BURENRECHT - 14.06.2024

Alleen afwatering op natuurlijke wijze moet worden toegestaan

De eigenaar van het lagergelegen perceel moet toestaan dat het regenwater van het hogergelegen naburig perceel via zijn terrein afwatert. Zo staat dat in de wet. Maar welke voorwaarden gelden daarvoor? Wat zegt de rechter?

Wat speelde er?

Plastic buizen over het terrein. De percelen van Erik en Tom grenzen aan elkaar. Voor de afwatering van zijn terrein op de nabijgelegen sloot heeft Erik jaren geleden drie plastic buizen gelegd die liggen op de grond die nu aan Tom toebehoort. Deze is daar niet blij mee en eist dat de buizen worden verwijderd.

Vordering verjaard. Erik weigert actie te ondernemen. Omdat de buizen er al meer dan 20 jaar liggen en hij al deze tijd afwatert op de sloot, is er volgens Erik door verjaring een erfdienstbaarheid ontstaan. De vordering van Tom tot verwijdering van de buizen komt te laat (art. 3:306 BW) .

Voor meer informatie over erfdienstbaarheden, ga naar https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 29, nr. 6.

Lager perceel moet water opvangen

Bovendien staat er in de wet dat het lagergelegen erf het water moet opvangen dat van nature van het hogergelegen erf afloopt (art. 5:38 BW) . De eigenaar van het lagergelegen erf (Tom) heeft dat dus maar te dulden. Als het voor Erik niet meer mogelijk is om het water via de plastic buizen af te wateren, heeft hij te kampen met een ernstige mate van wateroverlast. Het is in strijd met de redelijkheid en billijkheid als de vordering van Tom zou worden toegewezen.

Wat zegt de rechter?

Geen bewijs voor verjaring. Dat er ten behoeve van het perceel van Erik en ten laste van het perceel van Tom door verjaring een erfdienstbaarheid is ontstaan, is volgens Rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2023:7564) onjuist. Daarvoor is geen enkel bewijs en dat wordt door Tom ook betwist. Hij kan een verklaring overleggen van een deskundige van het waterschap waarin staat dat in ieder geval een van de waterafvoerputten het op basis van het wortelstelsel van de bomen niet meer gedaan kan hebben.

Alleen natuurlijke afwatering. Het klopt inderdaad, zoals Erik stelt, dat het lagergelegen erf het water moet opvangen van het hogergelegen erf. Maar dat geldt alleen voor water dat op natuurlijke wijze afvloeit. Daartoe behoort niet afwatering door middel van plastic buizen. Daarbij is er geen enkel bewijs dat het perceel van Tom lager ligt dan het perceel van Erik.

Geen bewijs voor wateroverlast. Erik heeft een beroep gedaan op de redelijkheid en billijkheid op basis waarvan Tom de plastic buizen op zijn terrein zou moeten toestaan, maar ook dat beroep slaagt niet. Er is geen bewijs voor zijn stelling dat er op zijn terrein ernstige wateroverlast zou ontstaan als de buizen worden verwijderd. Bovendien is het perceel van Erik groot genoeg. Het is heel goed mogelijk om op een andere plek van zijn terrein op de sloot af te wateren.

Buizen bij buurman moeten weg. De rechter oordeelt dat Erik de plastic buizen die liggen op de grond van Tom moet verwijderen en verwijderd moet houden. Het deel van de buizen die op zijn eigen grond liggen, mag hij uiteraard laten liggen. Maar het wordt Erik door de rechter verboden om het regenwater door middel van deze buizen op de grond van Tom af te wateren. Ook moet Erik € 1.637 aan proceskosten betalen.

De eigenaar van het lagergelegen terrein moet toestaan dat het regenwater van het hogergelegen erf op zijn grond afwatert. Maar dat geldt alleen voor afwatering op natuurlijke wijze. Hij hoeft geen plastic buizen op zijn grond te dulden. Daarbij moet er worden bewezen dat het perceel van de buurman hoger ligt dan het eigen perceel.


Uw volgende stap


Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01