WERKWIJZE BELASTINGDIENST - 31.05.2018

Inspecteur verplicht om gegevens op te vragen?

Bij de rechter speelde er onlangs een procedure over de vraag of de inspecteur verplicht is gegevens van een andere belastingsoort op te vragen voor het opleggen van een belastingaanslag. Wat speelde er?

Wat speelde er?

Aangifte erfbelasting. Tot de nalatenschap van een in 2010 overleden directeur-grootaandeelhouder (DGA) behoorde een aandelenpakket dat tot zijn aanmerkelijk belang (box 2) behoorde. Bij zijn in 2010 ingediende aangifte erfbelasting was er geen beroep gedaan op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit van de Successiewet 1956.

Aangifte inkomstenbelasting. In april 2012 werd de aangifte inkomstenbelasting 2010 van deze DGA ingediend. Hierin werd geen inkomen uit aanmerkelijk belang aangegeven. In mei 2012 werd de aanslag inkomstenbelasting geautomatiseerd vastgesteld overeenkomstig de aangifte.

Gegevensuitwisseling. In 2015 zijn er in het kader van een landelijke actie gegevens uitgewisseld tussen de inspecteur erfbelasting en de inspecteur inkomstenbelasting. Hierdoor werd bekend dat er in de aangifte inkomstenbelasting niet is verzocht om het doorschuiven van de aanmerkelijkbelangclaim. Er is dus ten onrechte geen inkomen uit aanmerkelijk belang aangegeven.

Nieuw feit? De inspecteur stelt dat er sprake is van een nieuw feit en legt in februari 2016 een navorderingsaanslag op. De DGA stelt echter dat er geen sprake is van een nieuw feit en dat de navorderingsaanslag ten onrechte is opgelegd.

Wat zegt de rechter?

Wanneer is er sprake van een nieuw feit? De Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30.01.2018 (RBZWB:2017:8623) , geeft aan dat de belastinginspecteur een navorderingsaanslag kan opleggen als er een nieuw feit aan het licht komt, waardoor de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld. Als het echter om een feit gaat dat de inspecteur bekend was of redelijkerwijs bekend had moeten zijn, dan kan hij geen navorderingsaanslag opleggen. Dit is alleen mogelijk als de belastingplichtige ten aanzien van dit feit te kwader trouw is.

Juistheid gegevens. In beginsel mag de inspecteur uitgaan van de juistheid van de aangifte. Hij hoeft pas een nader onderzoek in te stellen als hij aan de juistheid van de aangifte behoort te twijfelen. Als de aangifte een verzorgde indruk maakt en daardoor de kans klein is dat er onjuistheden in zijn opgenomen, is er geen reden tot twijfel.

Ambtelijk verzuim? Doordat de aangifte een verzorgde indruk maakte, hoefde de inspecteur geen nader onderzoek in te stellen. Hij had dan ook niet de verplichting om de gegevens (de aangifte) van andere belastingsoorten te raadplegen, ook al had hij dan mogelijk informatie gevonden die voor de aanslag inkomstenbelasting van belang had kunnen zijn. Volgens de rechter is er dan ook geen sprake van een ambtelijk verzuim en is de navorderingsaanslag terecht opgelegd.

Commentaar

Handmatige controle. Uit deze uitspraak blijkt helaas niet waarom er in deze casus sprake is van een verzorgde aangifte. Men kan zich namelijk afvragen of er bij een elektronisch ingediende aangifte waarbij geautomatiseerd een aanslag wordt opgelegd, vooraf wel een handmatige controle plaatsvindt door de inspecteur. Hoe en vooral wie beoordeelt dan of er sprake is van een verzorgde aangifte, waardoor de inspecteur dan niet is gehouden aan een nader onderzoek?

Bij een verzorgde aangifte is de inspecteur volgens de rechter niet gehouden tot nader onderzoek. Hij hoeft dan geen gegevens op te vragen bij een inspecteur van een andere belastingsoort. Als er later door gegevensuitwisseling een nieuw feit aan het licht komt, kan hij een navorderingsaanslag opleggen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01