Box 3-bezittingen overdragen aan BV?
Spaarvariant. Een geheel nieuw systeem van belastingheffing in box 3 zal naar verwachting pas in 2026 of mogelijk zelfs later ingaan. Tot dat moment bent u gebonden aan de zogenaamde ‘spaarvariant’. Hierbij wordt de heffing in box 3 bepaald door rekening te houden met het soort bezittingen dat u heeft (spaargeld of beleggingen). Daarover wordt vervolgens een vast rendement berekend waarover u inkomstenbelasting betaalt.
Hoog forfaitair rendement. Deze berekening valt voor spaarders gunstig uit. Zij hoeven immers slechts rekening te houden met een zeer laag rendement. Voor overige bezittingen, zoals vorderingen en beleggingen, geldt echter een veel hoger forfaitair rendement. Voor 2023 zal dit maar liefst 6,17% bedragen. Dit betekent dat de Belastingdienst ervan uitgaat dat u dit rendement maakt op uw vordering of belegging. Vervolgens betaalt u hierover 32% (2023) inkomstenbelasting.
Effectief zeer hoge heffing. Deze systematiek zorgt ervoor dat bepaalde bezittingen fiscaal zeer zwaar worden belast in box 3. Denk aan een vordering waarop u slechts 2% rente ontvangt. Daarover wordt u wel fictief tegen een rendement van 6,17% belast. Het effectieve tarief wordt hierdoor 6,17% / 2% x 32% = 98,72%! Voer voor nieuwe rechtszaken zou men denken. Maar voorlopig is het vooral voor u van belang dat u de fiscale gevolgen hiervan beperkt.
Overdragen aan een BV
Kapitaalstorting op aandelen. Dit kan door dergelijke bezittingen tijdig over te dragen aan een BV. Door deze te gebruiken als storting op aandelen (als kapitaal of agio) gaat het eigendom over op de BV. U hoeft hierover dan geen heffing in box 3 meer te betalen. De BV wordt belast voor het daadwerkelijke rendement op deze bezittingen en niet voor het veel hogere fictief rendement. Let op. De peildatum voor box 3 in 2023 is 1 januari 2023. U zult dus snel actie moeten ondernemen om forse belastingheffing te voorkomen.
Keuze
Voor welke bezittingen geldt dit nu? Het moet gaan om bezittingen anders dan spaargeld, waarop u een laag rendement maakt. Denk bijv. aan obligaties of vorderingen met een lage rente.
Vermogenswinst. Verder is het belangrijk om te beseffen dat u in box 3 geen belasting betaalt over vermogenswinsten, maar in de BV wel. Let op. De overdracht van bezittingen waarop forse verkoopwinsten te verwachten zijn, is dus niet handig. Zeker niet als u hierdoor ook nog te maken zou krijgen met overdrachtskosten, zoals de overdrachtsbelasting bij onroerende zaken.
Omslagpunt 2023 ligt bij 4,84%
Als we uitgaan van een vennootschapsbelastingtarief van 19% in de BV en een box 2-tarief van 26,9% (in 2023), dan levert dit een gecombineerd tarief op van 40,79%. Dit betekent dat het omslagpunt ligt op een rendement van 4,84%. Levert uw bezitting meer op, dan kunt u deze het beste in box 3 laten. Levert uw bezitting minder op, dan is de BV aantrekkelijker. Let op. Hierbij gaan we ervan uit dat u direct afrekent in box 2. In de praktijk kan deze heffing worden uitgesteld, waardoor de BV ook bij hogere rendementen aantrekkelijk wordt.
Kosten. Als u hiervoor een BV moet oprichten, spelen de kosten daarvan ook een rol. Bij (ook een bestaande) BV moet u eerst weer naar de notaris om agio of aandelen te laten terugbetalen.