Deelmobiliteit in plaats van een auto kopen iets voor u?

Steeds populairder. Zo gaf maar liefst 82% van alle MKB-bedrijven onlangs aan in de toekomst over te stappen naar het delen van vervoermiddelen, in plaats van deze zelf in bezit te hebben. Maar wat zijn de fiscale aspecten van deelmobiliteit en hoe dient u hier rekening mee te houden?

Deelmobiliteit

Bij deelmobiliteit kunt u denken aan het huren van tal van vervoermiddelen, zoals een auto, bestelbusje of fiets. We gaan even voorbij aan leasen, omdat dit in de praktijk vaak neerkomt op all-in kopen op afbetaling. De fiscale verschillen tussen kopen en de meeste vormen van leasen zijn dan ook beperkt. Huren verschilt daarentegen fiscaal wel van kopen. U bezit het vervoermiddel namelijk niet en kunt er maar beperkt over beschikken. Dit betekent echter ook dat u verlost bent van de zorgen die aan het bezit van een vervoermiddel vastzitten, zoals het onderhoud. Anderzijds kunt u ook minder makkelijk over het vervoermiddel beschikken. Het staat immers niet voor uw deur te wachten tot het gebruikt gaat worden.

Geen investering. Een belangrijk fiscaal aspect is dat er bij deelmobiliteit geen sprake is van een investering. U hoeft dus geen kapitaal mee te brengen of te lenen om het bedrijfsmiddel te kunnen gebruiken. Het bedrijfsmiddel staat ook niet op uw balans. In plaats van afschrijvingskosten maakt u bij deelmobiliteit alleen huurkosten. Ook bijkomende kosten, zoals verzekering en brandstof, zitten meestal bij de huurprijs inbegrepen. Omdat u niet investeert, heeft u ook geen recht op eventuele investeringsaftrekken. Let op.  De verhuurder meestal ook niet, zodat dit wel weer negatief op de prijs uitpakt.

Kosten aftrekbaar? De huurkosten van een vervoermiddel zijn aftrekbaar van uw winst, ervan uitgaande dat het vervoermiddel zakelijk wordt gebruikt. Dit zult u desgewenst aan moeten kunnen tonen, want als u bijv. een auto huurt, is het niet bij voorbaat duidelijk of u deze zakelijk gebruikt of voor een ritje naar het strand. Bij een gecombineerde rit zult u een onderverdeling in gemaakte kilometers moeten maken.

Geen auto voor u en personeel

Deelmobiliteit betekent dat u en uw werknemers in beginsel niet kunnen beschikken over een auto van de zaak. Let op.  Dat wordt anders als een auto naast zakelijk ook privé gebruikt wordt. In dat geval staat er gewoon een auto ter beschikking en is voor de betreffende periode ook gewoon de bijtelling van toepassing. Wilt u dat niet, dan mag de auto maar beperkt privé worden gebruikt of niet ter beschikking staan als deze niet zakelijk wordt gebruikt, bijv. door de werknemer na het werk de sleutels in te laten leveren.

Kiest u voor deelmobiliteit?

Aan deelmobiliteit zit ook een aantal fiscale aspecten. Voor de aftrek van de kosten is het van belang dat het vervoermiddel aantoonbaar zakelijk is gebruikt. Dit is uitvoeringstechnisch lastig en is te vergelijken met het bijhouden van kilometers als u uw privéauto zakelijk gebruikt. Verder is natuurlijk de vraag van belang of deelmobiliteit voor uw bedrijf in de praktijk werkt en of het ook goedkoper is. Tip.  Wilt u overstappen op deelmobiliteit, dan is het raadzaam dit eerst op kleine schaal te proberen, zodat u in de praktijk de voor- en nadelen ervaart alsmede de kosten, alvorens een definitief besluit te nemen.