ZZP’ERS - 17.12.2020

Handhaving constructies met zzp’ers opnieuw uitgesteld

Soms zit het mee …

Brief. De regelgeving inzake het beoordelen van arbeidsrelaties en de aanpak van schijnconstructies blijft de overheid (en ook het midden- en kleinbedrijf) bezighouden. Veel eerdere pogingen op dit onderwerp zijn roemloos ten onder gegaan. Echte stappen lijken maar niet gemaakt te worden. In een brief aan de Tweede Kamer maakt Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) melding van een nieuwe tegenslag.

Bestrijding schijnconstructies

Voorlopig geen boetes. De Belastingdienst gaat vooralsnog vanaf begin 2021 geen, zoals de bedoeling was, boetes uitdelen aan bedrijven die (schijn)zelfstandigen inschakelen op een zodanige manier dat er in feite sprake is van een dienstverband.

Geen afstel. Het is uiteraard wel degelijk de bedoeling om op termijn daadwerkelijk te gaan handhaven en waar gepast, boetes op te leggen.

Ervaring opdoen. Er moet nog langer geëxperimenteerd worden met een leidraad voor opdrachtgevers. Pas vanaf begin oktober 2021 kan er worden gehandhaafd, laat minister Koolmees aan de Tweede Kamer weten. Maar het kan ook later worden.

Hoe gaat het nu? De Inspectie SZW (voorheen de arbeidsinspectie) en de Belastingdienst controleren ook nu op schijnconstructies met zzp’ers. Dit gebeurt op basis van de huidige regelgeving en eerder gedane toezeggingen. Tenzij het gaat om handelen tegen betere weten in, blijven boetes en correcties veelal achterwege.

Proefdraaien met webmodule

De webmodule. Vanaf januari 2021 wordt een halfjaar lang een proef gedraaid met een webmodule die is ontwikkeld voor het beoordelen van de (arbeids)relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Bij degenen die al langer met deze problematiek te maken hebben, roept dit wellicht enige argwaan op, omdat eerdere pogingen tot het ontwikkelen van een dergelijke webmodule faliekant zijn mislukt. Waarschijnlijk is het daarom dat Minister Koolmees een slag om de arm houdt over het moment dat de handhaving start.

Deelname aan het ‘experiment’

Vraag en antwoord. In het kader van de deelname aan het experiment moeten opdrachtgevers vragen invullen over de relatie met de opdrachtnemer.

Zelfstandig of niet. De vragenlijst moet uiteindelijk antwoord geven op de vraag of de te verrichten arbeid door een werknemer moet worden uitgevoerd of dat een zelfstandige zonder personeel (zzp’er) het ook kan doen.

Nergens aan vast. Opdrachtgevers die de vragenlijst tijdens de proef invullen, zijn niet juridisch gebonden aan de uitkomst ervan. Na de proef wordt de module geëvalueerd. De handhaving van schijnconstructies wordt pas na de evaluatie opgebouwd, op zijn vroegst vanaf 1 oktober.

Knelpunten inventariseren. Voordat de Belastingdienst gaat handhaven, moet er eerst nog een ‘breed maatschappelijk gesprek’ worden gevoerd over eventuele(!) problemen die werkgevers, opdrachtgevers en zelfstandigen tegenkomen. Dat gesprek moet het belang van de regels onderstrepen. Waarschijnlijk gaat het gesprek tussen belangenorganisaties van werkgevers en ondernemers, maar ook sectorgerichte gesprekken behoren tot de mogelijkheden.