BESLOTEN VENNOOTSCHAP - 30.05.2024

Partner die regelmatig meewerkt in dienst nemen van uw BV?

Aanmerkelijk belang

Als directeur-grootaandeelhouder (dga) van uw BV heeft u een aanmerkelijk belang. U heeft immers meer dan 5% van de aandelen van uw BV in bezit. Voor u als dga geldt dan ook de gebruikelijkloonregeling. Let op.  Deze gebruikelijkloonregeling geldt ook voor uw partner die u in dienst neemt van uw BV. Binnen het aanmerkelijkbelangregime geldt namelijk de zogenaamde ‘meetrekregeling’ (art. 4.10 Wet IB 2001) .

Meetrekregeling? Als de fiscale partner van een belastingplichtige een aanmerkelijk belang bezit in een vennootschap, worden de tot het vermogen van de belastingplichtige behorende aandelen in of winstbewijzen van diezelfde vennootschap ook aangemerkt als een aanmerkelijk belang. Hetzelfde principe geldt als een bloed- of aanverwant in de rechte lijn (grootouders, ouders en kinderen) van de belastingplichtige of zijn fiscale partner een aanmerkelijk belang bezit in een vennootschap.

Wanneer fiscaal partner? Uw fiscale partner is degene met wie u gehuwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft. Maar ook als u met iemand op hetzelfde woonadres staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) is diegene uw fiscale partner als daarbij wordt voldaan aan een van de hiernavolgende voorwaarden.

• U heeft een notarieel samenlevingscontract en bent beiden meerderjarig.
• U heeft samen een kind.
• Een van u heeft een kind van de ander erkend.
• U heeft zich geregistreerd als pensioenpartners bij een pensioenfonds.
• U bent gezamenlijk eigenaar van een eigen woning waarin u beiden woont (hoofdverblijf).
• U bent beiden meerderjarig, waarbij op uw woonadres tevens een minderjarig kind van ten minste een van uw beiden staat ingeschreven. Let op.  Heeft u met uw partner een zakelijke huurovereenkomst, dan bent u geen fiscaal partners.
• U en uw partner waren in het voorgaande jaar al fiscale partners.

Ook gebruikelijk loon voor partner

Zo geldt dus ook voor uw partner dat het gebruikelijk loon vastgesteld moet worden op het hoogste bedrag van de volgende drie bedragen:

• 100% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
• het loon van de meestverdienende werknemer van de vennootschap of van een verbonden vennootschap;
• de wettelijke ondergrens van € 56.000 (2024).

Lager loon? U mag het gebruikelijk loon lager vaststellen als u aannemelijk maakt dat:

• het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan € 56.000. U stelt het gebruikelijk loon dan vast op 100% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
• 100% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan het loon van de meestverdienende werknemer van de vennootschap of van een verbonden vennootschap. U stelt het loon dan vast op 100% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.

Partner werkt parttime mee?

Werkt uw partner parttime? Ook dan moet u uitgaan van een gebruikelijk loon van € 56.000 (2024). Dit loon mag u niet automatisch lager vaststellen. Net als bij een voltijdsituatie moet er aannemelijk worden gemaakt dat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of het loon van de meestverdienende werknemer lager is dan € 56.000.

Voorbeeld.Uw partner werkt twee dagen per week voor uw BV. U kunt aannemelijk maken dat het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking voor een voltijdsfunctie € 50.000 bedraagt. U mag het gebruikelijk loon vaststellen op 2/5 deel van € 50.000 = € 20.000.

Meest vergelijkbare dienstbetrekking? De meest vergelijkbare dienstbetrekking is de dienstbetrekking die van alle dienstbetrekkingen het meest vergelijkbaar is met de dienstbetrekking van de ab-houder (in dit geval uw partner). Het hoeft dus niet precies hetzelfde werk te zijn. Hierbij speelt een aanmerkelijk belang geen rol. Tip.  U kunt dit onderbouwen met openbare bronnen, zoals met personeelsadvertenties, gepubliceerde salarisschalen, cao’s en branche-informatie.

