PLATFORMEN - 03.06.2024

Big brother is watching you

DAC7 en CESOP zijn twee nieuwe Europese regelingen die zijn ingevoerd om btw-fraude en belastingontduiking tegen te gaan in de digitale economie.

Internetplatformen Steeds meer mensen verkopen spullen of leveren diensten via internetplatformen. Soms om er geld mee te verdienen, soms alleen tegen een kleine vergoeding van de kosten die ze maken. Ook verkopen steeds meer mensen via internetplatformen vanuit het perspectief van duurzaamheid. Staatssecretaris Van Rij heeft in een Kamerbrief (tk 2023-2024 31066, nr. 1377) onlangs uit de doeken gedaan welke consequenties deze regelingen hebben.

DAC7

Op grond van DAC7 (Richtlijn 2021/514) zijn digitale platformen verplicht om vanaf 1 januari 2023 gegevens te verzamelen en te rapporteren over verkopers die actief zijn op hun platform. Zo moeten onder andere namen, adressen, btw-nummers en financiële informatie van de verkopers worden gerapporteerd. Op die manier willen belastingdiensten meer inzicht krijgen in de inkomsten die verdiend worden via deze platformen en de consequenties hiervan voor de inkomstenbelasting en de btw. Exploitanten van digitale platformen moeten op een uniforme manier rapporteren aan de belastingautoriteit van één EU-lidstaat. Deze belastingautoriteit wisselt de informatie automatisch uit met de belastingautoriteiten van de relevante andere EU-lidstaten. De rapportageverplichting geldt als een verkoper 30 (of meer) verkooptransacties verricht of een bedrag van € 2.000 (of meer) per jaar ontvangt. De drempel is ingesteld vanwege verkopers van goederen die incidenteel actief zijn op platformen, zoals Vinted of Marktplaats. Wordt er over een verkoper niet gerapporteerd, dan betekent dat niet automatisch dat hij niet belastingplichtig is over de opbrengst van zijn transacties. De rapportagedrempel staat los van de vraag of een verkoper belasting is verschuldigd over de opbrengst van verkoop, verhuur of dienstverlening via online platformen. Niet iedereen hoeft aangifte te doen van de inkomsten. Voor de IB en de btw gelden andere criteria om vast te stellen of er sprake is van een ondernemer die belasting moet betalen.

Inkomstenbelasting

Voor de IB is het de vraag of er sprake is van een bron van inkomen. Bij verkopen door particulieren via internetplatformen is er sprake van een bron van inkomen als het doel van de verkoper is om voordeel te halen uit de verkopen en dit ook realistisch is. Als de kosten naar verwachting hoger zijn dan de vergoeding, dan is er geen bron van inkomen en hoeft de opbrengst niet te worden aangegeven. In de Kamerbrief wordt het volgende voorbeeld gegeven: “ met de verkoop van gebruikte kleding via een platform wordt een bepaald bedrag verdiend. De kosten voor het aanschaffen van de nieuwe kleding zijn in de regel hoger dan de verkoopopbrengst van de tweedehands kleding”. Er is dan geen bron van inkomen en er hoeft over deze opbrengst geen inkomstenbelasting betaald te worden. Als een verkoper met de verkoop van kleding via een platform geld probeert te verdienen, omdat de kleding naar verwachting met winst kan worden verkocht, dan kan er sprake zijn van een bron van inkomen, bijv. als de verkoper structureel de kleding voor een hogere prijs verkoopt dan de kostprijs.

Btw

Voor de btw is men ondernemer als het om de zelfstandige uitoefening van een bedrijf of beroep of de exploitatie van een vermogensbestanddeel gaat. Ook als iemand geen ondernemer is voor de IB, kan hij wel ondernemer zijn voor de btw. Er moet sprake zijn van economische activiteiten, dat wil zeggen: er moeten regelmatig prestaties worden verricht tegen een vergoeding. Het maken van winst is geen vereiste. Bij enkel incidentele verkopen is er geen sprake van een btw-ondernemer. Op basis van de economische activiteiten wordt bepaald of iemand btw-ondernemer is, los van de rechtsvorm of andere fiscale kwalificaties. Om te beoordelen of er sprake is van een btw-ondernemer, wordt er gekeken naar de hiernavolgende criteria.

