PRIVACY - 19.09.2022

Beveiligingscamera’s: hoe geen inbreuk op privacy?

Beveiligingscamera’s zijn vaak nuttig. Een eigenaar heeft een zwaarwegend belang om zijn eigendommen te beschermen. Maar de camera’s kunnen inbreuk op de privacy van de buren veroorzaken. Welk belang weegt er dan zwaarder?

Beveiligingscamera’s bij bedrijfspand

Om inbraak in zijn bedrijfspand te voorkomen, heeft Bart enkele beveiligingscamera’s opgehangen. Zijn buurman Henk is daar niet van gediend. Volgens hem hebben de camera’s zicht op zijn woning en tuin. Dat ervaart hij als een inbreuk op zijn privacy. Daarom eist hij dat de camera’s worden verwijderd of in ieder geval zodanig worden verplaatst of gedraaid dat ze geen zicht meer hebben op zijn terrein.

Beelden worden geblokt. Bart vindt dat allemaal maar flauwekul. Hij zegt dat de camera’s niet zijn gericht op het perceel van Henk. Daar is hij ook helemaal niet in geïnteresseerd. Het gaat hem alleen om inbraakpreventie. Als Henk vraagt of hij de beelden van de camera’s mag bekijken, wordt dat door Bart geweigerd. Wel geeft hij aan Henk een schriftelijke verklaring van het bedrijf dat de camera’s heeft geïnstalleerd. Daarin staat dat de beelden van het perceel van de buurman door middel van een filter zijn afgeschermd en geblokt. Dat moet voldoende zijn.

Afwegen van belangen. Camera’s kunnen inbreuk maken op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. In beginsel is er dan sprake van een onrechtmatige daad, tenzij daarvoor een rechtvaardigingsgrond aanwezig is. Of dat zo is, hangt af van alle omstandigheden van het geval. Daarbij moet de ernst van de inbreuk worden afgewogen tegen de belangen die met de inbreukmakende handelingen worden gediend (ECLI:NL:HR:2002:AD9609) .

Verwijderen hoeft niet van rechter. Het enkele feit dat de tuin van Henk mogelijk voor een deel in het zicht van de camera’s kan worden gebracht, is onvoldoende om te stellen dat het plaatsen van deze camera’s onrechtmatig is. Bart heeft een zwaarwegend belang om zijn eigendommen tegen inbraak te beschermen. De camera’s hoeven van de rechter daarom niet te worden verwijderd.

Inzicht geven in de gemaakte beelden. Wel had Bart gemakkelijk de zorgen van Henk over zijn privacy weg kunnen nemen, door hem inzicht te geven in de beelden die worden gemaakt. Deze medewerking heeft Bart steeds geweigerd. Dat doet vermoeden dat de vrees van Henk dat de camera’s wel degelijk zicht hebben op zijn woning en tuin terecht is.

Te omzeilen? De verklaring van het beveiligingsbedrijf dat de beelden van de camera’s gedeeltelijk worden gefilterd en geblokt, zegt de rechter niet zo veel. Zonder medewerking van Bart is het immers niet te controleren of de beelden die van het perceel van Henk worden gemaakt, voldoende zijn afgeschermd. Evenmin valt te controleren of het digitale filter op eenvoudige wijze kan worden omzeild of uitgeschakeld. De enkele mededeling van Bart dat hij niet weet hoe hij dat zou moeten doen, kan de rechter niet overtuigen.

Hoe oordeelt de rechter?

Bart moet van de rechter (ECLI:NL:RBNHO:2022:6213) de beveiligingscamera’s zodanig verplaatsen of verwijderen dat ze geen beelden meer kunnen maken van de woning en de tuin van Henk. Om te controleren of dit het geval is, moet hij inzage geven in de beelden aan een deurwaarder. Deze kan controleren of het rechterlijk bevel door Bart is opgevolgd.

Een eigenaar heeft het recht om zijn eigendom te beschermen door het plaatsen van beveiligingscamera’s. Daarbij heeft hij wel de plicht om inbreuk op de privacy van de buren te voorkomen. Het is raadzaam om dit met de buren te bespreken en hen inzicht te geven in de beelden die worden gemaakt. Daarmee staat u sterk.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01