Een nietig concurrentie- en relatiebeding
Waadi. Intermediairs, zoals uitzend- en detacheringsbureaus, moeten zich houden aan de Waadi (Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs). Artikel 9a van de Waadi bepaalt dat de ingeleende arbeidskracht niet belemmerd mag worden om na de terbeschikkingstelling rechtstreeks bij de inlener in dienst te treden. Spreken partijen dit toch af, dan is dit beding nietig. Het was lange tijd onduidelijk of dit uitsluitend voor uitzendkrachten gold. Inmiddels is er een uitspraak van het hof die duidelijkheid geeft (GHSHE:2018:1504).
Wat was het geval?
Gedetacheerd. Verpleegkundige Hanneke was al sinds 2010 gedetacheerd bij een huisartsenpraktijk. De overeenkomst met het detacheringsbureau bevatte een relatie- en concurrentiebeding met een boetebeding. Hanneke zegt de detacheringsovereenkomst op per 1 juni, omdat het detacheringsbureau volgens haar ‘niet deugt’.
Dan maar zelfstandig ... Op 18 mei 2015 schrijft Hanneke zich in bij de Kamer van Koophandel met haar eenmanszaak ‘Eigenwijs herstel’. De huisartsenpraktijk waar zij al die tijd was gedetacheerd, hoort de negatieve verhalen over het detacheringsbureau en besluit het inlenen via het detacheringsbureau te staken. De praktijk besluit simpelweg om Hanneke, die inmiddels als zelfstandig verpleegkundige werkt, rechtstreeks in te schakelen. Dit accepteert het detacheringsbureau niet. Die vordert de boete en wijst op het contractueel overeengekomen relatiebeding.
Wat is een ‘arbeidskracht’?
Wat zegt het hof? De vraag die centraal stond in deze uitspraak was of het detacheringsbureau Hanneke mag verbieden na afloop van haar dienstverband als zzp’er te gaan werken bij de huisartsenpraktijk. Zij treedt dan immers niet in dienst bij de inlener, zodat volgens het detacheringsbureau de Waadi niet van toepassing is (maar het relatiebeding wel).
Verbieden mag niet. Het hof vond dat het verbod van het detacheringsbureau niet geldig is. Om tot deze conclusie te komen, maakt het hof duidelijk wat er wordt verstaan onder ‘arbeidskrachten’. Deze term moet ruim worden geïnterpreteerd. Het begrip ‘arbeidsverhouding’ moet worden uitgelegd in de zin van de ‘uitzendrichtlijn’ (2008/104/EG).
Arbeidskrachten. Voor het aannemen van een arbeidsverhouding gelden de volgende criteria:
- er worden werkzaamheden verricht;
- ze worden gedurende een bepaalde tijd verricht;
- ze worden voor een ander, in dit geval voor de huisartsenpraktijk, verricht;
- ze worden verricht tegen een vergoeding;
- er is sprake van een (soort van) gezagsverhouding (‘onder leiding van’).
Kortom: het inhuren van een zzp’er is in de ogen van deze uitzendrichtlijn hetzelfde als het in dienst nemen van een werknemer.
Ook inhuren als zzp’er mag
Het voortzetten van werkzaamheden als zzp’er die eerst als gedetacheerd werknemer werden verricht mag op grond van artikel 9a Waadi niet verboden worden. Een beding in de arbeidsovereenkomst dat dit belemmert, is simpelweg nietig.