Belastingheffing over grensoverschrijdende pensioenuitkeringen
Inleiding
Nederland is een pensioenopbouwend land. Naast de haast automatische opbouw van AOW-aanspraken, bouwen veruit de meeste deelnemers aan het arbeidsproces een aanvullende oudedagsvoorziening op. Hoewel meestal op een wat bescheidener niveau, is pensioenopbouw in veel andere landen ook min of meer gebruikelijk.
Omkeerregel In veruit de meeste situaties vindt belastingheffing over de oudedagsvoorziening pas plaats op het moment dat de uitkeringen worden gedaan. Rechtstheoretisch naar onze mening de enige juiste wijze van belasting heffen over oudedagsvoorzieningen, maar het levert feitelijk in de praktijk wel de nodige problemen op. In deze bijdrage komen twee uitspraken aan bod.
Duitsland De eerste uitspraak (ecli:nl:rbzwb:2022:6308) is van Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het betreft een inwoner van Duitsland. In 2017 heeft hij vanuit Nederland een AOW-uitkering (€ 2.472) en een pensioenuitkering (€ 23.281) ontvangen. Deze belastingplichtige meent dat hij in Nederland hierover geen belasting hoeft te betalen, omdat hij in Duitsland al belasting heeft betaald. Volgens artikel 17 van het Belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland mag de bronstaat (hier: Nederland) heffen, omdat het pensioen uit Nederland meer dan € 15.000 is. Een duidelijke zaak.
België De tweede uitspraak is ook een zaak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant (ecli:nl:rbzwb:2022:6312) . Het gaat hier om een inwoner van België. Deze belastingplichtige heeft uit Nederland drie pensioenuitkeringen en een AOW-uitkering ontvangen. Na enkele jaren melden de Belgische autoriteiten aan de Nederlandse Belastingdienst dat deze belastingplichtige hierover in België geen belasting heeft betaald. Daarom heeft de Nederlandse Belastingdienst alsnog een aanslag opgelegd voor de pensioenuitkeringen. Ook hier komt de rechtbank tot de duidelijke conclusie dat Nederland op grond van het belastingverdrag tussen Nederland en België kan heffen over de onderhavige uitkeringen.
Grensoverschrijdende pensioenen Op zich zijn de twee zaken niet zo bijzonder. Echter, bij grensoverschrijdende pensioenen heeft de Belastingdienst vaak wat minder zicht op de pensioenuitkeringen. Immers, de belastingplichtige woont in een ander land en vaak is niet duidelijk hoe dat andere land met de uitkering omgaat. Dat kan relevant zijn voor het al dan niet kunnen heffen over deze uitkeringen in Nederland. De belastingplichtigen uit de onderhavige zaken moeten nu dus alsnog in Nederland belasting betalen en dat gaat dan nog een paar jaar terug. Een rekening waar men wellicht geen rekening mee had gehouden. Maar uiteindelijk is het natuurlijk terecht dat deze belasting moet worden betaald.
Complexiteit Hoewel de kort besproken zaken niet zo complex waren, kan dit bij andere grensoverschrijdende pensioenen wel het geval zijn. Ook de situatie andersom, dus pensioenen die vanuit het buitenland worden betaald aan een inwoner van Nederland, kunnen vragen oproepen en hierbij zijn antwoorden niet altijd eenvoudig te geven. Probeer maar eens te achterhalen hoe de betreffende pensioenregeling fiscaal werd behandeld in dat andere land als men alleen maar stukken heeft in een vreemde taal en dat moet wel duidelijk worden om tot een goed oordeel te komen. Maar denk ook aan pensioenen van internationale organisaties, waar de Hoge Raad zich al een paar keer over gebogen heeft (stcrt. 2022-21897) . Complexe materie waar deskundigen voor nodig zijn om tot een goed oordeel te komen.
bz-advies
Grensoverschrijdende pensioenen zijn vaak complex. Het is daarom aanbevelenswaardig een deskundige in te schakelen.
Tot slot
Het is niet meer dan terecht dat binnen- of buitenlandse belastingplichtigen de verschuldigde belasting betalen over hun pensioenuitkeringen. De schimmigheid van het buitenland benutten om hieraan te ontkomen, is niet fraai (zonder hierbij te stellen dat de belastingplichtigen in de besproken zaken dat hebben gedaan).