Fosfaatreductieplan, wat nu?
Jongveegetal. Per 1 mei is het jongveegetal geïntroduceerd om te voorkomen dat melkveehouders hun jongvee ‘parkeren’ bij niet-melkleverende bedrijven. Het jongveegetal is de verhouding tussen melkkoeien en jongvee op 28 april 2017. De invoering van het jongveegetal leverde voor veel melkveehouders problemen op. Daarom is er besloten dat bedrijven die aan bepaalde voorwaarden voldoen vrijgesteld zijn van het jongveegetal.
Vrijstelling jongveegetal
Melkveebedrijven die alleen jongvee afvoeren tot een leeftijd van 35 dagen hoeven niet te rekenen met het jongveegetal. Hierdoor zijn de daadwerkelijke aantallen aanwezige dieren leidend. Afvoer van dieren ouder dan 35 dagen mag dan alleen via export, slacht of na sterfte. U mag dus geen dieren ouder dan 35 dagen afvoeren naar een ander bedrijf in Nederland.
1 juni leidend. De datum van 1 juni is hiervoor leidend. Om niet te hoeven rekenen met het jongveegetal moet alle afvoer vanaf deze datum aan genoemde voorwaarden voldoen.
Wanneer nog wel? Voert u toch een dier dat ouder is dan 35 dagen af naar een ander bedrijf in Nederland, bijvoorbeeld naar een jongveeopfokker? Dan voldoet u niet meer aan de vrijstelling. U moet dan rekenen met het jongveegetal in de periode waarin deze afvoer plaatsvindt en de daaropvolgende perioden.
Uitscharen is ook afvoer. Het uitscharen van jongvee wordt ook gezien als afvoer naar een ander bedrijf in Nederland. Schaart u dieren uit? Dan zult u toch moeten rekenen met het jongveegetal.
Reductiepercentage vastgesteld
De staatsecretaris heeft het reductiepercentage voor periode 3 vastgesteld op 12%, wat fors lager is dan het maximumpercentage van 20%. Voor periode 4 en 5 is het reductiepercentage nog niet vastgesteld. Het is nog niet bekend hoe hoog dit wordt. Theoretisch kan dit nog 40% worden. Van Dam schrijft echter dat het zijn ambitie is om het percentage van 12% vast te houden.
Alleen tweede maand telt. Het fosfaatreductieplan telt vijf periodes van twee maanden. Voor periode 1 en 2 kreeg of krijgt u alleen een heffing of bonus over de tweede maand (april en juni). Dit geldt nu ook voor de perioden 3, 4 en 5, dus de maanden augustus, oktober en december.
Heffingen verdubbeld. De heffingen zijn nu voor alle perioden € 480,- per GVE boven het referentieaantal (was € 240,- in periode 3 t/m 5). De solidariteitsheffing is nu voor iedere tweede maand € 112,- (was € 56,- in periode 3 t/m 5)
Bonus verdubbeld. Ook de bonus wordt alleen betaald over de tweede maand en is verdubbeld. Het bonusbedrag is voor periode 3 vastgesteld op max. € 120,- per GVE. Voor periode 4 en 5 wordt uw eventuele bonus maximaal € 300,- per GVE.
Overdracht van referenties. Heeft u een (beëindigd) bedrijf overgenomen? U kunt dan het referentie- en het doelstellingsaantal overnemen. De referenties tellen bij u mee vanaf de datum van overdracht en dus niet meer, zoals RVO eerder aangaf, vanaf het begin van de eerstvolgende periode. Meld uw bedrijfsoverdracht uiterlijk één maand na de overdracht. Alleen dan wordt de overdracht van de referenties juist en tijdig geregistreerd.