Gebruikelijk loon € 5.000 of lager. U hoeft de gebruikelijkloonregeling niet toe te passen als het loon voor de verrichte werkzaamheden € 5.000 of lager is. Uiteraard moet u over het loon dat u uitbetaald, wel loonheffingen betalen.

Wat zijn de voordelen?

Vennootschapsbelasting. Het loon dat u betaalt aan uw partner, verlaagt de winst van uw BV. Hierdoor betaalt u minder vennootschapsbelasting.

Arbeidskorting. Uw partner heeft recht op arbeidskorting. Voor uw partner gelden namelijk dezelfde belastingregels als voor andere werknemers. De BV houdt als werkgever loonheffingen in over het salaris en uw partner betaalt net als elke werknemer inkomstenbelasting. In 2024 levert een bruto jaarinkomen van € 39.957 de maximale arbeidskorting op van € 5.532.

Kinderopvangtoeslag. Als uw kind naar de kinderopvang gaat, komt u mogelijk in aanmerking voor kinderopvangtoeslag, omdat zowel u als uw partner werken. De hoogte van deze toeslag is onder meer afhankelijk van het inkomen van u en uw toeslagpartner, het aantal kinderen en het soort opvang. Voor de bepaling van het recht op kinderopvangtoeslag wordt uitgegaan van het aantal gewerkte maanden van de minst werkende ouder.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting. Als u een kind heeft dat op 1 januari 2024 jonger is dan twaalf jaar (geboren na 31 december 2011), dan kan de minstverdienende van u twee in aanmerking komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Een van de voorwaarden is dat het arbeidsinkomen van de minstverdienende hoger moet zijn dan € 6.073. De maximale IACK in 2024 bedraagt € 2.950 bij een arbeidsinkomen vanaf € 31.837.

Gezagsverhouding. Een van de criteria voor een dienstbetrekking is dat er een gezagsverhouding bestaat tussen de werknemer en de werkgever. Deze gezagsverhouding houdt in dat u als werkgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat uw partner voor de BV uitvoert. In veel gevallen zal er echter geen sprake zijn van een dergelijke gezagsverhouding tussen u en uw partner. In dat geval wordt de arbeidsverhouding van uw partner aangeduid als een fictieve dienstbetrekking.

Werknemersverzekeringen. Indien er sprake is van een fictieve dienstbetrekking, dan is uw partner niet verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Uw BV hoeft dan geen premies voor de werknemersverzekeringen (WW, WAO, WIA en ZW) te betalen.

Auto van de zaak. Indien u beiden werkzaam bent bij uw BV en u beiden gebruiktmaakt van de auto van de zaak, dan kunt u de fiscale bijtelling voor het privégebruik van de auto verdelen over u en uw partner. Het verdelen van de bijtelling kan voordelig zijn als uw partner in een lager belastingtarief valt als u. Let op 1.  Het moet wel aannemelijk zijn dat uw partner de auto zowel voor zakelijke doeleinden nodig heeft als voor privédoeleinden gebruikt. De verdeling van de fiscale bijtelling voor het privégebruik moet daarbij aansluiten bij de werkelijkheid. Let op 2.  Het verdelen van de bijtelling kan van invloed zijn op de heffingskortingen. Bereken daarom vooraf of het verdelen van de bijtelling voordelig is.

Fiscaal gunstige regelingen. U kunt uw partner diverse fiscaal voordelige regelingen aanbieden. Denk hierbij aan een vaste kostenvergoeding, fiets van de zaak, mobiele telefoon van de zaak, e.d.

Schaduwkanten?

Buiten dat voor uw partner de gebruikelijkloonregeling geldt, zult u er rekening mee moeten houden dat bij een eventuele scheiding of uit elkaar gaan u uw partner waarschijnlijk zult ontslaan. De BV zal dan een transitievergoeding moeten betalen.