgever deze aanzegging te verzenden. Let op.  Vindt aanzegging niet tijdig plaats, dan is de werkgever gehouden tot betaling van een aanzegvergoeding tot maximaal een maandsalaris, aldus artikel 7:668 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. Uit rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat de aanzegging nog steeds schriftelijk moet ook al is het de werknemer al lang duidelijk dat het contract gaat eindigen. Zelfs als de werknemer er geen nadeel van heeft (zoals ingeval hij al een nieuwe baan heeft) (ECLI:NL:HR:2022:1374) .

Agendeer de datum. Of zet in uw arbeidsovereenkomst alvast de opmerking dat “hierbij de aanzegging plaatsvindt”.

Wettelijke verhoging. Jenna vordert over de maximale wettelijke verhoging, ex artikel 7:625 van het Burgerlijk Wetboek, betreffende 50% van de loonvordering. De rechter kan dat matigen en doet dat in dit geval ook. A BV had namelijk het nodige te stellen met haar in het laatste jaar. Het ging even niet zo goed met haar met veel verzuim tot gevolg. Jenna vertelde dat zij in een rouwperiode zat. In plaats van de tien rouwdagen uit de cao kreeg ze drie weken loondoorbetaling wegens rouw. Maar ook verscheen zij op een aantal maandagen niet op het werk wegens een taakstraf van 60 uur en een rijontzegging. Haar loon werd toen wel doorbetaald. Ze klaagt ook dat ze dakloos werd en hierdoor niet kon werken. A BV kon echter aantonen dat hij voor haar gedurende drie maanden onderdak had geregeld. Dat A BV haar probeerde te helpen, siert de werkgever, zo oordeelt de rechter.

Vervolg rechtszaak Jenna ...

De rechter constateert dat als zij om zulke redenen niet werkt, dit in de risicosfeer van de werknemer ligt. A BV ontkomt er niet aan om de aanzegvergoeding te moeten voldoen. Dit is simpelweg een wettelijke verplichting. Echter, de rechter is gevoelig voor hetgeen de werkgever te stellen had met Jenna en oordeelt dat A BV geen wettelijke verhoging hoeft te betalen. De rechter stelt deze op nihil (ECLI:NL:RBROT:2024:718) .

Voor meer informatie over de aanzegtermijn, ga naar https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 30, nr. 7.