EXCESSIEF LENEN - 03.06.2024

Wet excessief lenen: rechtens dan wel in feite, direct of indirect

In een kennisgroepstandpunt heeft de Belastingdienst zijn visie gegeven op de term ‘rechtens dan wel in feite direct of indirect’ voor toepassing van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap.

Ruim schuldenbegrip De Wet excessief lenen bij eigen vennootschap geldt niet alleen voor schulden die de ab-houder rechtstreeks aan zijn vennootschap heeft, maar ook voor schulden die de ab-houder ‘rechtens dan wel in feite direct of indirect’ heeft bij de vennootschap. Met de clausule rechtens, in feite, direct en indirect, heeft de wetgever duidelijk willen maken dat ook gevallen waarin er juridisch gezien geen sprake is van een schuld van de ab-houder aan zijn vennootschap, maar in materiële zin wel, de schuld meetelt voor de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap. Hierna volgt een aantal voorbeelden.

Inschakelen niet-verbonden persoon

In plaats dat de ab-houder rechtstreeks leent van de vennootschap, zou de vennootschap het geld ook eerst kunnen lenen aan zijn broer, die het geld vervolgens weer doorleent aan de ab-houder. Ervan uitgaande dat de broer geen reële rol vervult in deze leenconstructie, maar enkel is ingeschakeld in een poging de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap te ontlopen, valt de schuld van de ab-houder onder de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap.

Bancaire lening

Sluit de ab-houder een lening af bij de bank, dan is in de regel op deze lening de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap niet van toepassing. Dit is volgens de wetgever anders als de BV voor de lening op alle punten garant staat. Bepalend is of de bank bereid zou zijn geweest om de lening te verstrekken zonder garantstelling door de BV. De lening valt dus niet onder de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap als de garantstelling uitsluitend dient voor gunstige leningsvoorwaarden (zoals een lagere rente).

Uitgesloten schulden

Schulden van de ab-houder bij derden waarbij de aandelen in de BV als onderpand dienen, zijn uitdrukkelijk niet onder de regeling gebracht. Reden is de mogelijke overkill in de situatie dat er geld wordt geleend, omdat de BV geen dividend uit kan keren vanwege bedrijfsmatige investeringen. De staatssecretaris erkent dat dezelfde situatie zich kan voordoen in een situatie waarin er wel dividend kan worden uitgekeerd, maar in plaats daarvan extern wordt geleend waarbij de aandelen als onderpand dienen. Deze laatste situatie vindt hij onwenselijk. De staatssecretaris heeft wel gezegd dat indien dit veelvuldig voorkomt, de wet op dit punt wordt aangescherpt.

Kennisgroepstandpunt

In het licht van het voorgaande is het volgende Kennisgroepstandpunt (kg:003:2024:3) nog vermeldenswaardig.

Casus X is enig aandeelhouder van A BV. X heeft in 2023 in totaal € 900.000 geleend van A BV. Dit is € 200.000 hoger dan het maximumbedrag van € 700.000. X is voornemens om € 200.000 te lenen bij een bank en dit voor 31 december 2023 te gebruiken voor aflossing van zijn schulden aan A BV.A BV zal de door aflossing verkregen gelden aanwenden om te investeren in onroerend goed. Ter zake van de lening die X aangaat bij de bank, eist de bank een recht van hypotheek op het onroerend goed dat A BV verwerft. Op de vraag of de bancaire schuld, wordt aangemerkt als een schuld die X rechtens dan wel in feite direct of indirect heeft bij A BV antwoordt de Kennisgroep: “J a, de schuld die X aangaat bij de bank, wordt aangemerkt als een schuld die X rechtens dan wel in feite direct of indirect heeft bij A BV als bedoeld in art. 4.13 lid 1 onderdeel f Wet IB 2001. Zonder het vestigen van een recht van hypotheek op het door A BV aangeschafte onroerend goed, verkrijgt X geen lening van de bank. In deze situatie valt de schuld van X aan de bank daarom ook onder de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap en is er sprake van een fictief regulier voordeel van € 200.000”.

bz-advies

In het Hoofdlijnenakkoord is aangekondigd dat het hoogste ab-tarief wordt verlaagd van 33 naar 31%. Wacht daarom met het uitkeren van dividend of de verkoop van aandelen tot er meer duidelijkheid bestaat over het ab-tarief in 2025. In 2024 is de drempel voor excessief lenen verlaagd van € 700.000 naar € 500.000. Los, indien mogelijk, in 2024 zo veel mogelijk af op een excessieve lening tot € 500.000.

De Wet excessief lenen bij eigen vennootschap kent een ruim schuldenbegrip. Daardoor vallen ook leningen van een niet-verbonden persoon die geld leent van de vennootschap en doorleent aan de dga, onder het schuldenbegrip. Eveneens vallen onder het schuldenbegrip schulden aan de bank waarbij de BV volledig garant staat.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01