Herstelwet box 3, wat is de stand van zaken?
In strijd met discriminatieverbod. Een belastingplichtige met alleen een AOW-uitkering, maar wel met ruim € 200.000 spaargeld, waarvan circa € 160.000 belast in box 3, maakte bezwaar tegen de aanslagen inkomstenbelasting 2016 en 2017, omdat het effectieve box 3-tarief over de spaarrente boven 100% ligt. Deze extreem hoge belasting vindt deze belastingplichtige een schending van zowel zijn eigendomsrecht als het discriminatieverbod. Sinds 2017 belast de wetgever alle box 3-plichtigen alsof hun risico, vermogenssamenstelling en rendement gelijk zijn aan het gemiddelde risico, rendement en vermogenssamenstelling. Als iedereen dicht bij het gemiddelde zit, is dat misschien verdedigbaar, maar niet als de spreiding in rendementen enorm is. In dit geval vindt de A-G dat de box 3-heffing over 2017 in strijd is met het discriminatieverbod. Volgens de A-G geldt hetzelfde voor de box 3-heffing over 2016, maar deze vindt het niet aan de rechter om een beter stelsel te bedenken. Wel kan de rechter, als de wetgever verzuimt de strijd met het discriminatieverbod op te heffen, op enig moment besluiten om tegenbewijs toe te laten, zodat belastingplichtigen naar hun werkelijke rendement belast kunnen worden in plaats van naar een fictief wettelijk rendement.
Nieuwe wetgeving pas vanaf 2027. Het huidige (demissionaire) kabinet is van plan om pas vanaf 2027 het werkelijk behaalde rendement te belasten. Het is dus erg onzeker of de tijdelijke wetgeving tot en met 2026 standhoudt.
Stel uw rechten veilig. In afwachting van de beslissing van de Hoge Raad is het raadzaam om uw rechten zo veel mogelijk veilig te stellen door bezwaar te maken tegen de belastingheffing in box 3 als het werkelijk rendement over uw box 3-vermogen lager is dan het fictieve rendement waarover de box 3-heffing is berekend.
Maak uw profiel aan om dit advies en vele andere adviezen te kunnen ontdekken.