Meer regie door de overheid op woningbouw
Meer instrumenten
Er komen meer instrumenten om te bepalen waar, voor wie en hoeveel er wordt gebouwd.
Een volkshuisvestingsprogramma. Het rijk, provincies en gemeenten moeten verplicht een volkshuisvestingsprogramma maken. Hierin staat concreet hoeveel, waar en voor welke doelgroepen ze gaan bouwen. Het volkshuisvestingsprogramma is een uitwerking van de omgevingsvisie en vervangt de woonvisie.
De Omgevingswet. De grondwettelijke zorg voor voldoende woningen wordt vastgelegd in de Omgevingswet. Overheden kunnen deze wet inzetten voor de woningbouwopgave. Hierdoor kunnen het rijk en provincies juridisch knopen doorhakken, bijv. over nieuwbouwlocaties. Provincies moeten sturen op voldoende locaties in plannen van gemeenten.
Prestatieafspraken. Woningcorporaties en gemeenten spreken af waar er nieuwe sociale huur en middenhuur komt. Als dit spaak loopt, kan de minister een bindende uitspraak doen.
Bouwen van meer betaalbare woningen
2/3 deel betaalbare woningen. 2/3 deel van alle nieuwbouw moet bestaan uit betaalbare woningen, zowel koop als huur. Deze woningen zijn bestemd voor middeninkomens en lage inkomens. Let op. De prijsgrenzen van betaalbare woningen worden jaarlijks vastgelegd. Voor 2024 gelden de volgende prijsgrenzen:
- koopwoningen tot maximaal € 390.000;
- huurwoningen tot maximaal € 1.123.
Regionale verdeling van sociale huur. Gemeenten die nu weinig sociale huurwoningen hebben en onder het landelijk gemiddelde zitten, moeten 30% sociale huur in hun woningbouwprogramma opnemen. Gemeenten die juist veel sociale huurwoningen hebben, zetten in op bouwen voor middeninkomens. Zo moet er een goede balans in de regio ontstaan.
Kortere procedures
Aan te wijzen woningbouwcategorieën. Er kunnen categorieën van woningbouwprojecten worden aangewezen waarvoor de procedure bij de rechter wordt versneld. De bestuursrechter moet binnen zes maanden uitspraak doen, het beroep wordt versneld behandeld en de redenen van het beroep moeten binnen de beroepstermijn zijn ingediend. Bij vergunningverlening komt er één gang naar de rechter in plaats van twee.
Kleinere woningbouwprojecten. Om zorgvuldig ruimtegebruik te bevorderen, moeten nieuwe stedelijke ontwikkelingen goed onderbouwd worden aan de hand van een aantal criteria. Dit heet de Ladder voor duurzame verstedelijking. Voor projecten tot 50 woningen geldt deze Ladder niet meer.
Mantelzorgwoningen. Mantelzorgwoningen op het eigen erf worden vergunningsvrij.
Verdeling van urgent woningzoekenden
Verplichte urgentieregeling. Alle gemeenten moeten verplicht een urgentieregeling hebben en bijdragen aan de huisvesting van deze woningzoekenden in de regio. Onderling worden hierover afspraken gemaakt. Er wordt vastgelegd welke categorieën van woningzoekenden gemeenten in de urgentieregeling moeten opnemen. Het gaat om bijv. mensen die om medische redenen moeten verhuizen of mensen die uitstromen uit een maatschappelijke opvang.