Uw volgende stap

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, ECLI:NL:RBZWB:2024:957

[Rechtspraak]

Geen bezwaar mogelijk tegen een ambtshalve btw-teruggaaf

Teruggaaf van btw. In deze zaak wil een btw-ondernemer bezwaar indienen tegen een ambtshalve teruggaaf van btw. De mededeling die de BV heeft ontvangen, is geen teruggaafbeschikking, maar een ambtshalve teruggaaf. Rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2024:957) oordeelt dat er alleen bezwaar gemaakt kan worden tegen een teruggaafbeschikking en hiervan is in casu geen sprake. De BV kan dus geen bezwaar aantekenen en is daarom terecht ontvankelijk verklaard. Het gaat om een wat ingewikkelde casus, maar het oordeel van de rechtbank is duidelijk.

De casus

BV A geeft in 2006 een merknaam in licentie aan BV B. Omdat BV B de overeenkomst niet nakomt, sluit BV A in 2008 een overeenkomst in verband met de vordering en het recht op btw-teruggaaf. Een NV koopt de vordering en het recht op btw-teruggaaf voor € 1,8 miljoen. Over het tijdvak november 2012 verzoekt BV A om een btw-teruggaaf van € 1,8 miljoen. De BV maakt in 2013 bezwaar tegen de verleende btw-teruggaaf van € 2.500.

Vaststellingsovereenkomst. In de loop der jaren wordt er met de Belastingdienst over de btw-teruggaaf gecorrespondeerd. De teruggaaf wordt daarbij uiteindelijk, middels een vaststellingsovereenkomst (VSO), vastgesteld op € 878.000. Op last van een rechterlijke uitspraak wordt BV A opgedragen om de VSO te ondertekenen.

Ambtshalve teruggaaf. De Belastingdienst deelt op 28 januari 2021 aan BV A mee dat met de ondertekening van de VSO het bezwaar uit 2013 is ingetrokken. Tegelijkertijd stelt de Belastingdienst de teruggaaf vast op € 878.000.

Bezwaar en beroep. BV A maakt daartegen bezwaar, dat door de Belastingdienst niet ontvankelijk wordt verklaard. In beroep stelt BV A dat de VSO niet rechtsgeldig tot stand is gekomen en dat het bezwaar uit 2013 dan ook niet is ingetrokken. Ook dit bezwaar is volgens BV A ten onrechte niet ontvankelijk verklaard.

Oordeel rechtbank

Geen teruggaafbeschikking. De rechtbank oordeelt dat de mededeling van de Belastingdienst van 28 januari 2021 geen teruggaafbeschikking is, maar een ambtshalve teruggaaf.

Bezwaar niet ontvankelijk. Omdat daartegen geen bezwaar openstaat, heeft de Belastingdienst het bezwaar tegen deze mededeling terecht niet ontvankelijk verklaard. In zoverre is het beroep dan ook ongegrond. Ook is het bezwaar tegen de teruggaafbeschikking uit 2013 terecht niet ontvankelijk verklaard. Uit de gang van zaken blijkt volgens de rechtbank dat BV A de btw-vordering heeft overgedragen. De BV is aan deze overeenkomst gebonden. De BV kan dan via het bezwaar ook niet in een betere positie komen.

Conclusie

Een voor bezwaar vatbare beschikking. Tegen een ambtshalve teruggaaf kan in het algemeen geen bezwaar ingediend worden, omdat bezwaar alleen mogelijk is indien de wet bepaalt dat het besluit moet worden genomen in de vorm van een voor bezwaar vatbare beschikking. Let op.  Is een bepaalde beslissing van de Belastingdienst geen voor ‘bezwaar vatbare beslissing’, dan kunt u hiertegen geen bezwaar maken. De genomen beslissing staat daarmee in beginsel vast. Tip.  U kunt bijv. wel bezwaar maken tegen de voldoening van btw op de btw-aangifte en tegen naheffingsaanslagen als u van mening bent dat er te veel is voldaan of wordt nageheven.