AANSPRAKELIJKHEID - 29.11.2022

Aansprakelijkheid na ontbinden Vof

In de voorliggende zaak gaat het om een Vof met twee firmanten. Op basis van de eerste btw-aangifte over 2016 is er een btw-teruggaaf uitbetaald op de privérekening van firmant A. Op een later tijdstip is er een suppletieaangifte ingediend, waaruit een te betalen btw-bedrag voortkomt. De Vof heeft de btw niet voldaan, waarna een naheffingsaanslag voor het niet betaalde btw-bedrag is uitgereikt met rente, boetes en overige kosten.

Vof ontbonden Firmant A is van mening dat het te betalen bedrag niet op hem kon worden verhaald, omdat A zich had uitgeschreven als vennoot, waardoor de Vof volgens hem is ontbonden. De Hoge Raad (ecli:nl:hr:2022:766) heeft beslist dat firmant A desondanks aansprakelijk is op grond van artikel 33 lid 1 aanhef en c van de Invorderingswet 1990, omdat de btw-schulden zijn ontstaan voor of tijdens de periode waarin A bestuurder van de Vof was. De aansprakelijkheid voor deze belastingschulden eindigt dus niet doordat de betrokkene ophoudt bestuurder van het lichaam te zijn. Evenmin eindigt deze aansprakelijkheid indien het lichaam wordt ontbonden.

bz-advies

De ontbinding van de Vof leidt er dus niet toe dat de aansprakelijkheid voor het verleden ophoudt te bestaan. Houd hier dus rekening mee als u firmant bent in een Vof. Een gelijksoortige regeling geldt overigens voor onderdelen van een (voormalige) fiscale eenheid btw.

Ex-bestuurder In een ander arrest (ecli:nl:hr:2020:1502) besliste de Hoge Raad dat uit de strekking van art. 33 lid 1 aanhef en letter a van de Invorderingswet 1990 moet worden afgeleid dat de aldaar bedoelde hoofdelijke aansprakelijkheid de belastingschulden van het lichaam betreft die materieel zijn ontstaan voor of tijdens de periode waarin de betrokkene bestuurder van dat lichaam is of was. Deze aansprakelijkheid eindigt niet doordat de betrokkene ophoudt bestuurder van het lichaam te zijn.

Civielrechtelijk De ontvanger kan ook gebruikmaken van de civielrechtelijke mogelijkheid tot aansprakelijkstelling. Als een firmant uittreedt uit de Vof, dan blijft hij civielrechtelijk in privé aansprakelijk voor alle schulden van de Vof die bestaan tot het moment van zijn uittreding. Firmanten kunnen hun privéaansprakelijkheid deels beperken door in de vennootschapsovereenkomst op te nemen dat iedere vennoot slechts tot een bepaald bedrag zelfstandig bevoegd is om namens de Vof te handelen. Alleen als deze beperking van de rechtsbevoegdheid is ingeschreven in het Handelsregister, kan de Vof (en de andere firmanten) niet aansprakelijk worden gesteld voor zover een firmant zijn boekje te buiten is gegaan.