  • Oefent de persoon zelfstandig een bedrijf of beroep uit? Winst maken is daarbij geen criterium. Ook een inschrijving bij de Kamer van Koophandel is niet doorslaggevend.
  • Als er naast een vaste baan nevenwerkzaamheden worden uitgevoerd, kan het zijn dat deze persoon daarvoor als btw-ondernemer wordt aangemerkt.
  • Bij de exploitatie van een vermogensbestanddeel of een recht is er ook sprake van een btw-ondernemer, denk aan de verhuur van een vakantiewoning.
  • Als er sprake is van incidenteel of alleen in besloten kring werkzaamheden uitvoeren, is er geen sprake van een btw-ondernemer.

Kleineondernemersregeling Voor de btw geldt een registratiedrempel van € 1.800 per kalenderjaar (per 2025 wordt dit € 2.200). Ondernemers met een jaaromzet onder deze drempel hoeven zich niet te melden bij de Belastingdienst. Zij hoeven geen btw af te dragen, maar kunnen ook geen btw terugvragen. Is de jaaromzet tussen de € 1.800 en € 20.000, dan kan er gebruikgemaakt worden van de kleineondernemersregeling (KOR). Als iemand bijv. eenmalig een tweedehands scooter verkoopt via een platform, dan kwalificeert deze persoon niet als btw-ondernemer. Maar als iemand via een platform gaat handelen in tweedehands scooters, dan komt het ondernemerschap voor de btw in beeld en is er over de verkopen in beginsel btw verschuldigd.

bz-advies

Verkoopt een klant goederen via een internetplatform, dan kunnen de gegevens over deze verkopen bij de Belastingdienst terechtkomen. Het platform moet deze gegevens (inclusief kwartaaloverzichten) ook naar de klant sturen.

Gegevensverwerking De Belastingdienst verwerkt, analyseert, beoordeelt en test de ontvangen DAC7-gegevens de komende periode. Bekeken wordt hoe de gerapporteerde gegevens gebruikt kunnen worden als contra-informatie in het kader van het toezicht en de handhaving van de geldende belastingwetten. Naar verwachting is dit in het laatste kwartaal 2024 afgerond.

CESOP

CESOP (Central Electronic System of Payment Information) is een centraal Europees systeem dat vanaf 1 januari 2024 operationeel is. Het verplicht betalingsdienstaanbieders, zoals banken en PayPal, om gegevens over grensoverschrijdende betalingen voor de verkoop van goederen en diensten te rapporteren. Deze betaalgegevens moeten het voor belastingdiensten gemakkelijker maken om btw-fraude bij e-commerce op te sporen.

Conclusie

Beide regelingen hebben als doel meer transparantie te creëren over online transacties en inkomsten, zodat het verschil tussen de te betalen en de daadwerkelijk betaalde btw kan worden verkleind. Ze maken deel uit van de bredere Europese aanpak om btw-fraude en belastingontduiking tegen te gaan. Daarom krijgen platformen te maken met potentieel zware boetes die oplopen tot honderdduizenden euro’s, evenals andere strafmaatregelen, zoals het blokkeren van diensten, als ze niet voldoen aan hun jaarlijkse DAC7-rapportageverplichtingen aan de belastingautoriteiten.

Zodra de Belastingdienst de DAC7-gegevens kan gebruiken en hieruit volgt dat er sprake is van belastbare bijverdiensten, kan de Belastingdienst een hoger inkomen vaststellen dan uit de aangifte blijkt. Voorkom problemen en check of er sprake is van een bron van inkomen (IB) en/of btw-ondernemerschap.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01