PERSONEEL - 28.06.2018

Concurrentiebeding, ook bij contract bepaalde tijd?

Contract voor onbepaalde tijd.

Bij de invoering van de Wet werk en zekerheid in 2015 is (in artikel 7:653 BW) opgenomen dat een beding tussen een werkgever en werknemer, waarbij de laatste wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de overeenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn (concurrentie/relatiebeding), slechts geldig is indien de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan en dit beding schriftelijk is overeengekomen met een meerderjarige werknemer.

Contracten voor bepaalde tijd

Motivering vereist. De wetgever had echter ook ingezien dat een concurrentie/relatiebeding ook bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd noodzakelijk kan zijn. In de wet staat dus dat in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een dergelijk beding mag worden opgenomen wanneer uit een schriftelijke motivering van de werkgever blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. De rechter kan het beding geheel vernietigen als het niet noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Of geheel of gedeeltelijk vernietigen als de werknemer door het beding onbillijk wordt benadeeld. Bij een verlenging van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd moet u wederom het zwaarwegende bedrijfsbelang schriftelijk opnemen.

Zwaarwegend bedrijfsbelang?

Wat kunt u aanvoeren? Bij een gedegen motivering van het zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelang blijft het mogelijk om bij de medewerkers met een arbeidscontract voor bepaalde tijd een concurrentie/relatiebeding op te nemen. Een voorbeeld van een zwaarwegend bedrijfsbelang is:

• wanneer tot de werkzaamheden van de werknemer behoort dat hij namens de werkgever de relatie met cliënten onderhoudt; en
• de werknemer aldus in de gelegenheid gesteld wordt om in de uitoefening van zijn functie en daarbij ondersteund door de werkgever, het vertrouwen van de cliënten te winnen; en
• door de uitoefening van de functie de kans wordt verhoogd dat de werknemer het gewonnen vertrouwen van de cliënten bij het einde van de arbeidsovereenkomst gebruikt om deze cliënten ertoe aan te zetten om de relatie met de werkgever te beëindigen en in plaats daarvan een relatie aan te gaan met de werknemer of met een derde waar de werknemer in dienst zal treden of ten behoeve van wie de werknemer op andere wijze diensten zal verrichten.

Vergoeding. Wanneer het beding de werknemer in belangrijke mate belemmert om anders dan in dienst van de werkgever werkzaam te zijn, kan de rechter bepalen dat de werkgever voor de duur van de beperking aan de werknemer een vergoeding moet betalen. De rechter stelt de hoogte van de vergoeding, met het oog op de omstandigheden van het geval, naar billijkheid vast. De vergoeding is niet verschuldigd indien het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Aan het beding kan men als werkgever geen rechten ontlenen als het een gevolg is van het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

Download het model ‘Concurrentiebeding’ via http://tipsenadvies-bouw.nl/download (BW 20.21.06).